Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Hillie de Ruiter – Meijerhof. Maar iedereen, zeker uit mijn zorgperiode, kent mij als Hillie Meijerhof hoewel ik mij wel steeds vaker voorstel als Hillie de Ruiter. Ik ben op 29 augustus 1956 geboren in Termunten. Mijn ouders hadden zes kinderen en tussen de oudste en de jongste zit twintig jaar verschil. Ik bungel daar ergens tussenin en heb vier zussen en een broer.
Mijn vader was landarbeider en ging heel vroeger over ‘de peerden’ die het land moesten bewerken. Maar hij verdiende er ook wat bij als melker en moest daarom vaak al om vier, vijf uur uit zijn bed. Zelf hielp ik ook vaak mee op het land. Wat dat betreft heb ik al op jonge leeftijd leren werken. Mijn vader heeft jarenlang als raadslid in de Termunter politiek gezeten en was een groot aantal jaren PvdA-wethouder in de tijd dat dit nog vooral in de avonduren en ’s weekend moest gebeuren. De laatste jaren maakte hij de switch van landarbeider naar bouwvakker.
Ik heb qua woonplaatsen weinig omzwervingen gemaakt. Ik woonde tot mijn 22e aan de Johan Herwagiusstraat in Termunten. Daarna gingen we samenwonen in het centrum van Borgsweer. Dat samenwonen was destijds wel een dingetje, wij waren een van de eerste stellen hier in de omgeving die niet direct trouwden. Sinds 1988 wonen we aan Borgsweer 22 in Borgsweer. Hier voel ik mij thuis. De boodschappen doen we wel in Delfzijl en Woldendorp.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 16 december 1983 getrouwd met Bennie de Ruiter. Ik leerde hem tien jaar eerder kennen in het café van Tinus van der Linden, café Het Ankertje in Delfzijl. Daar was toen de herfstkermis en in het café hadden ze destijds livemuziek. Het was direct tijdens de eerste avond raak. Bennie komt oorspronkelijk uit Stedum en was er met een kameraad, ik met een collega. De vervolgafspraak werd nog diezelfde avond gemaakt.
In 1989 diende Aletta zich aan. Ze woont in Delfzijl waar ze in een begeleid wonen project van Cosis zit. Sinds kort heeft ze een nieuwe vriend. Twee jaar later werd onze zoon Jarno geboren. Hij woont sinds kort samen in Siddeburen waar hij onlangs met zijn vriendin een huis gekocht heeft. Daarvoor woonde hij in Appingedam. Jarno is kapitein op een binnenvaarttanker en zijn vriendin ambulanceverpleegkundige.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Termunten ging ik naar de MAVO in Woldendorp. Dat was mij eigenlijk iets te theoretisch, vandaar dat ik na anderhalf jaar de switch maakte naar de LHNO in hetzelfde dorp. Meer praktijkwerk dus en daarin voelde ik mij beter thuis. Na de LHNO volgde de INAS waar ik door een stage in Haren er achter kwam dat het werken met oudere mensen mij wel lag. Die waren altijd zo dankbaar voor de hulp die ze kregen. Al moest ik sommige mensen wel tegemoet komen. Zo was er een statige herenboer die mij aanvankelijk als zijn dienstmeid zag. Ik heb hem snel duidelijk gemaakt dat zo de verhoudingen in elk geval niet lagen. Dat gebekte had ik van huis uit wel meegekregen.
Ik was zestien jaar toen ik aan het werk ging. In Wagenborgen hadden ze destijds net een bejaardentehuis gebouwd waar ik eerst als interieurassistente aan de slag kon. Daar had ik immers voor geleerd op de INAS. Maar het was een brede opleiding en toen ze in Menterne nog een bejaardenverzorgster zochten, heb ik succesvol naar die functie gesolliciteerd. Een drukke tijd brak aan want een jaar later ging ik de tweejarige opleiding tot bejaardenverzorgster volgen, deze werd in Paddepoel gegeven. Daarna volgde bijvoorbeeld de cursus afdelingshoofd in Orvelte en in Zwolle volgde ik de HBO-opleiding praktijkbegeleider.
In tien jaar tijd groeide ik door, na eerst een poosje waarnemer te zijn geweest, tot hoofd zorg in Menterne. Dat beviel prima. Ik ging alle dagen met plezier aan het werk en zorgde er voor dat de onderlinge sfeer tussen het personeel goed was. Mede daardoor ging het leidinggeven mij goed af. In die 25 jaar als hoofd zorg heb ik zo’n honderd stagiaires begeleid en ik ging als examinator naar scholen toe. Op deze manier probeerde ik mijn opgedane kennis over te dragen.
Toen Aletta werd geboren, beleefde Bennie als bouwvakker een beroerde tijd want er was destijds geen tot weinig werk. En daar ik veertig uur als hoofd verzorging aan het werk was en dus een goede baan had, werd Bennie eerst huisman. En wel zo eentje die alles zo goed voor elkaar had dat ik het werken en leren kon blijven volhouden. Ook wat die rolverdeling betreft, waren we wel een beetje trendsetters. Dit ging heel lang goed maar toen kwamen de fusies. Eerst alleen binnen de gemeente Delfzijl maar later ook met Zorggroep Fivelland waardoor Solwerd erbij kwam.
Met de fusies kwamen ook de functieherwaarderingen en dus ontstonden er wrijvingen. Helemaal toen we ook nog eens op gingen in de Zonnehuisgroep Noord. Ik kwam steeds minder op de werkvloer en zat steeds vaker achter het bureau om gegevens in de computer ‘te stoppen’. Ik werd meer een manager dus en heb zelfs een managementcursus gevolgd. Maar dit werk was niets voor mij en ik botste steeds vaker met mijn leidinggevenden. Met als gevolg dat ik twee jaar lang met een burn-out thuis heb gezeten.
Een ontslagronde volgde maar Bennie had een goede rechtsbijstandsverzekering dus dat ontslag ging niet zonder slag of stoot. Maar ik moest mij vervolgens wel bij het UWV melden om een sollicitatiecursus te volgen. Ik heb een tijdje bij de thuiszorg gewerkt en een tijdje de zorg voor een terminale man op mij genomen. Dat laatste paste mij beter dan het eerste.
In 2011 kon ik bij het Julsinghatehuis in Delfzijl aan het werk. Eerst op de zorgafdeling maar later stroomde ik door naar de begeleidingsgroep voor licht dementerenden. Dat vond ik heel leuk om te doen. Maar wat ik niet wist was dat ik een auto-immuun ziekte onder de leden had en ik moest ‘in Juul’ de nodige meters op een dag lopen en dat ging mij steeds moeilijker af. Ik was, ondanks dat ik maar 24 uur werkte in plaats van volle werkweken, altijd moe en dan ook maar wat blij dat ik er op 60-jarige leeftijd met een regeling uitkon.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Dat was dus in 2016 en waar ik voorheen nooit ziek was, werd er bij mij in april 2017 borstkanker geconstateerd. Dat vond ik eigenlijk ‘zo gemeen’, dat mij dit kort na mijn werkperiode overkwam. Een intensieve tijd van chemo’s en operaties volgde. En daarbij was ik altijd moe. Gelukkig ben ik inmiddels volledig kankervrij hoewel ik natuurlijk nog wel altijd onder controle sta. En de auto-immuunziekte is door het juiste medicijngebruik zo onder controle dat ik nu eindelijk na zoveel jaar weer de energie heb om bijvoorbeeld het nodige vrijwilligerswerk te doen.
Zo ben ik vrijwilligers bij Julsingha waar ik een dagdeel of een dag per week meehelp tijdens een soos-, snack- of quizmiddag of bij een uitstapje. Bij het begeleid wonen van Aletta koken we één keer per maand een lekkere maaltijd, ook dit is heel dankbaar werk om te doen. Ik ben Aletta’s mantelzorger en help haar mee met de financiën en moet er bij zijn wanneer er nieuwe zorgplannen worden opgesteld.
Ik ga tegenwoordig twee keer per week naar Siddeburen voor fitness- en krachttrainingen en wandel ook vaak. Daarbij volleybal ik al weer een jaartje of dertig recreatief bij de Dollardstars in Termunten. En ik zit al veertig jaar op toneel bij de Deurzakkers, de laatste vijf jaar als souffleur. Tegenwoordig zijn de uitvoeringen in Woldendorp en dat is altijd prachtig. Ik geniet van de sociale contacten en de gezelligheid en vind die ook terug bij FC Groningen. Bennie en ik hebben al jarenlang een seizoenkaart en de andere zondagen zijn we vaak bij voetbalvereniging WEO in Woldendorp langs de lijn te vinden.
In de zomermaanden gaan we naar onze stacaravan in Spier waar we heel wat afwandelen en fietsen. Of we gaan gezellig een dagje uit naar de Zuidlaardermarkt of de Adrillenmarkt in Winschoten. Boodschapjes halen in Duitsland zijn ook altijd leuke uitstapjes.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat we het nu als gezin zo goed met ons zessen kunnen vinden. We hebben het gezellig samen en dat is heel wat waard. Sowieso ben ik meer een mens van het geven dan van het nemen. Ik zoek graag de gezelligheid op maar kan mij ook alleen heel goed redden. Dan lees ik bijvoorbeeld zo een dik boek uit.
En de dieptepunten?
Het afgelopen jaar ben ik twee zwagers verloren. Dat was een zware tijd voor ons als familie en dat heeft er best wel ingehakt.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik kijk met veel plezier terug op de tijd dat ik met collega’s van Menterne wel eens een midweek naar Huttenheugte ging. Dat was altijd heel gezellig. Het was in de tijd dat we nog jonge moeders waren en dus gingen we eerst naar Coevorden en een dag later naar Emmen om te winkelen. Bennie zei wel eens tegen mij als ik bepakt en bezakt terugkwam: ‘Hest weer een knipke van siebelleer?’. Dat klopte ook wel maar daar hadden we een jaar lang voor gespaard.
Bennie is een echte ‘viskeman’en in het begin van onze verkering ben ik wel eens mee geweest toen hij een dagje ging vissen. Ik was net klaar met het settelen en had mij in bikini op een dekentje neergevleid om een boek te lezen toen Bennie zei: ‘Viss’n wil nait biet’n, we mott’n hier weg’. We zijn inderdaad weg gegaan maar tussen ons in hingen wel donkere wolken. Dat ging in de loop der jaren een stuk beter hoor, haha.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
We gaan regelmatig naar De Molenberg in Delfzijl voor een avondje uit. Zo zijn we onlangs naar Pé en Rinus geweest en in februari gaan we naar Tineke Schouten in hetzelfde theater. Ik verheug mij ook op ‘The Sound of Music’-musical in Martiniplaza en we hebben bijvoorbeeld ook genoten van ‘Soldaat van Oranje’. Zolang dat soort uitstapjes nog kunnen, hebben we niets te klagen.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Niet van onoverkomelijke dingen in elk geval.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik ga voor een tien, ondanks mijn ziekte. We hebben genoeg te eten en te drinken en kunnen doen en laten wat we willen waarbij we rekening houden met elkaars interesses.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Blijf jezelf. Ik ben ‘altied drok west’ en blijf het ook druk houden. Dat zit een beetje in het aard van het beestje. Ik heb nog niet eens verteld dat ik secretaris en scheidsrechter bij de korfbalvereniging ben geweest en ook heb ik in het bestuur van de gymnastiekvereniging gezeten. Lekker bezig zijn, dat werkt voor mij het beste!