Ik was zondagmorgen vroeg wakker, zo rond een uurtje of zeven. Na eerst het nieuws en enige socialmedia-kanalen afgestruind te hebben stond ik dik een uur later naast mijn bed. Het zonnetje scheen. Een verademing na enige dagen slechter weer en de nodige regendruppels. Een impuls om in de auto te stappen en om ergens in de omgeving te genieten van de krieken van de dag werd steeds heftiger. Na eerst Dusty nog even uitgelaten te hebben, die hier inderdaad uitgelaten op reageerde, ging ik op pad.
Ik denk dat het Jack Suiveer was die mij een dag eerder motiveerde om naar Garrelsweer te rijden. ‘Een heel mooi dorpje’, zo twitterde hij. Dat was mij vorig jaar tijdens één van mijn fietstochten ook al opgevallen. Nog opvallend groot en uitgestrekt ook, mede door de lange Stadsweg die Winneweer zo’n beetje met Appingedam verbindt.
Ik parkeerde de auto in het centrum vlakbij de Gereformeerde Kerk. Daar stonden al enige auto’s en ik zag er een verdwaalde fietser heenrijden. Ook zij maakten zich vast en zeker op voor een nieuwe livestreamverbinding om hun parochianen van geestelijk voedsel te voorzien. Normaliter pik ik ook regelmatig zo’n dienstje mee maar nu besloot ik dus om Gods schepping daadwerkelijk in het echt te bewonderen. Dat kon natuurlijk prima op zo’n mooie (begin) meizondag wanneer de natuur eindelijk tot volle wasdom komt.
Onderweg kon ik mooi nog even mijn zonden overdenken. En een ieder die hier afkeurend over denkt: ‘Gij die zonder zonde leeft, werpe de eerste steen!’. Gelukkig werd ik onderweg niet gestenigd, dat was wat geweest. Het had prima gekund want langs het Damsterdiep stonden vroeger de nodige steenfabrieken waarvan ik de laatste restanten van steenfabriek Rusthoven nog even kon bewonderen.
Maar eerst ging ik in Garrelsweer zelf op onderzoek uit. De plaats waar vroeger mijn opa en oma woonden en waar ik dus enige prille jeugdherinneringen heb liggen. Maar in de straat waarvan ik dacht dat ze er huisden zag ik verder geen aanknopingspunten meer van hun vroegere verblijfsplaats. Ook in Garrelsweer is in veertig jaar tijd dus het nodige veranderd.
Doet niets, dan maar langs het water lopen richting kanodorp Wirdum. Kano’s waren er in het water niet te ontdekken, wel een redelijk grote (pleziervaar?)boot waar de Groninger muziekknop vol opengezet was. Vrolijk wuifden de passagiers mijn kant op. Een reiger even verderop in het weiland kon dit lawaai vast niet waarderen want hij zocht zijn heil elders. Lopend langs rijwielhal Stokebrood, vervolgde ik mijn pad naar het prachtige Landgoed Ekenstein.
Daar zag ik in de vroege ochtendstond de eerste mensen op het terras zitten die echter door een bedienster vriendelijk doch dringend verzocht werden om dit paradijselijk plekje te verlaten. Het was immers nog geen twaalf uur. Ik vervolgde mijn weg langs de idyllische paden rondom het landgoed waar je heerlijk een kwartiertje rond kunt struinen. Op de terugweg deed ik borg Rusthoven nog even aan die volgens het informatiebord onlangs helemaal aardbevingsbestendig gemaakt is. Ik wilde nog even een rondje rondom het huis lopen, daarbij het prieeltje nog even meepikkend, maar het heeft er alle schijn van dat de borg inmiddels weer bewoond wordt.
Doet niets, via een landweggetje vervolgde ik mijn weg door de bosrijke omgeving en ik kwam weer in Wirdum uit. De beentjes deden zich langzaam maar zeker gelden maar gelukkig vloeide Wirdum al vrij snel over in Garrelsweer, het begin- en eindpunt van deze mooie wandeltocht van een kleine twee uur. Ik ging nog even op een bankje aan het Damsterdiep zitten, terwijl ik nog wat steenfabriekinformatie opsnoof. En de wetenschap dat het vroeger, totdat de Damsterdiep verlegd werd en het Eemskanaal steeds nadrukkelijker in beeld kwam, heel druk was in Garrelsweer dat als het ware de stad Groningen met Noord-Duitsland verbond.
Al met al een heerlijk begin van de zondag. Ik tokkelde via Wienand Hofstede, daarover later deze maand meer, en Café Winneweer van Mien terug naar huis en constateerde daar tevreden dat ik geluk had gehad. Want net nadat ik thuis achter een lekker bakkie koffie zat, vielen de eerste druppels. Klaarblijkelijk rustte er wel degelijk een zegen op deze mooie wandeltocht. De middag werd weer ouderwets doorgebracht voor de buis waar het onder andere genieten was van een weergaloze Robben. Die zich en passant ook nog even beschikbaar stelde voor het Nederlands Elftal. Met mooiere woorden kan ik dit verhaal toch niet eindigen?