We zijn nog niet van de lockdown af dus qua nieuwe avonturen en activiteiten valt er niet veel te melden vanaf de Berkenlaan. Gelukkig zijn daar de herinneringen nog en mijn hersens zijn nog steeds bereid mee te helpen en te denken om deze op papier te krijgen. Na een drieluik over de lagere school volgt thans een duale bijdrage vanuit de MAVO in Middelstum. Destijds in de tachtiger jaren gelegen aan de Zuiderstraat in Middelstum, daar waar nu WIJland fonkelt.
Mooi dicht bij huis dus, moet ik destijds gedacht hebben. En dat was ook precies mijn insteek want ik had gerust naar het Wessel Gansfort College in Groningen gekund, naar de HAVO dus. Maar net als mijn broers en zussen en zoals veel Middelstummer jeugd uit die tijd bleef ik liever in eigen dorp. Nu terugkijkend kan ik twee dingen concluderen. Allereerst dat ik op de MAVO het leren geleerd heb en heel veel achtergrondinformatie vergaard heb. Waardoor ik het op de HAVO en het HBO alleen maar makkelijker kreeg en minder tijd aan school hoefde te besteden.
Want het waren lange lesdagen en dus ook weken kan ik u vertellen. Volgens mij begonnen we rond half negen en we eindigden vaak ergens tussen drie en half vijf. En dan stond de agenda vervolgens vol met huiswerk. Man, ‘werkweken’ van veertig, vijftig uur heb ik voor mijn gevoel wel gedraaid. Mede ingegeven door mijn onzekere inborst en de wil om de beste van de klas te zijn. Waarom toch? Die vraag heb ik mij later vaak gesteld.
Ik zie mij nog onzeker rondlopen tijdens die eerste dagen. Op de lagere school behoorde je uiteindelijk tot de oudste lichting waartegen op gekeken werd. Op de MAVO begon je gewoon weer als brugpieper natuurlijk. Ik zie mij nog naar school fietsen met een dikke bruinen leren tas achterop de pakjedrager. Die zwaar aanvoelde wanneer je hem onder je armen nam. Met de zelf uitgekozen popagenda in het voorste vakje waarin naast het huiswerk ook mooie voetbaluitslagen van jezelf en in mijn geval AJAX gekalkt werden.
Wat was het een bijzondere tijd. Met wis-, natuur- en scheikunde van meester De Graaff. In zijn klas waren de gordijnen altijd gesloten. Een enkele keer sneed een sprankje hoop in de vorm van een lichtstraal naar binnen. Als Lammert de klas binnenkwam, verstomde het geruis terstond. Vol overgave en luid en duidelijk articulerend, soms met nadrukkelijke handgebaren ondersteund, wijdde hij ons in de wondere wereld van Phytagoras en zijn vriendjes.
Strebertje als ik was, ging ik altijd voor minimaal een acht. Anders was leiden in last. Eenmaal had ik tijdens een proefwerk wiskunde een slechte dag. Ik zal De Graaf zijn glimlach, hoogst zeldzaam in die tijd, nooit vergeten toen hij mij de uitwerking ter controle teruggaf. Er pronkte pontificaal een vijf op het papier en heel eventjes stortte mijn wereld in. Tijdens een proefwerk scheikunde, het ging over het oplossen van reactievergelijkingen, kreeg ik ook een blackout. Die wist ik net op tijd te pareren waardoor ik alsnog een 7,5 wist te scoren. Voor mijn doen magertjes maar ik tekende er voor…..
Jan Koops was ook een strenge broeder, daar moest je niet te veel ongein bij uithalen. Naast leraar Duits en Biologie, en misschien ook nog wel aardrijkskunde, was hij destijds voorzitter van de VV Middelstum. Ik kwam hem dus bijna alle dagen van de week wel tegen. Volgens de overleveringen konden de Duitse leraren op de vervolgopleidingen precies de leerlingen er uit halen die les van meester Koops hadden genoten. Die hadden direct al een voorsprong op de rest. Mit, nach, bei, seit, von zu, auBer, aus, gegenüber, der, des, das…. Zo maar waar rijtjes die bij prompt te binnen schieten. De biologielessen waarin de seksuele voorlichting centraal stond, bewaren we nog maar even voor het volgende verhaal. Daarvoor waren we toen natuurlijk nog te jong.
Frans van juffrouw Rafaella, dat was ook altijd wat. De taal die mij helemaal niets zei en die ik ook direct liet vallen zodra ik de kans kreeg. Hoezeer zij als de lerares met haar zwoele stem ook haar best deed om ons te enthousiasmeren. Nee, de gymlessen van meester Verkerk, daar werd ik veel vrolijker van. Was meester Zuidhof van het slagballen op de lagere school, Verkerk leerde ons volleyballen. En wel zo goed dat we als eerste klassers tijdens het schooltoernooi klas vier de vuur aan de schenen legden. Daar werd destijds bewonderend op gereageerd in de volle sporthal aan de Coendersweg.
Mooie herinneringen wisselen zich af met mindere. Want wat was het soms druk. ’s Avonds en zelfs in de weekenden zat ik in mijn boeken om huiswerk te maken en proefwerken en schriftelijke overhoringen te leren. En je kon je huiswerk maar beter maken en bijhouden want soms kreeg je in de klas maar zo een onverwachte mondelinge overhoring. Gelukkig kon ik vaak complete teksten opdreunen, zonder zelfs maar te weten waar het precies over ging. En zo kabbelden de eerste twee jaren voorbij. Volgende week ging we verder met klas drie, waarin veel boeken gelezen moesten worden voor de literatuurlijst, en het eindexamenjaar…..