Ik besef dat ik enige weken na ‘de week van de scheidsrechter’ rijkelijk laat ben met deze column. Eigenlijk wilde ik hem ook helemaal niet schrijven. Ondanks het feit dat dit onderwerp mij zaterdagmiddag rond kwart over vier toch wel enige keren als tip meegegeven werd. En dat wimpelde ik toen nog gedecideerd af. Misschien mede ingegeven omdat het over een specifieke scheidsrechter ging. En omdat we verloren hebben, waardoor de ongetwijfeld meelezende tegenstander(s) dit als een van mijn zuurste en onsportiefste blogs zullen gaan beschouwen.
Maar toch kan ik het niet laten om de scheids in een breder perspectief aan de orde te stellen. Zelf moet ik niets van het edele fluitwerk hebben. Toegegeven, de jongste jeugd gaat zeker nog wel en daar hoef je eigenlijk alleen maar voor het begin- en eindsignaal te fluiten. Maar naarmate de jeugd ouder wordt, worden ze ook mondiger. En zelf heb ik altijd wel tijdens wedstrijden een situatie of vier, vijf waarover ik twijfel hoe in te grijpen. En wanneer ook de toeschouwers nog eens beginnen te ‘roap’n en reren’ is voor mij de lol er helemaal wel af.
Om over de rol van grensrechter helemaal maar te zwijgen. Als ze in de top al cruciale fouten maken, hoe kan ik dan beoordelen of iets net wel of niet buitenspel is? Het vak wordt nog leuker wanneer de toeschouwers van de tegenstander achter je staan te belken. Uiteraard zijn ze het zelden of nooit met je eens wanneer je voor de zoveelste keer het vlaggetje omhoog steekt omdat je denkt dat de spits iets te ver aan het ‘schoffieloeren’ is en dus in buitenspelpositie staat…..
En daarbij zei ook een van onze tegenstanders het zaterdag zo treffend: ‘Je moet blij zijn dat er elke week nog zo’n gek is die wil fluiten!’ En daar heeft hij zeker gelijk in. Hoewel ze wel steeds schaarser lijken te worden. Zou er ooit nog eens een tijd komen dat we het zonder scheidsrechter moeten doen? Zeer benieuwd hoe een wedstrijd zich dan gaat ontwikkelen…..
Ik heb mij kortom al aan alle kanten ingedekt wanneer ik aan dit verhaal over de scheidsrechter van zaterdag jl. begin. We hebben inderdaad verloren, nipt met 3-2. Objectief beschouwt, qua zuivere kansenverhouding, een terechte uitslag. Zoals de eerder geciteerde tegenstander ook al opmerkte: ‘we kunnen onszelf alleen verwijten dat we de wedstrijd niet eerder beslist hebben.’ Ik kijk echter met een blauwwitte in plaats van groenwitte bril naar het geheel en denk vervolgens dat 2-2 een juiste weerspiegeling van de wedstrijd was geweest. En dan kom ik toch uit bij de scheidsrechter….
Het begon toen onze voorstopper tussen drie verdedigers in een bal kopte en daarbij schijnbaar geduwd had. De vrije trap tegen ging uiteraard gepaard met een opmerking. Dat leverde hem een gele kaart op. Vroeger had hem dat ongeveer €15,- gekost, tegenwoordig word je tien minuten uit het veld gestuurd. Toch wisten we via een attente Abeltje een 0-1 voorsprong te pakken toen we weer compleet waren.
Die ging vervolgens discutabel in rook op toen een bal, in mijn ogen inderdaad, tegen de arm van een van onze verdedigers kwam, toevallig ook de man van de gele kaart. Volgens mijn interpretatie moet de hand naar de bal gaan om een penalty te geven maar daar dacht de leidsman anders over. De reeds twee keer geciteerde tegenstander schoot onberispelijk raak. Deze scheidsrechterlijke dwaling had hij begin tweede helft goed kunnen maken. Hij constateerde inderdaad een overtreding maar legde de bal tot verbazing van vriend en vijand net buiten de zestien in plaats van op de stip…..
En daar wil ik het eigenlijk bij laten. Zijn juichmomentje bij de 3-2 is hem vergeven dus. Want ondanks dit zure verlies wil ik zo’n zaterdagmiddag voor geen goud missen. Gouden momenten inderdaad die je alleen meemaakt in de duistere krochten van het keldervoetbal. Zo presteerde onze jongste telg het om zich te verslapen. Dat valt waarachtig nog niet mee wanneer je pas om kwart voor twee moet vertrekken. Bij aankomst bleek hij ook nog eens zijn voetbalschoenen te zijn vergeten. De onvermijdelijke terugtocht naar huis leverde hem uiteraard een wisselbeurt en het nodige hoongelach op.
En wat te denken van de tegenstander? Zandeweer is een prachtig dorpje met nog geen vijfhonderd inwoners. Daardoor ging men ooit met het nog veel kleinere Eppenhuizen een Combinatie aan om te kunnen voetballen. ZEC was geboren en weet nog steeds twee seniorenteams op de been te brengen. En dus is het genieten geblazen wanneer je de auto bij het vermaarde ‘Klokhoes’ parkeert. Op het veld heb je een prachtig uitzicht op de markante kerktoren van Zandeweer. In de kantine ontwaarde ik een gezellige stamtafel en de nostalgie vierde hoogtij toen ik onze oude kantine-overkapping terugzag die nu in Zandeweer dienst doet. En er lag zelfs een clubblad op tafel…..
Op slag was alles vergeven en vergeten. Ooit winnen we nog eens met het vierde bij ZEC 2. Hetzij met, hetzij zonder de beruchte scheidsrechter van dienst……