Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn officiële naam luidt Eppo Jozephus Beereboom, roepnaam Eppo. Jozephus is een echte familienaam, we zijn er aan gehecht. Mijn vader had al de initialen EJB en mijn zoon en kleinzoon ook. Ik ben op 11 februari 1955 geboren in het Rooms Katholieke Ziekenhuis in Groningen. Verder heb ik de rest van mijn leven, op een uitstapje bij de marine en mijn dienstplicht na, in Uithuizen gewoond. Ik kom uit een gezin van zes kinderen. Ik ben nummer vier maar als eerste zoon wel stamhouder.
Ik kom uit een echt ondernemersgezin. Mijn ouders hadden een winkel in bruin- en witgoed, tegenwoordig zou zoiets een elektronicazaak heten. Pa had het druk met de verkoop, moeder verzorgde vaak demonstraties bij de mensen thuis om uitleg te geven over het desbetreffende aangeschafte apparaat. Ik heb dus altijd in Uithuizen gewoond, in totaal op vijf verschillende plekken. Vanaf mijn 15e woon ik in de Wilgenbos, de straat waar we in 1977 onze eigen huis gebouwd hebben. Deze wordt nu versterkt. En omdat we onze winkelpand net verkocht hebben moeten we nog ongeveer een half jaartje overbruggen in een klein arbeiderswoninkje in de polder hier even verderop.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1978 getrouwd met Hilly Folgerts. Ik heb haar in 1972 leren kennen in de trein. We zaten vaak met een clubje vrienden bij elkaar en dan werd er onderling wel gekletst natuurlijk. Via een vriendin van Hilly heb ik haar gevraagd of ze een keer met mij op stap wilde. En dat leidde dus uiteindelijk in 1978 tot ons huwelijk.
In 1984 werd onze dochter Josine geboren. Ze woont met haar man Henri vlakbij ons in Uithuizen en ze hebben twee zoons. Onze zoon Jort woont samen met Wendy in Drachten en hebben onlangs ook een zoon gekregen. Dat maakt ons trotse opa en oma van drie kleinzoons, in leeftijd variërend van nul tot vijf jaar.
Wat is uw voormalig beroep?
Op de lagere school in Uithuizen wist ik nog niet goed wat te worden, wel dat het iets met de handel moest zijn. Ik ging twee jaar naar de LTS in Uithuizen en omdat ze daar geen elektronica in het lespakket hadden, vervolgde ik mijn opleiding aan de Prins Bernard school in Groningen. Ik kreeg al jong als tip mee om richting de elektronica te gaan want daar zou altijd werk in zijn. Na mijn diplomering ging ik eerst bij Radio Bolt aan het werk. Daar kwam ik er achter dat de elektronica niet echt mijn ding was.
Ik meldde mij aan bij de marine maar moest nog even wachten voordat ik opgeroepen werd. In die tussentijd leerde ik Hilly kennen. Ik zou bij de marine op wereldreis gaan maar door de verkering had ik daar niet zo veel zin meer in. Na drie maand opleiding had je de keus om te stoppen en ik ben niet doorgegaan. Toen ik op een vrijdag thuiskwam, zei mijn moeder tegen mij dat ik wel bij de firma Paping aan het werk kon. Deze twee broers hadden een modehuis in Uithuizen en Herman wist dat ik bij huis zou komen. De (handels)naam Beereboom was bekend in de regio, vandaar dat de gebroeders er wel oren naar hadden dat ik bij ze aan het werk zou gaan.
Ik weet nog dat ik mij op een dinsdag om 09.00 uur in de winkel meldde en binnen een uur was ik straalverliefd op het werk. Ik heb al met al zes jaar bij Paping gewerkt en in die tijd vervulde ik ook mijn diensttijd. ’s Weekends was ik echter in de winkel aan het werk. Het verkopen zat in mijn bloed en in de avonduren heb ik diverse diploma’s gehaald, waaronder mijn middenstandsdiploma. Ik voelde mij als een vis in het water en vooral Herman leerde mij de fijne kneepjes van het verkoopvak. Ik ging mee inkopen doen in Hoevelaken en Amsterdam maar ook in Düsseldorf en Köln.
Herman zei direct in het begin al tegen mij: ‘Du bist gain blievertje!’. Waarmee hij bedoelde dat ik ooit voor mijzelf zou beginnen. Toen de broers zakelijk gezien uit elkaar gingen, kreeg hij gelijk. Ik ben in de zomer van 1981 gestopt bij Paping en betrad in september van hetzelfde jaar een winkelruimte bij Moorloch’s Meelfabriek waar ik 80 m2 verkoopruimte tot mijn beschikking had. Aan de Hoofdstraat 178 zat vroeger namelijk textielwinkel Buikema. Ik verkocht daar in het begin alleen maar dameskleding maar toch groeide de winkel binnen een aantal jaren uit de voegen.
In 1986 kwam dit winkelpand aan de Hoofdstraat 115 vrij. Vroeger zat hier een supermarkt. Van 80 m2 gingen we naar 180 m2 en naast dames- verkochten we nu ook herenkleding. Dit ging zo goed dat we er in 1995 een stuk bij aangebouwd hebben. We hadden nu 350 m2 verkoopruimte tot onze beschikking. Hilly was van oorsprong ziekenverzorgster maar is hiermee in 1983 gestopt. In de jaren erna hielp ze mij steeds meer mee in de winkel en in 1995 runden we de zaak met zijn tweeën.
Dat was geen overbodige luxe want ik kreeg steeds meer rugklachten. Na langdurig onderzoek in verschillende ziekenhuizen werd uiteindelijk de diagnose botontkalking vastgesteld. De rugklachten kwamen waarschijnlijk voort uit een genetische afwijking. Sinds die tijd ben ik nooit meer actief geweest op de winkelvloer, dat werd Hilly haar werk. Zelf had ik een kantoor aan huis en het geluk dat ik bevriend was met iemand die mij helemaal wegwijs kon maken in de computerwereld. De inkoop en administratie, het opstellen van advertenties, ik kon het allemaal vanuit huis doen.
Hilly en ik vulden elkaar op deze manier perfect aan. Tijdens open dagen was ik wel in de winkel te vinden en voerde vanaf de koffietafel mooie gesprekken met veel van onze klanten. In maart 2020 kwam na bijna veertig jaar Beereboom Dames- en Herenmode een eind aan ons bedrijf. We zijn door het coronagebeuren één week eerder dichtgegaan. We hebben het gered met zijn tweetjes en kijken met veel voldoening op onze winkeltijd terug. Ook onze kinderen hebben vaak meegeholpen tijdens hun vakanties.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Van een zwart gat is geen sprake hoor. We hebben het druk met onze verbouwing en straks dus met de tijdelijke verhuizing. We genieten van de kleinkinderen en ik trek er regelmatig met de scooter op uit in de polder. Ook ben ik vaak achter de computer te vinden. Je kunt gerust stellen dat we soms tijd tekort hebben.
Ik zit niet meer in het verenigingsleven. Vroeger heb ik jarenlang met veel plezier toneel gespeeld en ik ben enige jaren voorzitter geweest van de ondernemingsvereniging van Uithuizermeeden.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Naast mijn trouwdag en de geboorte van de kinderen en kleinkinderen, hebben we ook op zakelijk gebied mooie hoogtepunten mogen beleven. Het starten van een eigen bedrijf in 1981 bijvoorbeeld. En daarna in 1986 de verhuizing naar een groter pand aan de Hoofdstraat 115. Die we qua verkoopoppervlak in 1995 bijna verdubbeld hebben.
We hadden een warme band met onze klantenkring en de lokale bevolking die ons tijdens speciale open- en openingsdagen massaal wisten te vinden. Met heel veel mensen hebben we lief en leed gedeeld, dat geldt ook voor het fijne personeel dat in de loop der jaren bij ons gewerkt heeft.
En de dieptepunten?
Dat ik in 1995 ziek ben geworden. Maar ik heb hierin met vallen en opstaan mijn weg gevonden. Bij ons is het glas halfvol in plaats van halfleeg en mede daardoor kunnen we in tevredenheid terugkijken.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
We hebben heel veel bijzondere dingen meegemaakt met onze klanten. Maar met die verhalen treden we niet naar buiten. Ons klantenkring breidde zich in de loop der jaren steeds verder uit. Ze kwamen uit het hele gebied tussen Zoutkamp en Delfzijl en soms zelfs vanuit Groningen en Roden om onze winkel te bezoeken. Geweldig toch?!
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Met mijn zoon Jort deel ik de fascinatie voor de periode rondom WOII. Ik ben bijvoorbeeld met hem naar Auschwitz geweest. Een bezoek dat heel veel indruk op ons gemaakt heeft. Ik sluit niet uit dat we er met zijn tweeën nogmaals op uit trekken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik denk dat ik dezelfde weg weer zou bewandelen, als ik mijn leven over zou moeten doen. Ik heb dus nergens spijt van.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een ruime acht, ik kan tevreden omkijken. Wat we bereikt hebben met ons tweeën, hoe we onze dromen handen en voeten gegeven hebben. En dat we de zaak gezamenlijk hebben kunnen afsluiten. Dik in orde zo.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik kijk altijd naar wat ik nog wel kan, weer die vergelijking met de halfvolle glas dus. ‘Begin de dag met een dansje’, dat zongen we vroeger ‘s morgensvroeg wel eens met onze kinderen. Ik geniet van iedere dag en dat bevalt een stuk beter dan verzuurd terug te moeten kijken….