Het coronavirus heeft vrijwel de hele wereld alweer een aantal weken flink in zijn greep. Je kunt geen krant openslaan of talkshow voorbij zappen of het gaat erover. En daardoor is het bijna niet meer voor te stellen dat we nog geen zeven weken geleden in het vliegtuig stapten richting Lapland.
Een paar jaar geleden bedachten mijn beste vriendin Marieke en ik dat we wel eens een bijzonder tripje wilden maken. Geen zonvakantie naar Italië of Griekenland of een leuk stedentripje, maar echt eens iets anders. En daar wilden we best een tijdje voor sparen. Zo ontstond het idee: “Als we dertig zijn gaan we naar Lapland!”.
Elke maand spaarden we braaf de nodige euro’s, we vierden allebei onze dertigste verjaardag en inmiddels hadden onze mannen ook hun interesse laten blijken om mee te gaan die kant op. Hoe meer zielen hoe meer vreugd, dus boekten we ruim een half jaar geleden vier tickets naar het Finse gedeelte van Lapland (Lapland is geen land, maar een streek in de noorderlijkste gedeelten van Zweden, Noorwegen, Finland en Rusland).
Begin maart was het eindelijk zover en verzamelden we op Schiphol voor de vlucht naar – ik had er zelf nooit eerder van gehoord – Kuusamo. Het coronavirus had Nederland nog niet bereikt en in Finland was slechts één geval bekend, dus er was geen enkele twijfel of we zouden gaan.
Min 26ºC
Dat het koud zou worden was ons wel duidelijk, maar hoe voelt 20 graden onder nul aan? En hoe kleed je je daar op? Ik ben een verschrikkelijke koukleum – zelfs tijdens de zachte Nederlandse winters – dus van tevoren hadden we allerlei thermo-ondergoed, warme laarzen, handschoenen en mutsen aangeschaft en dat bleek niet overbodig. Toen we op het vliegveld aankwamen tikten we gelijk de min 22 graden aan.
Ik voelde de binnenkant van mijn neus echt een beetje bevriezen, nogal een gekke gewaarwording. Terwijl we in de bus zaten van het vliegveld naar het dorpje waar we zouden verblijven, zagen we het wonderschone landschap aan ons voorbij trekken. Overal lag een heel dik pak sneeuw en de meren (die je daar nogal veel hebt) waren allemaal bevroren.
Huskeytocht
Als je in Lapland bent hoort een tochtje met huskeys er eigenlijk wel bij. Op dag 2 kwamen we aan op een heuse huskeyboerderij waar we eerst de nodige instructies kregen. Je zit met z’n tweeën in een slee met zes honden ervoor. En ze konden niet wachten om met ons op pad te gaan. Tijdens de tocht staat de ene persoon achterop de slee te sturen, de andere zit in het bakje met een lekker warm dekentje over. Het was echt een waanzinnige ervaring en een van de tofste dingen die ik ooit heb gedaan.
Noorderlicht
Eén van de redenen dat we naar Lapland wilden, was om het Noorderlicht te zien. Die knalgroene luchten leken ons fantastisch. Van tevoren was ons verteld dat ze ons niet 100 procent konden garanderen dat we dit unieke verschijnsel zouden zien. Ik dacht vooral: ja, dat zeggen ze natuurlijk voor de zekerheid voor die enkele keer dat het door zware bewolking niet te zien is. Maar wat ik niet wist is dat je echt op jacht moet gaan om het te zien.
Er bestaan allerlei apps waarmee per 5 minuten wordt aangegeven hoeveel kans je hebt om het Noorderlicht te spotten. Er zijn allerlei omstandigheden die precies goed moeten vallen. De eerste avond gaf de app aan dat er nul procent kans was om het Noorderlicht te zien. De tweede avond steeg het naar twee procent, dus wij als een gek naar buiten en naar het bevroren meer vlakbij ons huisje. Hoe lang we ook naar boven tuurden, er was niks te zien.
Het zou ons niet overkomen dat we naar Lapland waren geweest en dat we het Noorderlicht niet hadden gezien? En dus tuurden we de derde avond elke 10 minuten in de app en gelukkig zagen we de percentages elke keer steeds een beetje stijgen. Dus we kleedden ons weer warm aan, liepen naar het meer en tuurden en tuurden naar boven. En opeens was het raak. De lucht kleurde eindelijk groen! Voor we het wisten was het ook weer voorbij. Maar we hadden het gezien!
Beer op het menu
De laatste avond zijn we bij een traditioneel familierestaurant gaan eten. De bediening sprak – in tegenstelling tot vrijwel alle andere Finnen die we tegenkwamen – geen woord Engels. Maar gelukkig was de menukaart wel vertaald. En voor 80 euro kon je een berenbiefstuk bestellen. Er werd door sommige tafelgenoten nog even getwijfeld, maar uiteindelijk paste toch iedereen daarvoor. Maar het vlees van de eland en het rendier kwam wel op tafel en dat was echt overheerlijk!
Aanrader
Het zal vast nog even duren voordat het coronatijdperk voorbij is, al het vliegverkeer weer op gang komt en we weer op vakantie kunnen. Maar mocht je de kans hebben dan zou ik zeker een keer een tripje naar Lapland boeken.
En tot die tijd kun je alvast sparen, want goedkoop is het allesbehalve. Tien euro voor een biertje is daar bijvoorbeeld heel normaal. Maar het was het dubbel en dwars waard, wat een waanzinnig mooie bestemming en het was heerlijk om weer eens échte winterse temperaturen te voelen.