‘Dat hebb’n we ook weer had pa?!’ Pa en ik zijn even met de rode Rover, stammend uit 2000, naar Roden geweest om daar een verjaardag te vieren. Pa zit ietwat onderuitgezakt in de stoel naast mij. Op zijn kleppet is nog een stukje monchoutaart waarneembaar. Dat ik altijd onder de vlekken zit, heb ik van geen vreemde. ‘Maar hoelang nog?’, merkt hij op. ‘Het wordt elk jaar wat minder hé?’. Hij knikt bevestigend. In en uit de auto stappen was de laatste jaren al geen makkelijke opgave, vandaag zag ik dat het opstaan uit een stoel ook steeds moeilijker gaat…..
2009 was wat dat betreft het jaar van de ommekeer. Een hartaanval, herseninfarct en maagbloeding eisten hun tol. Voor die tijd reed hij nog met gemak, hand op de rug, twee a drie keer daags door Oosterburen. Even bijpraten met de boeren Bos en Anema op zijn tijd en dan weer naar huis waar de thee of koffie al klaar stond. Vaak met een lekker koekje erbij. Gelukkige jaren waar in 2009 zo maar een eind aan kwam. Helemaal toen moe ook nog eens begon te kwakkelen. Samen thuis wonen, werd een ware beproeving.
Gelukkig werd in 2014 het huis eindelijk verkocht. Via een korte tussenstop op Toornwerd, was daar het Hippolytushoes als reddingsboei. Op drie hoog werden pa en moe gescheiden van bed en tafel maar ze konden wel schuin tegenover elkaar die zorg krijgen die ze beiden nodig hadden. Pa op zijn kamer waar een grote televisie voor hem werd gekocht. Moeke op Meerzorg waar menig puzzelboekje vol gekrast werd.
Pa had binnen een maand al grote pech toen hij pontificaal van zijn fiets viel en zijn heup brak. Dat leverde maanden revalidatieplezier op in Innersdijk. De fiets heb ik nooit weer gezien. In oktober 2014 keerde hij terug, vast met het idee om hier in het Hippyhoes zijn laatste dagen te slijten en misschien wel zijn laatste adem uit te blazen. Zoals moe dat ook deed, op 15 november 2016. Moegestreden gaf ze zich over, het was goed zo.
Sinds die tijd staat moe haar kamer leeg. Er is geen nieuwe bewoner komen wonen. Wel werd de kamer nog enige weken gebruikt om in te eten. Dat moet voor pa ook een rare gewaarwording geweest zijn, dat hij voor zijn maaltijden bij moe op haar kamer moest zijn. Kon ze mooi nog even meekijken om te controleren of hij toevallig niet weer aan het ‘grem’n’ was, zodat ze hem quasi vermanend toe kon spreken. ‘Bertus toch!’
Geen nieuwe inwoners maar in de loop der jaren overleden er uiteraard wel de nodige bewoners. Veel van het zorgzame en betrokken personeel zocht zijn of haar heil elders. Soms vrijwillig, soms door een zetje van bovenaf ingegeven. En nu, nu is het bijna stil in Hippyhoes. De klok tikt vijf voor twaalf. Ook tot afgrijzen van de bewoners van de aanleunwoningen die lijdzaam toe moeten zien dat de gezelligheid van eerst steeds verder uit zicht raakt. Gelukkig hebben ze de prachtige vergezichten nog, over de landerijen naar Huizinge. Of op de bedrijvigheid in het dorp en de Hamsterborg.
Nog even, dan is het Hippolytushoes gesloten. De dik twintig inwoners die er nu nog wonen is gevraagd waar ze heen zouden willen. Pa lijkt het Wiemersheerd in Loppersum wel wat toe. Het zou heel snel kunnen gaan. Jur, Janneke en collega’s zouden daar dan mooi voor hem kunnen zorgen. Hij lijkt zich er niet heel druk om te maken. Dat moet ook niet want het helpt je toch geen sikkepit. Wat eenmaal van hogerhand beslist is, keer je toch niet meer om. En wie weet zijn de kaarten over enige maanden wel heel anders geschud.
Toch moet het moeilijk zijn voor de oude baas wanneer hij na bijna vijf jaar voor het laatst de deur achter zich sluit. Schuifelend over de gang achter zijn rollator. Zal hij nog even bij Kamer 3.13 naar binnengaan? Een laatste blik, een laatste groet? ‘Doe Riena!’ Dan naar het eind van de gang de lift in. Wellicht nog een laatste zwaai naar de mensen en het personeel die er nog zijn en het licht uit doen? Zonde eigenlijk, dat het zo moet. Het nieuwe Hippolytushoes, amper twintig jaar oud, is en blijft een prachtig (zorg)gebouw. Hopelijk gaan de deuren snel weer open!