Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Noteer bij mijn naam gerust Ina Oudman. Ik ben op 5 juni 1953 geboren in Zuidwolde. Als tweede kind van een arbeidersgezin dat in totaal uit negen personen bestond. Een broer en een zus van mij zijn al overleden, 1 broer woont in Wijhe en de rest woont dichtbij in de provincie Groningen. Mijn vader werkte aanvankelijk als landarbeider op een dorsmachine, ging later op de steenfabriek in Zuidwolde aan de slag, daar waar nu de Hornbach staat, en heeft ook nog enige jaren in de groenvoorziening bij de gemeente Groningen gewerkt. Mijn moeder zorgde uiteraard voor ons grote gezin.
Ik heb tot mijn 19e thuis gewoond om daarna, na getrouwd te zijn, te verhuizen naar Bedum. De plaats waar ik nog steeds woon en in totaal vier keer verhuisd ben. Het langst heb ik in de Almastraat gewoond, ongeveer veertig jaar. Sinds twee jaar woon ik aan de Heemweg en dat bevalt prima.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik was 15 jaar toen ik de 7 jaar oudere Jan Oudman voor het eerst ontmoette. Dat was bij cafetaria Kobus Bos in Bedum. Door het leeftijdsverschil duurde het even voordat de vonk echt oversloeg maar ik ben jong getrouwd, op mijn 19e. In 1973 is dochter Jessica geboren. Zij heeft drie kinderen en woont in Roodeschool. Drie jaar later volgde onze zoon Jerry. Hij woont net als ik in Bedum en heeft ook drie kinderen. Inmiddels heb ik ook twee achterkleinkinderen. Het oudste kleinkind is 30, het jongste achterkleinkind 4.
Helaas ben ik sinds tien jaar weduwe. Jan is op 64-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van darmkanker na een ziekbed van een jaar. Hij was als zelfstandig vrachtwagenchauffeur altijd onderweg en kwam als internationaal chauffeur in vele Europese landen. Eerst reed hij op een DAF, later verruilde hij die voor een Scania. Daarmee kwam een lang gekoesterde wens in vervulling. Vlak voor zijn pensionering ging het dus helaas mis.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Zuidwolde te hebben doorlopen, vervolgde ik mijn pad op de huishoudschool in Groningen. Lang heb ik daar niet op kunnen zitten want toen mijn moeder een operatie moest ondergaan, werd ik opgetrommeld om in het huishouden mee te helpen. Dat maakte op 14-jarige leeftijd een einde aan mijn schooltijd.
Op 15-jarige leeftijd vond ik mijn eerste baan, ik werd verkoopster in een Jamin winkel in Groningen. Dit werk heb ik vier jaar gedaan. Na getrouwd te zijn, werkte ik op vrijdagavonden als caissière bij Fred van der Werff in Bedum. Later kon ik bij Super de Boer aan de slag. Daar heb ik nog zo’n 7,8 jaar gewerkt. Ik had er een 0-urencontract en dat kon eigenlijk niet uit. Daarna viel ik gelukkig wel met mijn neus in de boter toen ik bij Gerrit Koning aan de slag kon als interieurverzorgster. Een mooi woord voor schoonmaakster inderdaad.
Een betere baas had ik mij niet kunnen wensen. Ik moest soms zeven dagen in de week werken maar had wel de vrijheid om mijn eigen uren in te plannen. ‘Niemand die mij achter de kont aan zat’, als ik er maar zorgde dat ik mijn werk goed deed. Al met al maakte ik gemiddeld zo’n twintig schoonmaakuren in de week. Eerst voornamelijk in het café in Bedum, later in het restaurant Bij de Molen in Ten Post.
Al met al heb ik zo’n dertig jaar voor Gerrit gewerkt. Daar kwam drie jaar geleden vrij abrupt een eind aan toen bleek dat ik een herseninfarct had gehad. Zelf heb ik daar niet veel van gemerkt. Ik ben gewoon met de auto naar Bij de Molen gegaan om daar te gaan werken. Maar daar merkte Gerrit zijn partner Josien dat mijn motoriek niet in orde was. Zij vertrouwde het niet en heeft Gerrit gebeld die met mij naar de dokter is gegaan die mij vervolgens naar het ziekenhuis heeft doorgestuurd. Daar kwam na allerlei onderzoeken de diagnose herseninfarct naar voren. Het schoonmaakwerk lukte mij eigenlijk niet meer waardoor er in 2018 een eind aan het werkgebeuren kwam.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Vorig jaar ben ik daadwerkelijk met pensioen gegaan en die hele coronacrisis maakte het er allemaal niet makkelijker op. Daarbij ben ik ook nog eens twee keer met de fiets gevallen en dat leverde mij een gebroken heup en elleboog op. Daardoor heb ik nu de angst om weer op de fiets te stappen maar ik hoop die angst binnenkort te overwinnen want de mooie maanden komen er natuurlijk wel weer aan. Nu loop ik veel, ik probeer dagelijks de 10.000 stappen te halen. Als ik moet winkelen, ga ik lopend naar het centrum en verder kun je hier genoeg mooie routes lopen.
Daarbij mag ik graag lezen, het liefst boeken die gaan over de oorlogstijd. Maar ik ben ook wel van de legpuzzels maken. Vaak puzzels van 1.000 stukjes, daar ben ik dan mooi een weekje zoet mee. Tot slot mag ik graag televisie kijken, dat zorgt voor leven in de brouwerij. Voetbal en darten kijken, vind ik het mooist met FC Groningen als favoriete club en Michael van Gerwen als favoriete darter. ‘Maar hij moet wel weer wat beter gaan gooien hoor!’ En ik ben heel wies met mijn kleinkinderen. Ze komen hier regelmatig langs om te logeren. Dan spelen we vaak spelletjes.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Daar kan ik kort over zijn want dat is mijn trouwdag en de geboorte van mijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen.
En de dieptepunten?
‘Laten we het daar maar niet te veel over hebben’. Dat ik veel verdriet heb gehad om het overlijden van Jan laat zich raden. Ook mijn ouders zijn jong overleden. Mijn moeder was al enige tijd ziek toen ze op 57-jarige leeftijd stierf. Mijn vader kreeg op 64-jarige leeftijd een hartstilstand. Daarbij ben ik dus al op jonge leeftijd een broer en zus verloren.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Phoe, dat weet ik zo 1,2, 3 niet. Maar het klopt wel dat ik de laatste jaren door pech achtervolgd ben. Eerst smakte ik twee jaar geleden tegen het asfalt toen ik halverwege een rotonde stopte voor een auto. Ik stond al naast mijn fiets en maakte volgens de automobilist een mooie val want ik viel met ‘mijn hoofd omhoog’. Dat leverde mij geen hoofdletsel op inderdaad maar wel een gebroken heup.
Vorig jaar was ik al van de fiets gestapt bij de plaatselijke Plus om daar te gaan winkelen. Hoe ik vervolgens ben gevallen weet ik niet meer maar mijn elleboog bleek wel gebroken. Maar gelukkig heb ik al dat ongemak overleefd. Al moest ik met mijn gebroken heup wel zes weken revalideren in een verzorgingstehuis in Hoogezand. Ik zat op een afdeling met veel oudere, dementerende mensen om mij heen. Gelukkig kon ik wel zelfstandig naar de grote eetzaal beneden.
Dan zijn de werkverhalen bij Gerrit Koning leuker om te vertellen. Daar gebeurde altijd wel wat. En de ene verbouwing was nog niet afgerond of de volgende diende zich al weer aan. Ik weet nog dat je bij hem in het café tijdens de lichtweek een kunstkoe kon melken. Om een en ander nog echter te laten lijken hadden ze er ook een strobaal bij uitgestrooid. Dat kostte mij wel de nodige moeite om dat allemaal weer schoon te krijgen. Dat gold ook toen ze afscheid namen van een vaste bezoeker die naar Zwitserland zou gaan. Ze hadden iets gemaakt met van dat piepschuim erin, dat viel ook niet mee om op te ruimen.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Gewoon maar lekker zo doorgaan dacht ik zo. Uitgebreide vakantieplannen heb ik bijvoorbeeld niet. Ik ging vroeger vaak een week mee met Jan op de vrachtwagen en heb toen al veel landen in Europa gezien.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van. Soms werden de dingen voor mij beslist. Toen mijn moeder geopereerd moest worden, stopte ik dus noodgedwongen met school. Daar dacht je verder ook niet over na.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Nou ja, doe maar een acht. Ik heb het leven na een tegenslag elke keer wel weer op kunnen pakken. Zoveel keus heb je eigenlijk ook niet. Of je kunt op de bank blijven zitten janken maar daar word je ook niet vrolijker van. Of je kunt het leven weer proberen op te pakken, met vallen en opstaan doorgaan met leven dus. Dat laatste is mij tot dusver altijd weer gelukt.
Wilt u verder nog iets kwijt?
‘’t Het nog nooit, nog nooit zo donker west of ’t wer altied wel weer licht’!