Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Stientje Slagter-Laning, roepnaam Stien. Ik ben op 13 maart 1951 geboren in Godlinze. ‘Op Maastricht’, zo heette ons huisje en tot op de dag van vandaag ben ik op zoek naar het verhaal achter deze naam. Ik heb nog een jongere zus. Zij woont in Sleen, gelegen vlakbij Emmen. Ik kom uit een arbeidersgezin. Mijn vader heeft het grootste gedeelte van zijn werkzame leven bij strokartonfabriek “De Eendracht” in Appingedam gewerkt. Mijn moeder werkte als schoonmaakster bij verschillende boeren in de omgeving en had de zorg voor het gezin.
Toen ik dertien jaar was, verhuisde het gezin Laning naar Holwierde. We woonden in Godlinze namelijk bij mijn opa in huis en toen die overleed moest dat huis verkocht worden. Na getrouwd te zijn, gingen we in Garrelsweer wonen. We hebben op twee adressen aan de Stadsweg gewoond. Toen mijn man minder mobiel werd, volgde in 2012 de laatste verhuizing naar de Bessentuin in Loppersum. Dat bevalt prima, ik wil hier niet meer weg. Ik geniet hier van het uitzicht op de Fruitlaan en de Wirdumerweg.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in december 1969 getrouwd met Ties Slagter. Ties heb ik op 15-jarige leeftijd leren kennen. We werkten destijds allebei bij de AH. Hij in het magazijn waar hij onder andere de bestellingen regelde en ik op de ‘kees- en vleesafdeling’. Toen we na verloop van tijd een relatie kregen moest één van ons een andere baan zoeken. Zo ging dat in die tijd.
Het huwelijk heeft ons twee dochters geschonken, beide wonen dichtbij in Loppersum. In 1970 is Annette geboren, Sandra volgde een jaar later. Beide zijn met een Peter getrouwd. We zijn de trotse grootouders van vijf kleinkinderen en één ‘schoonkleindochter’ (Anne, Miriam, Nina en Danique; Thom en Robin), in leeftijd variërend van 15 tot 26 jaar. Daarbij hebben we met Erik en Ymkje ook nog eens twee bonuskleinkinderen waar we ook ‘erg wies’ mee zijn. Dit kwamen ze zelf aan ons vragen of wij wel hun grootouders wilden worden. Uiteraard in goed overleg met hun ouders, dit zijn ook prachtige mensen.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Godlinze, ben ik naar de ULO in Loppersum gegaan. Eigenlijk zonder te weten wat precies te willen worden. Door de verhuizing naar Holwierde, moest ik de switch maken naar de ULO in Appingedam. Daar ging het mis. Ik vond de verhuizing al verschrikkelijk en toen moest ik ook nog eens naar een andere school. Na een half jaar werd ik zo ziek dat een specialist op den duur tegen mijn ouders zei: ‘Er is vast nog wel iets anders voor haar dan deze school?!’ Met als gevolg dat ik dus bij de AH aan het werk ging. Ik weet bijna zeker dat als ik gewoon op de ULO in Loppersum was gebleven, dat ik deze had afgemaakt.
Nadat mijn relatie met Ties opbloeide moest dus één van ons twee zijn baan opgeven. Ik ben toen bij Houthandel Bleker aan het werk gegaan en kwam daar op kantoor te zitten. Toen bleek dat er te veel mensen op kantoor werkten, ging ik naar de firma Oldenhuis in Bierum. ’s Morgens maakte ik daar schoon en ’s middags werkte ik op kantoor.
Nadat de kinderen kwamen, ben ik eerst gestopt met werken. Dat pakte ik weer op toen Sandra vier jaar was. Mede ingegeven door het feit dat Ties door de heftige ziekte psoriasis niet meer kon werken. Hij heeft bijvoorbeeld drie maanden in het ziekenhuis gelegen hierdoor. Hij werd op 27-jarige leeftijd afgekeurd en dat was natuurlijk een hard gelag. Maar voor zijn gezondheidstoestand was het wel beter want doordat hij het wat rustiger kreeg, verminderden de stressklachten en hoefde hij bijna niet meer in het ziekenhuis opgenomen te worden.
We hadden het niet ruim omdat we van Ties zijn uitkering rond moesten komen. Ik ging dan ook weer aan het werk en heb heel wat huisjes schoongemaakt. Ik ben ‘een bult aan ’t poetsen west!’ Met sommige mensen bouwde je daardoor een hele mooie band op. Zo heb ik bijvoorbeeld 18 jaar bij de familie Havinga gewerkt. Zij kwamen oorspronkelijk uit Winneweer waar Havinga lange tijd slager was. Bij de familie Sanders uit Garrelsweer heb ik 17 jaar gewerkt.
Het schoonmaken lag mij wel, ik wilde graag alles spik en span schoon hebben. Ook thuis natuurlijk. Soms wel eens te schoon maar ik had voor bepaalde schoonmaakklusjes vaste schoonmaakdagen. Dat ging zo door totdat mijn zwager tegen mij zei dat ik gek was door zo grondig schoon te maken. ‘Een keer per week de bovenverdieping schoonmaken is meer dan genoeg!’, zo zei hij bijvoorbeeld. Daar had hij natuurlijk gelijk in en ik heb vervolgens goed naar hem geluisterd. Al met al heb ik dit betaalde schoonmaakwerk tot mijn 66e gedaan, toen ben ik met pensioen gegaan.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Mede door mijn vrijwilligerswerk, ben ik niet in een zwart gat terechtgekomen. Van verveling is dan ook absoluut geen sprake. Dat vrijwilligerswerk is begonnen in de tijd dat ik in Garrelsweer woonde. Zo heb ik daar twintig jaar in de begrafenisvereniging en zes jaar bij de Oranjevereniging gezeten. Ook heb ik lange tijd de hervormde kerk en het dorpshuis schoongehouden. En ik ben tien jaar clubleidster geweest, dat vond ik heel mooi om te doen.
Sinds 2013 ben ik vrijwilliger in Wiemersheerd. Een ochtend in de week help ik mee met het koffie inschenken in de grote recreatiezaal en de bewoners van en naar hun kamers brengen. Daar ben ik na een lange coronapauze net weer mee begonnen. Goh, wat had ik dat gemist. Als er weer avondactiviteiten zijn zoals een optreden van een shantykoor of een toneelvereniging dan ben ik ook graag weer van de partij.
En ik ben al ongeveer 25 jaar lid van de vrouwenraad hier in Loppersum. Ook zij organiseren heel veel leuke activiteiten zoals bingo en uitstapjes waarbij ik mij graag over de oudere mensen ontferm. Dat verzorgende zit er toch een beetje in. Tegenwoordig ben ik vrij veel aan het haken en ik mag graag in de tuin bezig zijn. Toen er in de buurt nog de nodige oudere mensen woonden, dacht ik een beetje om ze.
Mijn man is heel actief geweest voor de dorpskrant van Garrelsweer en Winneweer, GarWin genaamd. Verslagen verzamelen en ze vervolgens uittypen, het drukproces regelen waarna onder andere ik ze maandelijks rondbracht. Dat doe ik nu nog steeds voor de abonnees in Loppersum terwijl Ties nog steeds de postabonnees regelt. Hij heeft voor al deze inspanningen de Waarderingsprijs van de Gemeente Loppersum gekregen. Met de cheque van €500,- regelde hij voor de overige vrijwilligers een etentje in het dorpshuis in Garrelsweer.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Allereerst de geboorte van onze kinderen. En van de geboorte en het groter worden van de kleinkinderen heb ik nog meer genoten. Ik was veel bezorgder over hen dan destijds over mijn dochters. Dat wreef een van de twee mij laatst nog eventjes in toen ik aangaf dat een van de kleinkinderen in een stormwind naar Delfzijl moest fietsen. ‘Was je vroeger ook zo bezorgd over ons toen wij deze route op de fiets af moesten leggen?’ Die vraag moest ik ontkennend beantwoorden. En dat onze bonuskleinkinderen zelf kwamen vragen of wij hun opa en oma wilden worden was ook een heel bijzonder en mooi moment.
Ook heb ik genoten van ons 50-jarig huwelijksfeest eind 2019. Voor de kerst zijn we met ons gezin uit eten geweest en na beide kerstdagen hebben we met de overige familieleden en vrienden nog een feestje in het oude kerkje van Garrelsweer gevierd. In de wetenschap dat Ties zijn darmkanker had overwonnen is de waardering hiervoor des te groter natuurlijk!
En de dieptepunten?
Mijn ouders zijn jong overleden. Pa was 62 jaar toen hij aan de Ziekte van Parkinson overleed en mijn moeder mocht maar 64 jaar worden. Zij had kanker. En ik heb natuurlijk de nodige zorgen gehad om Ties zijn gezondheidstoestand. Misschien nog wel meer dan hijzelf.
Hij heeft in de loop der jaren de nodige opmerkingen moeten opvreten hoor, over zijn psoriasis. Sommige mensen gaven zelfs aan vies van hem te zijn. Dat doet wel wat met je op mentaal gebied. En dan die jeuk nog, dat was soms nog erger dan de pijn. Het gaat nu ‘vrij schier’ met hem. Elke maandag geef ik hem een injectie, daar heeft hij veel baat bij.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Her en der heb ik je al de nodige bijzondere verhalen verteld. Er wordt goed voor ons gezorgd hoor, ook door de kleinkinderen die regelmatig langskomen. Twee zitten inmiddels op de Hanze, die gaan met meer plezier naar school dus dan ik destijds. Al vinden ze deze hele coronasituatie wel zwaar met al dat thuiswerken.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
In zo’n heteluchtballon stappen, dat leek mij vroeger wel wat. Maar toen ik tijdens de feestweek in Loppersum een helikoptervlucht maakte, was ik direct genezen. Ik zat bij de deur en er stond een harde wind. ‘Oppassen hoor, dat de deur niet open waait’, grapte de piloot. Ik stond nog net geen doodsangsten uit maar vond het maar niets. Die rondvlucht komt er nog voor ons 50-jarig huwelijksfeest maar dan gaat Annette met Ties mee.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik zou het zo niet weten. Ik was uiteindelijk ‘doodsblied’ dat ik van de ULO in Appingedam afmocht. Maar ik ben er vrij zeker van dat ik mijn Ulodiploma had gehaald wanneer we niet verhuisd waren.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Wel een acht, we hebben het goed met elkaar. Het is niet alleen maar kommer en kwel geweest hoor, in ons leven. Dat wil ik nog wel even benadrukken. Nu kunnen we bijvoorbeeld genieten van onze kleinkinderen. Ze komen allemaal regelmatig langs.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Gewoon zo doorgaan en lekker genieten van alle leuke dingen. Zeker tijdens deze mooie zonnige dagen….