Het is een ouderwetse maandagmorgen wanneer ik dit verhaaltje wegtik. Eentje die weer eens heerlijk unheimisch aanvoelt. Of dat nu komt door een bezoekje aan het Duitse Waddeneiland Borkum dat ik onlangs heb mogen beleven weet ik niet. Misschien is de woelige klaverjassessie van de avond ervoor er wel debet aan. De gemoederen liepen door onbegrijpelijke kaartkeuzes van mijn maat hoog op.
Dat was misschien ook wel de reden van een onrustige nacht. Eentje waar ik weer eens aan het werk was bij mijn oude werkgever. Waar ik stond te speren aan de kokoslijn. En er achter kwam dat de spuitkoppen van de spuitmachine niet goed vast zaten en het ouwel (eetbare papier) op was zonder dat er een goede reserverol klaarstond. En wat deed die jongen uit het derde voetbalteam van onze VV opeens in de fabriekshal, die werkt er ja niet eens….
Kortom, het was weer eens bal. Ik duik nog eens in mijn mailaantekeningen die ik al enige weken eerder aan mijzelf gemaild had als typering van deze bizarre zomer. Die gedachtestromen ontstonden toen ik een uitzending van herhaling gemist terugkeek waarin Peter en Erik centraal stonden. Waar ik in de vakantie in de Belgische Ardennen al een donkerbruin vermoeden van had gekregen dat ze weer eens in de spotlights hadden gestaan gezien de booming kijkcijfers voor beide boys.
Kort na de uitzending was er nog even een vooruitblik op de onderwerpen die in het journaal zouden worden behandeld. Onder andere over bosbranden op de Noordpool. Ik viel in de nachtelijke uurtjes bijna van mijn bankje. Ook al omdat ik wist dat vroeg op bed gaan geen enkel nut had gezien de tropische temperaturen in huis. Ik bedoel, niet voor niets druppelde op de terugweg vanuit de Belgische Ardennen een waterstraaltje over mijn benen ten teken dat de airco er niet meer aan kon werken. Het temperatuurklokje in de auto wees dan ook 42 graden aan…..
Het kon trouwens nog veel erger qua vakantieperikelen want enige dorpsgenoten brachten zelfs enige nachten door op en rond Schiphol toen het vliegtuig waarin ze al zaten niet van verse brandstof kon worden voorzien. En dan heb je een probleem, zo bleek. Gelukkig kon er uiteindelijk toch nog gevlogen worden. Wel vanaf Eelde en naar Kreta in plaats van Gran Canaria maar dat mocht de pret niet meer drukken. Alles en iedereen leek wel van slag en toen op een boerderij ook nog eens de elektriciteit uitviel, legden vele dieren binnen korte tijd het loodje omdat de temperaturen in de stal wel heel snel opliepen….
Over dieren gesproken, volgens mij heb ik zelfs nog een (eenzijdig) gesprek gevoerd met een koe. Dat past heel goed bij deze bizarre zomer inderdaad. Het was na de verloren wedstrijd van PSV tegen Basel waardoor ze de Champions League wel konden vergeten, toen ik nog een wandelrondje Pomp deed. Ter hoogte van boer en loonbedrijf Hooijer kwam er uit de duisternis een koe luid loeiend aanzetten. Ik besloot mijn wandelpas even te matigen en genoot bij het hek van het prachtige beest.
Toen ik weer verder ging, wandelde het beest gewoon met mij mee. En toen ik stopte, loeide die weer. Dat ging een aantal keer zo door. Het was net alsof het beestje mij wat probeerde te vertellen. Bij wethouder Prins aangekomen, kon ze niet verder. Nog een keer deed ze een luidruchtige poging om mij te bereiken. Wat probeerde ze mij te vertellen? Was het een boodschap van hogerhand? Over dat we hard op weg zijn naar de totale ondergang? Met al onze uitstoot waardoor het klimaat rap verandert? Ik bedoel, brand op de Noordpool…. Kan het nog gekker?
Ik kijk nog even op mijn aantekenlijstje of er nog meer gekke punten op staan. Het blijkt niet het geval te zijn. Buiten schijnt de zon en ik heb het unheimische gevoel een beetje van mij af geschreven, zo lijkt. Deel een van de drie geplande verhalen voor vandaag is geschreven. Maar ik zit nog steeds met die koe in mijn maag. En wat ze mij nou precies wilde vertellen. Misschien dat mij dat nog in een droom een keer duidelijk wordt. Wanneer ik weer op mijn fiets via de Boerdamsterweg naar de Pompsterweg ga om fictief aan het werk te gaan……