Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Willem Jacob Dijkema, roepnaam Willem. Ik ben in 1955 geboren in Zandeweer als jongste telg uit een gezin dat uit drie kinderen bestond. Ik ben grotendeels door mijn stiefvader opgevoed, een monster kerel. In positieve zin welteverstaan. Hij werkte als arbeider op betonfabriek Steenhuis in Uithuizen.
Ik heb in mijn leven best wel wat omzwervingen gemaakt. Zo heb ik achttien jaar in Uithuizen gewoond. Vanuit Delfzijl ben ik in 2007 aan de Klaproosstraat in Middelstum terechtgekomen en dat bevalt heel goed. Zo kan ik bijvoorbeeld heel goed met de buren opschieten. Ik hoef hier dan ook niet zo nodig meer weg.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik heb sinds 2009 een geregistreerd partnerschap met Hillie Dijkema. Hillie reageerde na enige dagen telefonisch op mijn advertentie in de Eemsbode waarin ik aangaf dat ik op zoek was naar een nieuwe partner. De eerste ontmoeting vond hier in de Klaproosstraat plaats en we hadden direct een goede klik. Van het een kwam het ander en we zijn elkaar nooit meer uit het oog verloren.
Zelf heb ik twee kinderen die ik nooit meer zie. Hillie heeft vier gezellige kinderen waarmee ik heel goed op kan schieten. Daarbij ben ik naast bonusvader ook nog eens bonusopa geworden van zes mooie kleinkinderen.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik heb mijn lagere schooltijd in Zandeweer doorgebracht. We hadden veel handenarbeid, dat vond ik een heel leuk vak. In de vierde klas wist ik het zeker, ik wilde schilder worden. Na de lagere school ben ik dan ook naar de LTS in Uithuizen gegaan. Daar heb ik het anderhalf jaar volgehouden. Na geslagen te zijn door de directeur, ben ik naar huis gegaan. Het duurde hem te lang voordat ik terug kwam. Ik wilde wel met de directeur praten maar dan op een avond. Zelf wilde hij dit alleen op een vrijdagmiddag. Maar ik vertikte het om op mijn vrije middag naar hem toe te gaan en ben met de opleiding gestopt.
Mijn bonusvader ging akkoord mits ik aan het werk ging. Ik was al vanaf mijn achtste bij kweker Wieringa in Zandeweer aan het werk na schooltijd en in de weekenden dus dat was geen enkel probleem. Toen schilder Jelmer Haak uit Uithuizen er achter kwam dat ik wel schilder wilde worden, meldde hij zich op een dag met de mededeling dat mocht ik bij hem aan het werk willen dat ik mij dan maandag moest melden. Dat heb ik vervolgens gedaan.
Van hem heb ik vier jaar lang de fijne kneepjes van het vak geleerd. Ik vond het prachtig werk en had geen spijt van mijn keuze. Toen moest ik echter achttien maanden in militaire dienst. Ik kwam op in ’s Hertogenbosch en heb mijn parate tijd in Assen doorgebracht. Na die tijd ging ik eerst weer bij Haak aan het werk om vervolgens in Duitsland aan de slag te gaan voor een baas. Daar maakte ik lange dagen. Ik begon ’s morgens om 06.00 uur om vervolgens tot 22.00 uur door te schilderen. Heel lange dagen inderdaad maar de verdiensten waren er ook naar. Na een jaar hield ik het voor gezien.
Na nog korte tijd voor verschillende bazen gewerkt te hebben, kwam ik in 1978 bij schilder De Graaf in Groningen terecht. Na acht jaar voor hem gewerkt te hebben, werd ik echter afgekeurd omdat ik last van mijn rug had. Ik was toen nog maar dertig jaar. Stil zitten is niets voor mij en vervolgens ben ik voor een cafetaria in het Drentse Vriescheloo aan het werk gegaan. Na een jaar kregen mijn toenmalige vrouw en ik de kans om de beheerders te worden van het dorpshuis in Den Andel. Daar hadden we anderhalf jaar een leuke tijd maar dat werkverband stopte toen we gingen scheiden.
Mede door een verhuizing naar Delfzijl, heb ik vervolgens lange tijd zonder werk gezeten. Dat veranderde toen in 2000 de projectgroep ‘Werken voor Delfzijl’ werd opgericht. Ik heb er zelf ook flink aan moeten trekken maar vervolgens kon ik met behoud van mijn uitkering bij Fivelingo terecht die toen nog een locatie aan de Trekweg in Middelstum had. Ik was dolgelukkig dat ik er als timmerman aan de slag kon. Vervolgens lukte het mij ook om als conciërge aan de bak te komen. Eerst bij kleine schooltjes in de buurt maar inmiddels werk ik al weer negen jaar als conciërge voor de Togtemaarschool in Bedum.
Daar werk ik nu met veel plezier alle ochtenden in de week. Door een ‘ouwelullendag’ hoef ik nog maar 28,7 uur te werken. Ik begin al om 06.30 uur en ben om 12.30 uur vrij. De werkzaamheden zijn zeer divers, van kopieerwerk tot het eten maken.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik hoef nog maar drie jaar en kan op twintig april 2022 met pensioen. Dat zal vast een dubbel gevoel geven want het werk bevalt prima en ik kan maar moeilijk stil zitten. Toch denk ik niet dat ik mij hoef te vervelen want veel mensen weten mij wel te vinden voor een klus.
Dat vind ik leuk om te doen en je blijft hiermee ook onder de mensen. Wat dat betreft is klussen toch mijn grote hobby. Laat mij overdag maar lekker bezig zijn, dan kan ik ’s avonds voor de buis wel relaxen. Vaak ga ik rond tien uur, half elf naar bed want mijn wekkertje gaat om 05.30 uur weer af.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik door mijn ziekte van heel ver ben teruggekomen. Ik heb hierbij met Hillie een geweldige vrouw getroffen die mij helpt waar nodig.
En de dieptepunten?
Het allergrootste dieptepunt is het overlijden van mijn broer, op 23 jarige leeftijd. Hij is gevonden tussen Uithuizen en Zandeweer na een week vermist te zijn geweest. Ik kwam toevallig net terug vanuit Delfzijl toen ik veel mensen langs de weg zag. Toen ik uitstapte werd hij met zijn brommer net naar boven getakeld, een luguber gezicht. Nachtmerries heb ik er niet aan overgehouden maar het heeft vijf jaar geduurd voordat ik weer bij het Boterdiep durfde te komen. Daarbij vergeleken kan ik mijn scheiding geen dieptepunt noemen.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Een anekdote is het niet maar ik moest op mijn achtste al mijn eigen eten koken. Het werd aardappels met bloemkool en een gehaktbal, wat goed smaakte. Ik mag overigens nog steeds graag koken. Hoe dat zo kwam? Mijn bonusvader was altijd aan het werk, mijn moeder was geestelijk niet zo sterk.
Mijn broer en ik moesten dus alles zelf maar uitzoeken. Dat heeft als groot nadeel dat ik eigenlijk nooit kind geweest ben. Wat weer als voordeel had dat ik al vroeg volwassen was. Ik ben dan ook op negentienjarige leeftijd al getrouwd. Een bewuste keuze, deels ook om het ouderlijk huis te ontvluchten.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Als ik richting mijn pensioen ga, wil ik graag een oude camper kopen en deze opknappen zodat ik er met Hillie op uit kan trekken wanneer mijn pensioen ingaat. Wie weet waar we uiteindelijk nog terechtkomen maar eerst Nederland maar eens ontdekken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik kan niet echt dingen opnoemen waar ik spijt van heb.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik vind een zeven wel een passende cijfer voor mijn leven.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik heb jou uitgenodigd om aandacht te vragen voor mijn tragiastoma om aan te geven dat je hiermee nog prima uit de voeten kunt in de maatschappij. In 2015 werd er bij stembandkanker geconstateerd dat overgegaan is in strottenhoofdkanker. Met als gevolg dat ik nu geen strottenhoofd meer heb, ik praat via een tragiastoma. Zo praten was voor mij een fluitje van een cent, ik heb maar twee lessen van een logopediste gehad. Ik gebruik vaak wel korte zinnen om dan vervolgens weer flink adem te halen. Mijn grootste wens is om in de toekomst handsfree te kunnen praten, zodat ik er niet telkens op hoef te drukken, maar daar ik een diepliggende stoma heb, kon dat nog wel eens een lastig verhaal worden.
Toen ik na een zware operatie na vier dagen pijnvrij bleek te zijn, kwamen de emoties los. ‘Yes, nu is het mijn beurt!’, waarna de tranen begonnen te vloeien. Ik merk op mijn werk dat mensen nogal eens verschrikt weglopen als ik begin te praten. En dat terwijl kinderen daar helemaal geen last van hebben. Die zijn heel eerlijk en ik kan ze rustig uitleggen wat ik heb. Wanneer mensen met vragen zitten, stel ze gerust aan mij. Ik snap dat dit in het begin eng is maar dat vind ik veel prettiger dan zo maar weglopen. Je merkt zelf dat ik zo maar een uur goed verstaanbaar met je kan praten.
De ziekte is momenteel goed onder controle, daar proberen we volop van te genieten. Twee jaar geleden zijn Hillie en ik op vakantie geweest naar Gran Canaria. Dat was de eerste keer dat we in een vliegtuig zaten. Wat dat betreft geniet ik nu als nooit tevoren. Waarbij ik graag de mensen van Buurtzorg (Middelstum) wil bedanken voor de goede zorgen die ik twee keer per dag van ze krijg!
Ik zal je tot slot nog een bijzonder verhaal vertellen. Mensen schrikken vaak van mij als ze me horen praten, zo heel veel gevallen zijn er natuurlijk ook niet. Dat is anders wanneer ik in het ziekenhuis kom, daar tref ik nogal wat lotgenoten. Dokter Muurling merkte op dat ik de eerste patiënt van hem was bij wie stembandkanker was vastgesteld en dat na 27 jaar een praktijk te hebben gehad. Dat vond ik wel een bijzondere constatering. ‘Trakteer jij of ik’, vroeg ik hem vervolgens. Ach ja, humor is een belangrijk wapen om je tegen deze ziekte te wapenen…..