“Indrukwekkende ervaring Ellie, maar je zult merken dat je snel weer terug bent in je dagelijkse Nederlandse ritme. Namibië zal snel naar de achtergrond verdwijnen, als een mooie vakantieherinnering.” Wat heb ik dat vaak gehoord, nadat ik eind 2017 terug kwam van een indrukwekkende goede doelen reis naar het Beautiful Kidz project in de sloppenwijk van Windhoek, waar ik vorig jaar al een column over schreef.
Ik was onder de indruk. De armoede waarin de mensen in de sloppenwijken leven, had me aangegrepen. Maar ook hun blijdschap, hoop en dankbaarheid liet me niet meer los. Het raakte me om verhalen te horen van tieners die zoveel meer toekomst hadden dan hun eigen moeders die moeite hadden om hun hoofd boven water te houden om de verleiding van verslaving te kunnen weerstaan.
Enorme liefde voelde ik voor de mensen die ik daar had gesproken. Ze hadden een gezicht gekregen. Geen verhalen van anderen, maar echte ontmoetingen. Ik heb veel moeite gehad om weer in het normale leven te komen hier thuis. Een aantal weken was ik echt even de draad kwijt. Er was zoveel tegenstrijdigheid. Een cultuurshock was het geweest. Gelukkig heb ik na twee maanden alles weer op kunnen pakken. Maar het heeft me nooit meer los gelaten.
Ik heb contact gehouden met een Nederlandse leidinggevende van het project. En ook met twee jong volwassen jongens die binnen het project werkten. Allebei woonden ze zelf in de sloppenwijk. Ze kenden alle kinderen die op het project kwamen. Ze wisten als geen ander hoe het is om in die wijk te wonen en te leven. Ze wisten ook als geen ander hoe belangrijk het is om zicht te hebben op een betere toekomst. Deze jongens waren aangenomen binnen het project om zelf ook een betere toekomst te krijgen. Ze verdienden een klein bedrag om zo ook in hun eigen levensbehoefte te kunnen voorzien. Al was het maar een heel klein beetje.
Een van deze jongens is Steven. Hij is 20 jaar en heeft al een heel verleden achter zich. Zijn moeder stierf toen hij nog heel jong was. Zijn vader was buiten beeld. En Steven had geen plek om te wonen. Ergens bij familie of vrienden mocht hij slapen, maar dan wel in de wc. Nu hebben ze daar in die wijk geen wc zoals wij het hebben. Het is een hokje buiten met een gat in de grond, zonder riolering of water. Voordat hij er kon slapen moest hij elke dag eerst de viezigheid schoonmaken. Zo had hij toch een plekje voor zichzelf. Half zittend, half staand.
Beautiful Kidz heeft hem daar uiteindelijk opgepikt en een baantje gegeven als portier. Iedere ochtend opent hij de poort en aan het eind van de dag sluit hij deze weer. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Daar tussen in doet hij wasklusjes waar het nodig is. Daarvoor krijgt hij een kleine vergoeding zodat hij nu een eigen hutje heeft naast die van zijn oma. Regelmatig heb ik contact met hem via Facebook. Gewoon om even te horen hoe het gaat. Soms gaat het goed en soms ook niet.
Ik merk ook dat het lastig is om met deze afstand contact te houden. Je leeft in zo’n andere wereld. Toen ik daar was noemde hij me wel “mom”, bijzonder. Zeker nu ik weet dat hij zijn moeder al zo jong verloren is. En telkens als ik die jongens spreek voel ik een soort van heimwee. Ik zou ze graag weer willen zien, horen en voelen. Het is niet waar dat de ervaringen naar de achtergrond zijn verdwenen. Het klopt niet dat ik er niet vaak meer aan denk en mijn eigen leventje weer ben gaan leiden. Het heeft me niet meer los gelaten en dat gaat ook niet meer gebeuren. Een aantal weken geleden heb ik Steven kunnen vertellen dat we elkaar dit jaar weer gaan ontmoeten!!
In ons huis is het aardig stil aan het worden. Onze zoon woont nu bijna een jaar op kamers. En onze dochter gaat eind deze maand voor een half jaar stage lopen in Amsterdam, waar ze dan ook gaat wonen. Tijd en ruimte voor ons om tijd samen door te brengen en nieuwe dingen te gaan doen. Dat heeft ons op het idee gebracht om samen naar Namibië te gaan.
Tweede Paasdag vertrekken we met zijn tweeën naar Windhoek. We zullen daar een week gaan werken in het Beautiful Kidz project. We gaan helpen bij de jonge kinderen; in de klassen, helpen met eten uitdelen, en alles wat verder nodig is. Daarnaast zullen we ook assisteren in de huiswerk- en computerklassen. We zullen de wijk in gaan om kleding en voedsel uit te delen. Alles wat nodig is zullen we daar doen. Ik zie er enorm naar uit om iedereen weer te zien en ook om deze ervaring met mijn man te delen.
Na die week nemen we de tijd om meer van het land te zien. Ik hoop dat we ook op die manier iets voor anderen kunnen betekenen en kunnen genieten van de schoonheid van het land. De komende maanden zullen we druk bezig zijn met het voorbereiden van de reis. We willen heel graag wat extra geld meenemen om dit project te steunen. Er blijft geld nodig om deze mensen te kunnen steunen in het werk wat ze doen.
“Mooi dat je dit doet Ellie, maar het is toch eigenlijk niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat?” “En wat doen die mensen zelf? Nemen ze zelf ook initiatief?”
Dit zijn veel gehoorde bezwaren die mijn kant regelmatig op komen. Er is landelijk ook kritiek geweest op dit soort vrijwilligerswerk. Natuurlijk heb ik ook nagedacht over deze bezwaren.
Maar dan denk ik weer aan die jonge mensen die zo vol passie vertelden over de nieuwe toekomst die zij zien en hebben sinds ze als peuter opgevangen zijn bij Beautiful Kidz. De hoopvolle blik in de ogen en de blijdschap die ik zag kan ik niet loslaten. Dat, en de heimwee naar het land en de mensen, drijft mij om in april terug te gaan naar “Katutura”; de plek waar niemand wil wonen.