Eigenlijk werd ik geïnspireerd door mijn oudste bonusdochter die haar nieuwe vriendje meenam naar Noordpolderzijl voor het aanschouwen van een mooie zonsondergang. Noordpolderzijl, voor velen in Noord-Groningen een van de mooiste, zo niet mooiste plekje van de provincie. Een plek ook met de kleinste zeehaven van Nederland. Alleen te bereiken bij hoogwater via een smalle ondiepe geul. Met aan de andere kant van de dijk het Zielhoes. Zo’n heerlijk ouderwets huiskamercafé dat mij steevast aan mijn oud-buren Tinus en Eeke doet denken.
Ergens had ik het er veel drukker verwacht. Via een klein omweggetje richting de dijk kwam ik een man tegen die zijn hond uitliet. Een kat volgde het duo gedwee. Zouden zij in het ‘vishoeske’ wonen, vlak aan de dijk? Het knusse huisje was mij eigenlijk nog nooit opgevallen. Je moet er maar tegen kunnen om zo afgelegen te wonen. Aan de andere kant weten toeristen dit plaatsje natuurlijk steeds vaker te vinden.
Ik klauterde de dijk op. Links van mij zakte de zon langzaam maar gestaag de Waddenzee in. Daarbij een prachtig rode gloed achterlatend. Daar kun je toch uren ademloos naar kijken? En dan die luchten, hoe moet je dat nu omschrijven? Dat lukt bijna niet, dat moet je ervaren. En dat deed ik op die dinsdagavond. Verder was er niemand te bekennen. Op de parkeerplaats stond een verdwaalde camper waar de lichten aangingen. Waar zouden ze vandaan komen, deze pensionado’s, en hoe zouden zij deze stilte ervaren?
In het twijduuster licht de Eemshaven steeds verder op. De Groningse industriezeehaven lijkt zich van geen Corona bewust. Deze plaag lijkt hier sowieso de ver-van-mijn-bed-show. Maar turend in de verte zie ik Schiermonnikoog en Borkum liggen. Schiere en schiereilanden die bezoekers weren en waar de inwoners nog meer op zichzelf aangewezen zijn. Alsof ze van het vasteland zijn afgesloten. De kwelders en enige kwelderplassen nodigen uit om richting zee te lopen. Dat doe ik maar niet. Om nu in het slik vastgezogen te worden, zie ik niet zitten.
Nee, liever zuig ik het moment in mij op. Een schip ver op zee, de platen tussen de eilanden, de vogels die tjilpen, de klei die donker en zwaar ademt, de kerktorens van Usquert en Warffum, de uitgestrektheid en leegte van de Noordpolder. De boer die misschien wel naar de televisie kijkt om een van de laatste uitzendingen van De Wereld Draait Door mee te pikken. Het is een pittoresk, feeëriek en schilderachtig tafereeltje in één view gevangen.
In juli staat een vakantie naar Tenerife op de rol. Zou die door kunnen gaan? Zou het virus tegen die tijd op zijn retour zijn en verslagen door het isolement en de aansterkende zonnestralen? Of zouden tegen die tijd alle KLM-vliegtuigen nog steeds gebroederlijk aaneen op Schiphol staan. Als blauwwitte zwanen die wachten op betere tijden?
Man, wie had dit een maand geleden kunnen bevroeden dat het zo uit de hand zou lopen? Dat de vol stoom draaiende economie piepend en krakend tot stilstand zou komen. Dat je je dierbaren in het verzorgingstehuis niet meer mag bezoeken. Dat Henk de Haan een trompetserenade geeft aan de inwoners van het Hippolytushoes. Dat de sportvelden in de mooiste periode van het jaar er stil en verlaten bijliggen. Als ware het een zomerstop.
Ik neem de omgeving nog eens in mij op. Er staat geen zuchtje wind maar toch glijdt er veel van mij af. Genietend van de pracht en praal van Moeder Natuur en Moeder Aarde die hier binnenwaait. Als een mentale opkikker in onzekere tijden. Eb maakt langzaam plaats voor vloed. Prieeltjes en geultjes vullen zich dankzij het langzaam wassende water. De Waddenzee heeft de zon verzwolgen. Twijduuster wordt duisternis.
En ik, ik knal de onvoorstelbare leegte en de mooie foto’s op Facebook. Om verbinding te zoeken met de rest van de wereld. Om aan te tonen hoe mooi en dichtbij pracht en praal zich laat zien. Om vervolgens na een uurtje de auto op te zoeken. In de camper wordt een krantenpagina omgeslagen. Zoals aan het eind van het jaar 2020 opgaat in 2021 en we nog even terugkijken op het jaar. In december 2019 was daar Wuhan, ergens ver weg in China. De geboorteplaats van onze onzichtbare vijand.
Maar de boer, hij ploegde voort. Vogels tjipten hun hoogste lied. Steeds meer bomen en struiken ontdooien en de Ford Fiesta brengt mij terug naar de werkelijkheid. Naar de bewoonde wereld even verderop…..