Bij de Molen
Knis Beheer
KOOZAA
Huitsing & Poort
Hotel 't Gemeentehuis
De Kleine Munt

Alfred van Hall, (hoog)leraar, dijkgraaf, schrijver en dichter

Kunt u zich heel kort even voorstellen?

Ik ben op 8 juli 1947 geboren in Hattem. We woonden daar op de buitenplaats Astra, gebouwd in 1905 door mijn grootvader. Ik ben de oudste zoon uit een ondernemersgezin dat uit vijf personen bestond. Mijn vader had met zijn broer in Zwolle een grote houthandel. Ik kom uit een fijn gezin en heb een jongere broer en zus. Ik heb vroeger veel gesport en ging op 14-jarige leeftijd op hockey, om vervolgens op mijn 18e in het eerste door te breken.

Mijn studie rechten bracht mij in 1969 naar de stad Groningen. Ik woonde in een schipperswoning grenzend aan het Noorderplantsoen. In 1974 ben ik met mijn vrouw in Schouwerzijl gaan wonen, in een mooi oud huisje dat ik voor 23.000 gulden op de kop wist te tikken. Schouwerzijl bestond toen uit 97 inwoners en de dorpsoudste zei destijds tegen mij: ‘Draag er mede zorg voor dat ons inwoneraantal boven de 100 uitkomt!’. Dat is niet gelukt omdat we naar Eenrum zijn verhuisd. In de ogen van de Schouwerzijlsters stond deze plaats destijds bekend als het ‘Sodom van het Noorden’.

We woonden daar aan de Molenstraat in een oude stadsboerderij. Onze twee dochters zijn overigens in 1974 en 1975 in Schouwerzijl geboren. In 1980 diende zich in Eenrum onze eerste zoon aan. Het werk bracht mij in 1983 naar het Overijsselse Heino en in datzelfde jaar werd onze jongste zoon geboren. We woonden dichtbij mijn moeder die hier maar wat blij mee was, want mijn vader was toen al overleden. In 1992 ben ik voor het laatst verhuisd en sinds die tijd woon ik aan de Wilhelminaweg in Appingedam. Met veel plezier in een mooie woning die in 1925 in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd is.

Wat is uw burgerlijke staat?

Ik ben in 2012 hertrouwd met Netty van Steenwijk, zij is in 1958 geboren. Ik heb haar leren kennen bij het zwembad in Appingedam. Je weet inmiddels dat ik vier kinderen heb. Daarbij ben ik de trotse opa van vier kleinkinderen, in leeftijd variërend van 1 tot 19 jaar.

Wat is uw voormalig beroep?

In Hattem doorliep ik zes klassen op de lagere school maar omdat ik naar de middelbare school in Zwolle wilde, moest ik nog een kopjaar ter voorbereiding volgen, ook wel de ‘7e klas’ genoemd. Slechts 3 van de 32 leerlingen gingen hier destijds naar toe, de rest ging naar het beroepsonderwijs in Hattem. Dagelijks fietste ik van Hattem naar Zwolle, dat vond ik geen probleem. Ik heb in 1967 eindexamen gedaan en moest vervolgens eerst in militaire dienst.

Pas daarna kon ik in 1969 op 21-jarige leeftijd gaan studeren en wel aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Op de middelbare school droomde ik wel eens dat ik kinderrechter zou worden. Dat is niet zo gelopen want toen ik in 1973 klaar was met mijn studie, kon ik als leraar privaat- en publiekrecht terecht op de MEAO. En wel drie dagen op een school in Groningen en twee dagen in Leeuwarden. Ik was destijds 24 jaar toen ik voor de klas stond en gaf les aan leerlingen die soms maar een paar jaar jonger waren dan ik. Al met al heb ik tot mijn 35e met veel plezier lesgegeven. De leerlingen bleven echter dezelfde leeftijd houden terwijl ik steeds ouder werd. Het werd derhalve tijd om wat anders te gaan zoeken.

Toenmalig voorzitter van Waterschap Hunsingo, Ru Clevering uit Pieterburen, gaf mij het benodigde duwtje in de juiste richting: ‘Jij moet bij een waterschap gaan werken om je verder te ontwikkelen!’. Dat advies heb ik ter harte genomen en ik solliciteerde succesvol naar de functie van secretaris van het Waterschap Salland in het Overijsselse Raalte. Secretaris bij het waterschap is ongeveer dezelfde functie als die van gemeentesecretaris. In deze functie heb ik enorm veel over de taakuitoefening van een waterschap geleerd.

Daardoor kon ik ook een volgende stap in mijn carrière maken, ik werd in 1991 voorzitter van het Waterschap Eemszijlvest. Toen nog gevestigd in de oude kazerne in Appingedam. Ik was destijds 44 jaar. Ik combineerde deze leidinggevende functie met die van deeltijdhoogleraar in het waterrecht aan de Universiteit Utrecht. Iets waar ik de bestuursleden van Waterschap Eemszijlvest, voornamelijk bestaande uit boeren, dankbaar voor ben dat ze mij deze kans gunden. Ik gaf er colleges, deed er onderzoek en gaf presentaties over het waterschap door het hele land.

Aan vijftig studenten mocht ik jaarlijks enthousiaste praktijkverhalen vertellen vanuit mijn bestuurlijk werk. Door die verhalen ging het recht ook echt leven voor deze studenten. Als hoogleraar stond ik daadwerkelijk met de laarzen in de klei. Ik mocht meerdere functies vervullen in die tijd. Zo heb ik bijvoorbeeld in het bestuur van Natuurmonumenten gezeten en was ik commissaris bij een drinkwaterbedrijf. Ook was ik adviseur van een commissie die het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat adviseerde. Jaarlijks maakte ik zo’n 50.000 reiskilometers door heel Nederland.

Door een fusie van zes waterschappen ontstond er in 2000 een megawaterschap van maar liefst 213.000 ha, Hunze en Aa’s genaamd. Ik werd hier de 1e dijkgraaf, de nieuwe wettelijke naam van een voorzitter; het hoofdkantoor zit in Veendam. Daar was ik als sociaal dier en verbinder heel goed op mijn plaats. Ik was continu bezig om van verschillende culturen één geheel te maken. Daarbij vond ik dat één van mijn kerntaken was om de medewerkers zich gelukkig te laten voelen, want dat komt hun werkprestaties alleen maar ten goede. Ik heb hier tot 2017 met heel veel plezier gewerkt.

Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?

Ik was zeventig toen ik stopte met werken. Langer doorgaan mocht ook niet en daarbij was het goed voor de organisatie dat er een nieuwe dijkgraaf kwam. Schrijven, dichten en sporten kwamen in de plaats van werken. Ik heb sinds 2000 vijf boeken geschreven, vier psychologische romans en één non-fictie verhaal. Alle oplages van rond 1.250 stuks zijn verkocht, dus ik mag stellen dat de boeken goed ontvangen zijn.

In 2010 maakte ik de overstap naar het schrijven van dichtbundels. Ik heb er drie geschreven die in 2010, 2012 en 2018 uitkwamen. Vaak zijn mijn gedichten korte schetsjes, ontstaan uit observaties. Schrijven doe ik nog steeds. Ook bijvoorbeeld voor het magazine Blad waarvoor ik boekrecensies en columns schrijf. Na een morgen sporten, vaak mountainbike ik zo’n veertig kilometer voor de fysieke inspanning, scherp ik ’s middags de geest. Elke zaterdag plaats ik op Twitter een verhaal van zo’n 400 woorden. En elke zondag verschijnt er op hetzelfde medium een gedicht. Ik ben hier aan het begin van dit jaar mee begonnen en heb mij voorgenomen om dit minimaal een jaar vol te houden. Ik doe dit met veel toewijding en aandacht.

Dat ik dit mag doen geeft mij een enorm vrijheidsgevoel, fantastisch eigenlijk dat ik na werkweken van zo’n 60 uur niets meer hoef te doen. Wel probeer ik regelmatig mensen te bezoeken, hoewel dat in deze tijd natuurlijk niet meevalt. Tijdens mijn fietstochten ga ik bijvoorbeeld op bezoek bij zieke mensen, maar daarbij hanteer ik graag het principe ‘doe goed in stilte’. Een gevoel van ijdelheid bekruipt mij wel, wanneer mijn geschriften goed ontvangen worden maar verder ben ik niet van het ‘hebben’ maar van het ‘zijn’!

Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit uw leven?

Ik zou de vraag graag anders willen benaderen dan standaard het geval is. Natuurlijk ben ik trots op mijn kinderen, kleinkinderen, het hoogleraarschap en dat ik Officier in de Orde van Oranje Nassau ben geworden. Maar het feit dat ik een regelmatig leven leid, maakt dat ik heel tevreden ben. In tevreden zit vrede en dat geeft vrede in jezelf die je naar anderen uit kunt stralen. Wanneer je in balans bent kun je goed voor anderen zijn. Ik ben een bevoorrecht mens, nooit ziek geweest en heb nooit medicijnen hoeven slikken.

Daarbij ben ik altijd nieuwsgierig naar morgen, naar wat een nieuwe dag gaat brengen, met als kernwaardes verbazing, verwondering, verstilling en verrassing. Ik zie mij als een deelgenoot van een groter geheel. En dat kun je opsplitsen in de mensen om me heen, maar zeker ook dat ik deelgenoot ben van de onmetelijke natuur en kosmos. Ik heb geleerd om bij de dag te leven, om van uur tot uur te genieten. Ik hoop dat dit mij nog een tiental jaren op deze manier gegund is.

Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?

Ik ben als dijkgraaf beëdigd door de toenmalig Commissaris van de Koningin Henk Vonhoff. Op zijn werkkamer sprak hij de gedenkwaardige woorden: ‘Van Hall, als ervaren bestuurder zal ik je één ding leren: ‘De vis wordt op zee gevangen!’ En die boodschap heb ik altijd proberen uit te dragen. Als bestuurder moet je zorgen dat je onder de mensen bent, dat je ze opzoekt in het werkveld. Niet vanuit je ivoren toren regeren dus, maar er op uit trekken in je werkgebied!

Geniet van de kleine dingen die op je pad komen want misschien kun je achteraf wel stellen dat ze tot belangrijke zaken zijn uitgegroeid. Ik probeer voorwaarts te leven en achterwaarts te verklaren. Oftewel, je moet altijd stappen vooruit zetten en je niet laten verlammen door het verleden. Hoe ouder je wordt, hoe meer je jonge mensen op moet gaan zoeken ter ontmoeting. Zij zijn immers de spiegels van nu!

Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?

Mijn vader stimuleerde mij op 17-jarige leeftijd om naar het buitenland te gaan om daar een andere cultuur op te snuiven en een andere taal te leren. Ik kwam als scholier in het Franse Normandië bij een herenboer terecht. En na 55 jaar ga ik nog steeds twee keer per jaar die kant op om bij te praten met zijn nazaten. Daaraan heb ik qua buitenlandse reizen genoeg.

Elke morgen 40 kilometer mountainbiken leidt tot 13.000 sportieve kilometers per jaar. ’s Middags schrijven dus en ’s avonds ontspannen door bijvoorbeeld pianospel. Of goede gesprekken voeren en luisteren en leren van anderen. Meer heb ik niet nodig.

Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?

‘Angst is maar voor even, spiet veur altied’, zegt Daniël Lohues. Het leven gaat gepaard met vallen en opstaan. Je maakt fouten en misschien beschadig je onbewust mensen of doet ze verdriet. Het leven is fouten maken en er van leren. Gebutst haal je de eindstreep. Ik zie mijzelf als de lerende mens. Maar blijf niet in het verleden hangen, dat kan je een verbitterd mens maken. 

Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?

Een acht voor mijn hele leven en een tien voor het nu. Ik kan het niet beter krijgen en teken ervoor om nog een tijdje op dezelfde manier door te gaan.

Wilt u verder nog iets kwijt?

Gebruik de talenten die je zijn gegeven, leef vooruit en wees ontvankelijk voor nieuwe dingen. Durf je te verwonderen! En wees mild: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet…..’

Bert Koster
Middelstum
info@bert-koster.nl
bertkoster1@gmail.com
www.bert-koster.nl
06-51715098
0595-552405
KvK nummer: 57250278
BTW nummer: NL001445322B69