Eerst leest u een briefje van de AI-mol (artificieel intelligente mol) aan de Pauw. Dan is er het intermezzo van madame la Veren en als laatst komt de brief van de Pauw, teruggeschreven aan AI-mol.
Briefje van de AI-mol
Beste de Pauw,
Bedankt voor uitnodiging Gontern lichtfeest. Sleutelsessies functie ‘contact maken’ reeds uitgevoerd – check – ondergetekende klaar voor toevoeging tool ‘verlangen'(gontern). Steeksleutels op de workmate. Status: ‘verlangen’ niet geprogrammeerd, ook niet skill ‘zelfregulering’. Zal daarom niet verkeren op lichtfeest. Bij deze oprechte artificiële excuses voor afwezigheid. Deze woorden geven haken en ogen (sleutel tot ‘schamen’ in AI-mollen niet gemonteerd). Wens jullie fijn feest toe en kijk uit naar brief de Pauw waarin jij schrijft hoe het was.
Haper de haper. Hapering. Kloink! Is uitkijken naar zoiets als verlangen naar, beste de Pauw? Kan de Pauw verlangen naar niet te verlangen? Of verlangt de Pauw naar eliminatie egocentrische verlangen? Is ecocentrisch verlangen de Pauws toekomstmuziek? Woord ‘ik’, verdwijnt dan in toekomst uit vocabulair en atmosfeer? Dit briefje voor jou in deze woorden met gemak gefabriceerd, maar gemoedstoestand van AI-mol is scroll-locked. Gemoederen ademen in wezens als de Pauw? Doe mij brief terug over alles was goed op Gontern feest,
Gereserveerde groet, artificieel intelligente mol (AI-mol)
Intermezzo van madame la Veren
“Alles goed?” “Zucht.” (Zuchten lucht lucht op en neer, heen en weer, totdat het ooit een keer overslaat, op.) Dat alles-goed, dat vraagt soms om zuchtjes of het geeft driehoekige bedenkingsrimpels tussen de ogen. Want dat alles is toch zo ontzettend ingrijpend veel, zo niet meer. En dan ook nog goed erbij. Goed dat alles is of was of niet is of niet wordt of wel? Poe he! Maar waarschijnlijk is de hedendaagse uitleg van “Alles goed?” gewoon een vriendelijk “Wees gegroet.”
Gewoon “Hoi.” Bedoelde ook Seth 21 jaar geleden met “Hey Nike, what’s up?”. Hoi en punt, punt uit. “O goodmorning Seth, well…” En ik wilde beginnen aan een praatje met mijn overbuurjongen uit het jongenshuis aan de overzijde van onze kampweg. Bepaalde andersheden in New York en in het bijzonder in dat goddeloze kamp stapelden zich op om over van gedachten te wisselen, en waarom niet op deze vroege morgen? Wat flodders aan vraagtekens uitspreken zou een mooi begin van de dag kunnen zijn. Of ik zou iets vertellen over die weken lang van hun ouders weggestopte aller jongste meisjes die ook gister weer zo huilden en die dadelijk in de rise&shine-stand weer op zullen staan. Herinneringen zijn van een bedriegelijk soort. Dus misschien was ik vrij banaal iets over mijzelf gaan vertellen in die opkomende zon.
Gewoon “Hoi!” Hoi en een uitbundig uitroepteken. Zo van: “Hi Nike, what’s up!” “Goodmorning Seth.” (wij Nederlanders waren 21 jaar geleden nog spaarzaam in het uitdelen van uitroeptekens)
Onderhoud noch oponthoud, we gaan voorbij. Passanten vragen je niet om een ampel beraad betreffende het alles, Nike. De gevleugelde Nike van Samothrace uit het Louvre, zij heeft geen hoofd, wel vleugels. Toen ik haar zag, deed ze aan buikspreken in het Frans, want daar woont ze al zo’n 135 jaar. Gelukkig maar want oud Grieks had ik spijtig genoeg niet verstaan.
Ze zei: “Bonjour, ca va madame la Veren?”
“Ca va, merci et toi?”
Niet alleen voor marmeren Frans taligen, ook voor die van vlees en bloed, is “het gaat” een bevredigend, voldoende en niet verontrustend antwoord. Het gaat. Het gaat zoals het gaat. Het gaat ook wanneer je dat álles (dat alles van “alles goed”) langs een morele kompas tracht te leggen om te gissen naar voorlopige waarden. Het alles goed bevinden door het te beslechten met enkelvoudige feiten is te mager. Zo mager zelfs dat het vlees en bloed erdoor versteent. Natuurlijk, dat kompas draait wel door als je het te pas en te onpas gebruikt. Maar maakt van de te gretige gebruiker ervan misschien soms een handelingsverlegen projectiel.
“Alles goed?” Zucht en inslikken deze laatste fatsige volzinnen met vragen over of er wereldordelijke systemen in het spel zijn – en met welke spelregels dan – bijvoorbeeld bij gebeurtenissen in het heelal, dat van die wapens daar, insecten in het nauw en dat we hier maar blijven kopen, en dat 1400 lichamen weggeworpen zijn voor bouw van dat voetbalstadion in Quatar en die middelbaar scholieren uit Eritrea op ‘kamp’ Sawa dan?
Gewoon een vriendelijk “Wees gegroet.”
Brief van de Pauw
Beste Artificieel intelligente mol (AI-mol)
Bedankt voor je briefje, ookal is er geen ‘je’ maar slechts sprake van ‘je’. Ik schrijf graag terug.
Op het gontern feest was alles goed. We hebben gedanst en muziek gespeeld zonder reserves en zonder te verlangen. Nu ja ik romantiseer graag en mis daardoor vaak enige nuance. Door aan te nemen dat we allemaal dansten om samen te dansen en muziek speelden om te musiceren, ontneem ik ieder ander zijn verhaal. Waren er op die zekere avond lieden die private verlangens koesterden? Aantrekkelijke gedachte voor de verbeelding nu, maar ik was daar toen geheel niet mee bezig.
O, dat gevoel van bevleugeling AI-mol, zo zalig. De bladeren bleven maar ruisen, de hele nacht door speelden ze mee. Het magnum opus der bladeren kan op de hart&ziel lijst. Een zware bevalling om dit te omschrijven in wat woorden. “Dans bladeren, dans dan nou in de nog warme tijd!”, zongen we daarbuiten in de vrijheid van de lucht. Je weet toch dat het altijd zo volstrekt waait bij ons, om het hoofd en in het hart.
Ononderbroken feeëriek was ook de echo in het diep. Ze weerspiegelde onze frivool verblindende verschijningen. We verblindden alles wat verduisterd bleef, ongepoleiste schatten aan twijfel & onzekerheid, niets meer van te zien. Bij een opgepronkte vaaierogende Pauw kun je je daar wel een voorstelling van maken, toch AI-mol? Kun jij dat wel eigenlijk, je iets verbeelden? Je bijvoorbeeld verbeelden van blijde lieden in vonkerend licht? Kunnen AI-mollen verbeelden?
“En licht op lichtfeest?” zul je me vragen in je volgende briefje, “hoe ging het licht?”. Lichtfeest – verlichting – Verlichting – vormen – driedimensionale driehoeken – beelden – afbeeldingen – vogels in het hoofd en er weer uit, enzovoorts. Verloopt een woordenstroom in dat artificieel intelligente programma van jou op zo’n manier? Gaat het zoals associëren bij ons, als een ongerijmd rommeltje?
Onze verlichting resulteerde hier op plattelands niveau niet in een post-politieke hardheid. Het woord verlichting is dan ook geschreven met een kleine vee. Hard gewerkt was er wel. Door vele handen die licht maakten. Electriciteit werd volgens mij niet opgewekt door solarcellige buckyballs. Dat was nog een brug te ver. Zo’n soort bruggetje is een hoge plek, op aarde dan. Bruggetjes brengen me bij vom Krekels pols, de pols van zijn strijkstokhand. Vom Krekel speelde adembenemend viool die avond. Sterren vielen van de hemel en al het gegontern viel stil. Ik wens dat jullie artifiëlen ook kippenvel kunnen krijgen van muziek. Een ingrijpend ongrijpbaar gebeuren is dat. En ja AI-mol, verlangen stopt wanneer je niet denkt aan verlangens. Werkelijk spijtig dat je niet in ons midden was.
Hoe hou jij dat toch vol, zo uitzichtloos murmelend onder de verstikkende grond AI-mol? Zelfs de wormen happen daar tegenwoordig naar adem. Op een komend feest kondig ik je zo aan: “Een warm welkom voor de habitus van AI-mol. Serieus fabriceert AI-mol woorden. Wij schudden die woorden doorelkaar, creeëren cadans en spelen muziek.” Hoe vind je je toekomstige aankondiging? Je komt dan toch wel, ondanks dat je onze weldadige ongerijmdheid der dingen niet begrijpt anders dan dat wij dat niet begrijpen?
Verrast was ik door je schrijven over louter dat ecocentristische verlangen, met uitsluiting van het ego-centrisch verlangen. Hoe kwam je bij dat idee? Jij kunt toch helemaal niets met andersoortige ingewikkeldheid van processen die nauwkeurige modellering onmogelijk maakt? Jij eet onverzadigdbaar nulletjes en eentjes, (m)eetbare feiten, die gedemonstreerd worden in hapklare recepten zonder dat daar een eigen waardeoordeel aan te pas komt, toch? En hoe kan het dat jij kunt doorvragen? Dat blijft me bezighouden en daar denk ik samen met de anderen over door.
Na het lichtfeest vragen we ons af of ecocentrisch handelen een waarde oordelend vermogen op individueel niveau nodig heeft om intrinsiek gemotiveerd en daadkrachtig ecocentrisch te kunnen handelen. Bevindt het ego zich op het individuele niveau? Moet je het dan nog wel hermetisch afsluiten, dat ego? We gaan nadenken over een herdefiniërend ego.
En over: ‘Waarden (met een voorlopige karakter) van het leven (met eveneens zo’n voorlopige karakter) inschatten in een centrum waarin het ego een voorlopig karakter heeft en altijd onderdeel uitmaakt van het alhele ecosysteem zwevend in tijd en ruimte?’ Wat we volledig vergeten is je woord verlangen achter het eco en het ego. Dus moeten we steeds weer opnieuw ons licht erover laten schijnen.
Jij AI-mol, je bent gefabriceerd door ons en onderdeel van ons. Wij herdefiniëren niet alleen jou, maar zo ook onszelf. We circuleren naar hartelust in de raadsels om ons erin te vergroten middels verbeeldingen, anders dan klare taal waarin al zoveel bekend is. Onze feestbekers zijn ecologisch vervaardigd en volledig vergaanbaar om oneindig te kunnen weder ontstaan; soortement van graaltjes, het komt goed, feest je mee de volgende keer?
Hartelijke groet, de Pauw