Ooit leerde ik op de Open Coffee Club ’t Hogeland Ronald Benninga kennen. De man van de mooie, beeldende verhalen die je zo in zijn woordenbrij meeneemt. Vorig jaar had hij het tijdens één van die bijeenkomsten over een nieuwe activiteit in zijn geboortedorp Loppersum. Waar hij als gids voor de gasten van Hotel Spoorzicht & SPA dorpswandelingen organiseert. Hierin vertelt hij over zijn jeugd en over de bijzondere geschiedenis van het dorp. Dankzij een mooi Enjoy Spoorzicht-arrangement zit het hotel tegenwoordig namelijk bijna altijd bommetje vol en ’s avonds worden de gasten na het diner op een wisselend entertainmentprogramma getrakteerd.
Ik was direct enthousiast. En dus mocht ik wel een keer meewandelen. Op een ietwat druilerige donderdagavond eind september was het zover. Vlak voordat we los gingen, warmde Ronald de zaal al even op. Terwijl de gasten hun toetje verorberden, vertelde hij wat de bedoeling was die avond en zong hij hen het ‘Lopster volkslied’ toe. Opgewarmd en wel stond ik even later buiten met een kleine veertig wandelaars. Veel Brabanders zo te horen maar ook de Betuwe-omgeving liet zich van zijn beste kant zien. De volgende anderhalf uur hingen ze aan de lippen van hun gids…..
Stationgebouw
Ronald nam de groep eerst mee naar het stationsgebouw waar hij in het hoekhuis tegenover het station geboren is. Hij drukte zijn gasten wel even op het hart dat ze elke voorbijganger of fietser met een welgemeend ‘Moi’ moesten aanspreken, daarbij de wijsvinger omhoog stekend. Want zo doen wij ‘Grunnegers’ dat. En ik moet zeggen, in de loop van de avond ging dit steeds beter. Gevolgd door een: ‘How ist?!’ ‘Goud!’.
Vroeger moest je de plaatsen langs de spoorlijnen in Nederland nog uit je hoofd leren op school. Groningen, Groningen-Noord, een splitsing in Sauwerd, Beem, Steem, het mooie stationsgebouw in Loppersum, de tweede stad van Groningen, Appingedam dus, en tot slot de toenmalige derde havenstad van Nederland Delfzijl. Ronald somt het rijtje nog moeiteloos op. En dat allemaal in de buurt waar zich ook het unieke zoutwaterbad van Loppersum bevindt.
Teruglopend naar Spoorzicht kwamen we langs prachtige panden. De rijke geschiedenis van de vroegere welgestelde boeren passeerde de revue. Die in het verleden soms wel honderd arbeiders aan het werk hadden en nu alles met hun tweeën afkunnen of moeten. De intocht van de familie Warink in het hotel was de volgende anekdote. De gids vertelde dit met een fraai en deftig westers accent.
Afkomstig vanuit Beverwijk duurde het niet lang of steeds meer panden in de buurt van het hotel werden opgekocht. Tegenwoordig kunnen we genieten van een groot hotel met een uitstekend restaurant inclusief een complete sauna- en wellness aan toe. Wie had dat toen kunnen bevroeden dat Spoorzicht Loppersum zo zou groeien?
Het verhaal dat koningin Beatrix op 30 april 1990 Loppersum aandeed, mocht natuurlijk niet ontbreken. De balkonscene van Paul de Leeuw als zijn alter ego Bob de Rooij ook niet. Men moest YouTube er die avond nog maar eens op naslaan….
Drie gemeentehuizen
Tijdens de hele wandeling verplaatsen we ons niet verder dan 1.200 meter maar we gingen ook moeiteloos langs bijna 1.200 jaar Lopster geschiedenis. De volgende stop was dan ook het gemeentehuis aan de Molenweg. ‘U bent allen wel bekend met het nieuwsfeit dat de ministers Kamp en Wiebes voor een woedende volksmassa de pers te woord stonden.’ De 17 kernen van de voormalige gemeente Loppersum werden besproken, bij elkaar opgeteld goed voor zo’n 10.000 inwoners. ‘Voor sommigen voor u qua inwoners net zo groot als de wijk waarin u woont..’
We wandelden verder richting Lopster toren en het marktplein. Daarbij de tweede oude gemeentehuis passerend. Met een prachtig uitzicht op de Petrus en Pauluskerk vertelde Ronald spannende verhalen over zijn vader die in de Tweede Wereldoorlog tewerkgesteld moest worden maar zich met zijn broer verborgen hield in twee zelfgebouwde kisten boven op zolder in het ouderlijk huis. Met het uitzicht op de woning van zijn opa zagen we het bijna voor ons gebeuren.
Dat gold ook voor de ‘sleepactiviteiten’ met oud en nieuw waarbij de gebroeders Benninga vanaf het kerkkruis boven op de gereformeerde kerk wel eens de tuinbank en kruiwagen moesten halen die thuis verdwenen waren. Ook de verhalen van boeren die hun strontkar terugvonden op het dak van hun boerderij gingen er in als zoete koek.
Inmiddels naderden we de Hoge- en Lagestraat. Onder het luifeltje van modewinkel Van Weerden, nam onze gids ons mee naar de ongeveer zeventig winkeltjes die zich hier in zijn jeugd in beide straten bevonden. Maar ook het verhaal achter de fraaie villa vond gretig aftrek. Waarin de groenteman woonde die tijdens marktverkopen een appel op zijn mes reeg, deze in vier stukken sneed en steevast tegen de passerende bezoekers zei: ‘Eem proev’n?!’. Niemand durfde vervolgens door te lopen zonder een zakje appels te kopen. Wat een koopman!
Het A- en B-woord in de Petrus- en Pauluskerk
Daar onder het luifeltje ging Benninga voor het eerst in op de aardbevingsproblematiek. Het leegstaande ‘Lopster-Kroon’-pand, omgeven door hekken, gaf hier natuurlijk alle aanleiding toe. Plus het feit dat zijn kameraad Ger Warink binnenkort een tijdelijke winkelunit krijgt vlakbij het marktplein omdat zijn winkelwoning weer helemaal aangepakt moet worden.
Alvorens de kerk in te gaan, nam Ronald ons nog mee naar de begin jaren tachtig toen zich in hartje Loppersum de modernste supermarkt van West-Europa bevond. De toenmalige Spar-eigenaar Zigterman was namelijk de eerste die het scansysteem invoerde, daarmee voor een perfecte voorraadbeheersingsysteem zorgend. Vervolgens genoten de wandelaars volop van de imposante Petrus- en Pauluskerk.
Daar ging hun gids verder in op de geschiedenis van de aardgaswinning en de wrange vruchten die we daar nu van plukken. ‘Schandelijk’, hoorde ik iemand zeggen. ‘Waarom komen jullie niet in opstand’, kreeg ik later tijdens de terugtocht te horen. Naast het A-woord ging Ronald ook nog verder in op de gevolgen van de bodemdaling, onder andere door de aardgaswinning. ‘We hebben Schiphol aangelegd, de Betuwelijn gerealiseerd, een uitstekend zorgsysteem voor elkaar gebokst maar we zijn vergeten onszelf te belonen….’
Teruglopend naar Spoorzicht bleven we nog even stilstaan voor het volle Dorpshuis. Dat riep nostalgische gevoelens op bij enige wandelaars. ‘Hier hebben ze dat dus nog!’, verzuchtte een deelnemer. Ronald vertelde nog de anekdote over de Lopster familie Smit die mee mocht doen aan de populaire show van Ron Brandsteder. Het hele dorp zat destijds aan de buis gekluisterd. ‘Wat zegt u voor het slapen gaan tegen uw vrouw?’, was een quizvraag die beantwoord moest worden. Met als legendarisch antwoord: ‘Kroeps nog eem lekker bie mie laiverd!’
Mooi Grunn
Terug bij het hotel, nam de gids zijn gasten nog even mee met de overige highlights van de provincie. Een imposante opsomming van allerlei pareltjes binnen een straal van dertig kilometer volgde. ‘Wat hebben wij inderdaad veel toeristische trekpleisters hier op het Hogeland’, bedacht ik mij, terwijl Benninga rustig doorvertelde over al ons Gronings Goud. ‘Allemaal bijboeken maar en nu naar binnen waar het eerste rondje van mij is.’ Een warm applaus was zijn welverdiende beloning.
Ongetwijfeld zal gids Ronald nog allerlei vragen in kleiner comité hebben moeten beantwoorden. Zelf tokkelde ik terug naar Middelstum. In mijn herinnering kwam een dorpswandeling onder leiding van oud-leraar Kees Reinders die prachtig kan vertellen over huizen en straten waar je dagelijks doorheen wandelt zonder er erg in te hebben hoe mooi en bijzonder onze woonomgeving eigenlijk is. Soms moet je inderdaad door de ogen van een toerist kijken naar onze woonomgeving. Dank Ronald voor prachtige anekdotes en een nieuwe kijk op het rijke Lopster centrum én verleden…..