Het is zaterdagavond ongeveer kwart voor acht. De wedstrijd is net een kwartiertje bezig en het fluitje klinkt. Alle ogen in het stadion zijn gericht op de scheidsrechter die kort daarvoor een overtreding over het hoofd heeft gezien of niet wilde zien. Na het fluitsignaal ontstaat er een stilte in het stadion en weten zowel de thuissupporters als de uitsupporters nog niet waarom het fluitsignaal zojuist geklonken heeft. De scheidsrechter maakt een gebaar met zijn vingers, wat een rechthoek voor moet stellen. Dit rechthoek duidt op het feit dat hij beelden wil gaan bekijken van de overtreding die hij kort daarvoor bewust of onbewust niet heeft gezien of wilde zien.
De scheidsrechter sprint naar het scherm aan de zijkant van het veld om daar vervolgens in conclaaf te gaan met zijn assisterende videoscheidsrechter. Het discussiëren onderling start en het publiek begint te morren. Zij, die een kaartje voor de wedstrijd hebben gekocht om geamuseerd te worden weten nog van geen toeten of blazen wat er gaat gebeuren. Dan is het moment daar, de scheidsrechter loopt weer terug het veld op en blaast op zijn fluitje en wijst met zijn hand en vinger gestrekt naar de stip. Penalty! De supporters in het stadion beginnen te juichen en de veroorzakende partij sprint op de scheidsrechter af en valt hem bijna aan om te vragen waar hij in hemelsnaam mee bezig is?
Juist, de VAR (video assistant referee) heeft zojuist opgetreden en daarmee het voetbal voor de kleinere clubs nog oneerlijker gemaakt dan die al was bij de invoering vanaf het seizoen 2018/2019. De VARiété van beoordelingen door de VAR is een waar theaterstuk geworden. Uit de eerste statistieken komt naar voren dat de grote clubs vele malen vaker voordeel van de VAR hebben gekend dan de kleinere clubs.
Los van het feit dat deze grotere clubs ook vaker aan de bal zijn en er daardoor eerder overtredingen op hen worden begaan, hebben zij ook meer voordeel gehad van discutabele VAR momenten. Exact dezelfde situaties die in andere wedstrijden heel anders waren uitgepakt, pakken voor de grote clubs vaak in hun voordeel uit.
Als de voetballiefhebber dan toch moet overgaan op een eerlijkere pot voetbal op de zaterdagavond, neem dan het systeem van de challenges als mogelijkheid bij de VAR in gebruik. De aanvoerders van de Nederlandse Eredivisie willen het maar wat graag invoeren maar lopen op tegen de starre houding van de KNVB. Weg VAR, weg eerlijke pot voetbal, Weg KNVB!
De KNVB heeft als missie ‘Voetbal om van te houden’ en lijkt dit samen met clubs, scheidsrechters, trainers, spelers, toeschouwers, partners en sponsors echt te willen realiseren. Toch is de mogelijkheid om drie keer een challenge aan te vragen nog niet toegestaan in het betaalde voetbal. Als je een challenge aanvraagt en je blijkt het bij het juiste eind te hebben dan houd je drie mogelijkheden voor het aanvragen van een dergelijke challenge. Bij een aanvraag waarbij je het niet bij het rechte eind hebt dan verlies je één van je mogelijkheden. De clubs en spelers willen het graag maar de KNVB wil er niet aan. Weg ermee! Weg bestuur van die KNVB. Weg!
In mijn vorige column schreef ik over Arno Vermeulen en zijn zwakke inzichten over voetbal en dat de NPO, van onze belastingcenten, het toestaat om hem op de beeldbuizen, tegenwoordig flatscreens, te vertonen. Met de invoering van de VAR en daarmee gepaard gaande verhoogde foutentheater doet de KNVB een uitstekende zet om Arno Vermeulen bij de NPO weg te saneren omdat de VAR zijn verkeerde analytisch vermogen al over heeft genomen. Weg met Arno, weg met de VAR, weg zijn onze belastingcenten, Weg!
Voor gemeenten staat de maand oktober altijd in het teken van de opgestelde begroting voor het aankomende jaar. Een groot discussiepunt in veel gemeenteraden betreft de oneerlijke belastingen die worden geheven. De gemeente mag immers verschillende belastingen heffen.
De gemeentelijke belastingen kan je verdelen in twee groepen, de algemene belastingen en de heffingen zoals rioolheffingen etc.. De opbrengsten van de algemene belastingen gaan naar de algemene middelen van de gemeente.
De gemeenteraad bepaalt dus zelf waaraan de gemeente dat geld besteedt. Voorbeelden van algemene belastingen zijn de reclamebelasting, hondenbelasting of de parkeerbelasting. Er zijn dan altijd partijen die deze VARiëteit aan belastingen terecht vinden maar ook een aantal inwoners die deze belastingen anders zien. Discriminatie, oneerlijk, sociale samenleving ontwrichtend of ontluisterend vinden de tegenstanders het vorderen van deze belastingen.
Een van de zaken over gemeentelijke belastingen die ik wil aanhalen is het voorbeeld van de reclamebelasting. De gemeenten kunnen zelf opleggen welke gebieden/straten, bedrijven/winkels reclamebelasting dienen te betalen per strekkende meter of per reclame uiting. In mijn omgeving kennen de gemeente Delfzijl en Appingedam deze vorm van belastingheffing voor de winkeliers. Terwijl de grote bedrijven of kleinere gecentreerde winkels buiten het oude winkelcentrum van Delfzijl deze belasting niet hoeven te betalen.
Daarbij ontstaat toch echte willekeur. Alleen het winkelcentrum van Delfzijl plus een paar zijstraten waar winkels gevestigd zijn dienen deze belasting te betalen. De opbrengsten, dat moet gezegd worden, worden in kleine evenementen of activiteiten gestoken. Daar hebben de winkeliers dan wel baat bij, door de komst van toeristen, inwoners of inwoners van buurgemeenten. Maar vergeet niet dat de bedragen voor deze belasting behoorlijk fors zijn.
Zo fors dat steeds meer winkeliers in opstand komen tegen deze belastingen. Naast de huur van het pand en de verkoop via internet en de teruglopende inwonersaantallen, wordt het steeds lastiger om de deuren geopend te houden. Veel winkeliers zitten dan ook niet meer te wachten op deze belasting. Vanuit politieke kringen hoor je dan al snel: ‘maar het spekt zo lekker de kas’. Maar ondertussen is er steeds meer leegstand in het centrum van Delfzijl.
Ditzelfde kan je zeggen over de hondenbelasting. Hondenbezitters worden aangeslagen voor hondenbelasting maar de paarden-, cavia- of kattenbezitter niet. Hierbij moet ook gezegd worden dat wanneer de uitlaatplekken worden verbeterd van de opgebrachte belastingen, er ook echt een voordeel ontstaat. De wandelpaden worden aangepakt, dan kan je je nog verplaatsen in de voordelen die deze belasting opleveren. Dit alles om iets terug te doen voor de hondenbezitter.
Maar zeg nou eerlijk, eigenlijk is het willekeur van de bovenste plank en moeten wij in Nederland snel afscheid nemen van dit soort vrij te besteden belastingen van gemeenten. Want gemeenten mogen er ook tekorten mee opvullen of het gebruiken voor de herinrichting van het eigen gemeentehuis. Weg met de hondenbelasting, weg met de reclamebelasting, weg met parkeerbelasting. WEG!