Daar fietst hij. Kromgebogen over het stuur. De wangen rood, in zijn strijd tegen de frisse voorjaarsbries. Zijn koude handen worden beschermd door plastic handschoenen. De vierkante box op de bagagedrager gevuld met twee patat speciaal, drie kroketten en een Vitaburger. Aangekomen bij de klant zwaait de voordeur al open. De pinautomaat uit de binnenzak. Het bankpasje zweeft er op veilige afstand voorlangs. Een bliepje. Twee papieren tasjes worden een meter voor de deur op de grond neergezet. Bonnummer 64 is Corona-proof bezorgd.
Alles zou anders worden, hadden Mark en Irma ons uitgelegd. Nederland moest intelligent ‘op slot’. Kinderen online naar school, boodschappen via het web. Openbare gelegenheden dicht, ook de horeca. Een spontane daghap bij Brouwers, een patatje bij Vita of een drankje op het terras van Herberg in de Valk: het was plotseling allemaal verleden tijd.
Ook het dorp knijpt de billen bij elkaar. Wat staat ons hier te wachten? Zou de Brabantse onheilstijding ook onze kant op komen? Niemand die het weet of durft te voorspellen. Plots wordt het heel spannend: is er genoeg wc-papier bij de Plus? Gelukkig houdt iedereen op tijd het hoofd koel. Een nieuwe werkelijkheid is geboren. Maar hoe verder?
Elke crisis opent nieuwe deuren: ineens liggen er verse maaltijden van Everts Partycatering in de koeling van de bakker. En zo vieren we de 65-jarige verjaardag van schoonmoeders met een driegangenmenu uit een plastic bakje. Ieder aan een hoek van de eettafel, elke 7 minuten wachtend op de volgende ping van de magnetron.
Ook Koningsdag komt. Het blijft stil in het dorp zonder DJ Eling, Peter Zuidhof of Sieme op het plein. Geen broodjes hamburger en een biertje in beide handen. De Corona-editie van 2020 wordt op anderhalve meter aan de keukentafel gevierd. De daghap van Brouwers die we laten bezorgen verlicht het gemis aan de echte dorpsgezelligheid, maar toch…
Tijdens de volgende weken rijdt de patatauto van Vita regelmatig de oprit op. Patat en kroketten worden keurig conform het Coronaprotocol bezorgd. Ondertussen wijzen Mark en Irma ons voorzichtig de route uit de crisis. Anderhalve meter blijft het devies. De basisscholen mogen weer voorzichtig open, mits de ouders zich niet in de school vertonen. Een bezoekje aan het ziekenhuis vertoont veel gelijkenis met het inchecken op Schiphol voor de vakantie: wachtrijen voor de incheckbalies en een leger beveiliging bij de deur. Maar het mag weer.
Het nieuwe winkelen wordt steeds meer routine. Met een ontsmet karretje andere klanten ontwijken in smalle gangpaden lukt aardig. En wc-papier blijkt er in overvloed te zijn. Misschien waren we toch iets te bezorgd…?
Mark en Irma vinden dat we het goed doen, al blijven ze hameren op onze eigen verantwoordelijkheid. Op 19 mei komt het verlossende woord: Vanaf 2 juni mag de horeca weer voorzichtig open. Alles zal anders zijn dan vroeger: de sleutel ligt op anderhalve meter afstand.
Nog eenmaal komt de bestelauto van Vita onze oprit oprijden. Nog eenmaal wordt het tasje op de stoep gezet. En we beseffen: dit zou een historisch moment kunnen zijn. Mark en Irma geven ons het vertrouwen om zelf de draad weer op te pakken.
De berichtgeving over het officiële heropeningsfeest volgt snel: vrijdag 5 juni is de grote avond, en we mogen erbij zijn! De spanning stijgt met de dag. En met de spanning ook de twijfel. Wat als alles echt anders is, zoals Mark en Irma hadden voorspeld? Hoe ziet de horeca 2.0 eruit? Leidt anderhalve meter niet tot ongewenste afstand in de sfeer en de gezelligheid? Welk menu krijgen we in de nieuwe werkelijkheid voorgeschoteld? En hoe spreek je ‘Varkenshaas Streaky Bacon’ uit door een mondkapje?
We gaan op de fiets. Ruim een half uur te vroeg. Kromgebogen over het stuur, tegen de straffe oostenwind in. De wangen rood van spanning en opwinding. In de verte doemt de bekende gevel op. Bij binnenkomst valt het meteen op: het interieur heeft een flinke opknapbeurt gehad. Een nieuw plafond. Een schemerlamp waar sexy benen uitsteken brandt in de hoek waar voor de Corona-crisis een filmlamp stond. En er staan minder tafels. Maar gelukkig: veel vertrouwde gezichten. En de bekende muziek.
En daar ligt ze dan: vredig op haar warme bed. De zachtgebakken champignons veilig verstopt onder haar romige dekentje van gesmolten kaas. Twee glanzend rode aardbeien dicht tegen zich aangedrukt: De Schnitzel-a-la-Es. Ze heeft de crisis heelhuids overleefd. Gouden damp lijkt omhoog te stijgen van het bord. Het wordt stil aan tafel. “Ik heb je gemist”, fluister ik zacht. Ze zwijgt, maar kijkt me verleidelijk aan. “Het is goed”, lijkt ze te zeggen, “waarom was je zo bezorgd…?”