“Wil jij eigenlijk ook kinderen”? Een belangrijke vraag, die al redelijk snel gesteld werd na onze eerste ontmoeting in februari 2012 in Vita Nova. Het leven was tot dan toe erg turbulent geweest voor mij. Vermaken en vermaakt worden stond tot die tijd hoog op mijn prioriteitenlijstje. Maar ik wist zeker, dat een normaal gezinsleven, met een heel andere drukte uiteraard, voor de rust zou zorgen waar ik eigenlijk altijd wel naar verlangd heb.
Ik genoot destijds ook al met volle teugen van mijn drie nichtjes en één neefje. Uiteraard besefte ik wel dat het hebben van eigen kinderen meer inhield dan gekke grappen en de kinderen wild maken om vervolgens weer te vertrekken. Maar ja. Er zit nu eenmaal verschil tussen oom zijn, en vader! Mijn antwoord was dan ook volmondig ja! En, uiteraard, ook van Jessica was het altijd al een grote droom geweest. “Het liefst voor mijn 25e”. Ik grapte toen nog dat we dan geen tijd te verliezen hadden en dat ze maar snel moest langskomen…
Inmiddels kregen we verkering, bestelden we vijf maanden later nieuwe meubels en woonden we zeven maanden later samen. We hadden het er regelmatig over, hoe het zou zijn als we een kindje zouden krijgen. Na zestien maanden verkering wisten we het zeker: we willen graag een kindje!
Er werd vroeger wel eens gezegd: “Je hebt het eerder dan de honderduizend”. De voorlichtingen op school waren ook vaak ter voorkoming van een zwangerschap geweest. Dus, zo moeilijk zou het niet zijn. Ook als je om je heen kijkt moet het toch niet zo moeilijk zijn? Vrienden en familieleden die ogenschijnlijk zonder problemen gezonde kindertjes op de wereld zetten. Het lijkt de normaalste zaak van de wereld.
De kinderwens was groot, dus toch maar eens naar de huisarts. De huisarts kan pas na een jaar doorverwijzen dus met wat handige tips eerst maar weer naar huis. De teleurstelling wordt iedere maand wat groter en je begint uit te kijken naar de doorverwijzing naar de gyneacoloog.
Die afspraak begint thuis al. Een vragenlijst moet ingevuld worden. Ze willen van alles van je weten, maar ook over je familie. Om daar goed antwoord op te kunnen geven moet je de vragenlijst toch wel even voorleggen aan je ouders, want in het ziekenhuis willen ze graag van de hoed en de rand weten. Aan de ene kant gepaste trots omdat je laat zien dat wat je heel graag wil nog niet lukt en bespreekbaar maakt, maar aan de andere kant is de verrassing “van het misschien opnieuw opa en oma worden” er dan wel een beetje af.
Spannend is het zeker, wanneer je voor het eerst de auto parkeert in de parkeergarage van het Martiniziekenhuis. “Wat nu als mensen ons zien”. Gevoelsmatig valt het doel van je bezoek af te lezen aan je gezicht. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Het ziekenhuis is zo groot. Iedereen loopt daar met z’n eigen probleempje. Maar toch. Het was het eerste loopje van, naar later bleek vele, vanaf de parkeergarage naar de afdeling Gynaecologie.
Die zit op de 2e verdieping, dus even een stukje met de lift. Dan wordt het spannend. Want er staan meerdere mensen in de lift. Die zien ons uitstappen op de “roze” afdeling. “Wat zullen ze wel niet denken”, gaat er even door je heen. Je wandelt de kinderafdeling over en daarachter, daar zit de afdeling Gynaecologie. Ik kijk verbaasd om mij heen. Een wachtkamer vol. Maar niet alleen met jonge mensen, zoals wij. Een gemêleerd gezelschap zit daar te wachten op haar afspraak.
Ik had altijd gedacht dat de afdeling waar wij terecht waren gekomen alleen voor zwangeren, pas bevallenen en mensen met een zwangerschapswens was. Maar, er gebeurt daar veel meer! Het stemde mij ook wel gerust. Want dan konden ze aan ons niet zien waarom wij daar waren. Maar toch. Je hoopt geen bekenden tegen te komen. Ai. Toch wel. En nog uit ons mooie Middelstum ook. En ook nog eens vrienden van vrienden. Ai. En dat vlak voor de jaarwisseling. Dat wordt een spannend Oud en Nieuw. Zullen ze iets verteld hebben? Maar nee. Een soort van erecode: what happens op de 2e verdieping aan de linkerkant, stays op de 2e verdieping aan de linkerkant.
Het leek uren te duren voor we aan de beurt waren. Maar uiteindelijk was het eerste onderzoek een feit… En dat was spannend! Een glaasje “Limo”, zoals de gynaecoloog het noemde was nodig om mij op de been te houden, maar het lukte.
Vele onderzoeken, maar nog veel meer bezoekjes zouden daarna volgen. Strategieën werden uitgezet door het team van deskundigen. Ondertussen was onze grootste wens niet meer stil te houden. Steeds meer mensen vertelden we dat we heel graag vader en moeder zouden willen worden, maar dat het ons tot dan toe nog niet gegeven was. Hoe meer mensen we het vertelden, hoe meer we er achter kwamen dat we absoluut niet de enige waren.
Dat zagen we in het ziekenhuis natuurlijk ook. Op een gegeven moment weet je precies welke gynaecoloog er zit om aan onvervulde kinderwensen te werken, en welke gynaecoloog andere belangrijke onderzoeken uitvoert. Het viel ons op dat veel mensen die wij spraken over onze kinderwens ook weer mensen kenden die met hetzelfde probleem worstelen. Het sterkt je te weten dat je niet de enige bent. Het sterkt je ook, als je af en toe een succesverhaal hoort. Het kan dus wel!
De eerste jaren klinkt het als een taboe. Maar wat is het fijn om er op een gegeven moment open en eerlijk over te kunnen praten. Je hangt het nog steeds niet snel aan de grote klok. Maar toch. Het is ook praktisch als mensen het weten. Je moet regelmatig even vrij nemen van je werk. Want het proces laat zich niet leiden door agenda’s.
De wetenschap weet veel en ze kunnen heel veel zien. Maar zwanger worden is wel zo ontzettend complex, dat ze er meer niet van weten, dan wel. Wij zijn op zoek gegaan naar aanvullingen op de wetenschap. Voedingsconsulentes en een acupuncturist kwamen er aan te pas, om tot een maximaal resultaat te komen. Helaas blijft het ongrijpbaar. Het is raar om geen vat te krijgen op de situatie. Normaal als je iets wil, dan werk je naar dat doel toe om het te bereiken. Gaat het niet linksom, dan maar rechtsom, maar uiteindelijk bereik je je doel. Dat moet je wel even loslaten. Vragen naar verklaringen waar geen antwoorden op zijn is ook moeilijk.
Ondertussen draait de wereld door. Hebben we vijf prachtige nichtjes en drie neefjes. Daar halen we veel plezier en kracht uit. Kracht om door te gaan. Want mentaal is het een zwaar traject. Maand op maand een teleurstelling verwerken en toch maar hoop proberen te houden. Om je heen lijkt alles door te gaan. Op Facebook komen vele zwangerschapsbuiken voorbij. Je bent echt blij en gelukkig voor diegene. Want je weet als geen ander wat het is om het niet mee te mogen maken. En misschien ging het bij hun ook wel niet vanzelf. De teller tikt ook door. Immers. Het aantal behandelingen is niet ongelimiteerd. Iedere keer schuif je een fase op. Ik snap dat ook wel.
Dan komt het onvermijdelijke gesprek. De behandelingen in het Martiniziekenhuis zitten er op. We gaan de laatste fase in: IVF. Wooh. Klinkt heftig. Een beetje alles of niets. En omdat het alles of niets is, willen we er ook helemaal klaar voor zijn. We moeten goed in ons vel zitten, alle mogelijke vormen van stress probeer je zoveel mogelijk te voorkomen. Er zat daardoor een jaar tussen het uitbehandeld zijn in het Martiniziekenhuis en de start van het IVF Traject in een fertiliteitskliniek.
Ik zou het wat rustiger aandoen, en Jessica zou afgestudeerd zijn. Gedwongen door de corona kreeg ik het ook veel rustiger en Jessica slaagde voor haar opleiding. We konden dus starten in de zomer van 2020. We hebben dat tussenjaar ook gebruikt om te kijken waar we het IVF traject wilden starten. Uiteraard hadden we veel gehoord over successen in Duitsland en België. Maar ook over het UMCG hadden we goede dingen gehoord.
Ik moest terugdenken aan mijn rijinstructeur, vlak voor het autorijexamen. Ik vroeg hem wie mijn examinator was. Hij noemde zijn naam. En ik zeg, die ken ik niet. “Hoe vaak heb je al examen gedaan”, vroeg hij. “Nog nooit”, zei ik. “Maar ik hoor wel eens wat namen vallen van andere examenkandidaten”. “Laat je daar niet door leiden. Want als iemand bij een examinator slaagt, is het een geweldige vent. Maar zakt iemand bij de persoon, dan is het een lul”. Een waarheid die voor deze beslissing ook geldt.
Uiteindelijk hebben wij gekozen voor een gespecialiseerde fertiliteitskliniek in Wolvega. Niet zo exotisch als Duitsland of België maar voor Groningers toch een beetje buitenland. Voor ons een bewuste keuze. Niet om andere instanties te kort te doen, maar in de 6 voorgaande jaren hadden we 1 ding geleerd: geen lichaam is hetzelfde, geen stel is hetzelfde, geen aanpak is dus gelijk. Iets verder kijken dan de wetenschap bewezen heeft. Wat moet er gebeuren om in dit specifieke geval een goed resultaat te krijgen? Wij hadden het idee dat ze daar heel erg mee bezig waren. Ons lot in Friese handen.
Een bijzonder traject volgde. Wederom de gebruikelijke checks, veel hormonale toedieningen, een aantal maanden leven als een non, zonder al te veel alcohol om maar niets aan het toeval over te laten. Tijdens het proces kleine aanpassingen aan de medicatie, met uiteindelijk een “goede oogst” op vrijdag als gevolg. Een weekend van samensmelten volgde, met als resultaat het terugplaatsen van een inmiddels 8 cellige embryo. Een bijzonder moment.
Spannende weken volgden. Want eigenlijk mochten we pas twee week later testen. Naja. Een dag eerder mocht ook wel. Het protocol kenden we inmiddels. Maar toch voor de zekerheid de bijsluiter er nog even bij. Over het resultaat kon geen twijfel bestaan! Na 7 jaren negatieve uitslagen eindelijk ZWANGER 2-3 weken…
De aanhouder wint? Ja en nee. Je moet als stel erg sterk in je schoenen staan om dit hele traject te doorlopen. Er wordt veel van je gevraagd. Je bent er veel mee bezig. Het is ook confronterend. In mei en juni zie je de Moeder- en Vaderdagberichten voorbij komen. Tuurlijk. Dat gaan wij waarschijnlijk ook doen want we zijn supertrots en blij. Maar als je het zelf heel graag wil, maar het wordt je maar niet gegeven. Dan vreet dat aan je.
De behandelingen die je moet doorstaan, vergen ook veel van je. En dan? Win je altijd? Nee. Er zijn vele stellen die hetzelfde traject doorlopen en dan uiteindelijk te horen moeten krijgen dat het er voor hen niet inzit. Geen verklaring. Want waar het misgaat? Niemand die het weet. Het is en blijft een enorm wonder als het lukt!
Wij hebben besloten om ons verhaal op deze manier te vertellen. We merkten de afgelopen jaren dat er nog steeds een taboesfeer hangt om het niet kunnen krijgen van kinderen. Hoe meer dat taboe verdween en met hoe meer mensen we het er over konden hebben, hoe zachter de pijn werd. Want we bleken niet de enige te zijn. Sterker nog: het worden er steeds meer. Er was een jaar dat alleen al het Martiniziekenhuis driehonderd extra aanvragen had gekregen! Dan weet je, dat je niet alleen staat, maar dat je het van elkaar niet weet.
Je hebt het eerder dan de honderdduizend. Dat is in ons geval nog steeds waar. We kijken er naar uit om ons wondertje van Wolvega in de armen te sluiten. We kunnen niet wachten maar moeten nog even tot ongeveer begin juli geduld hebben. Maar ja. Na 7 jaar wachten, kunnen die laatste paar maanden er ook nog wel bij! Wij hopen dat iedereen die dat heel graag wil ook uiteindelijk hetzelfde mag mee maken als wij nu.
Peter en Jessica