In zo’n augustusmaand ben je toch nog een beetje in de vakantiestemming, ondanks het feit dat ik al weer twee weken aan het werk ben. De scholen zijn nog niet begonnen, het vrijwilligerswerk ligt op een lager pitje. Vandaar dat mij jl. vrijdag het gevoel bekroop om even weer in Bedum te kijken. Iets specifieker, in Hotel ’t Gemeentehuis, gelegen in het centrum van het dorp aan het Boterdiep, vlakbij de wereldberoemde Walfriduskerk.
Ik mag er graag even heen gaan. De gebroeders Walraven zijn altijd goed gemutst, de/het café/hotel/vergaderruimte/ontmoetingsplek ademt nog de unieke, gemoedelijke sfeer van vroeger uit en gaat de kok niet met een dochter van de buschauffeur uit Middelstum? Dat laatste maakt niets uit natuurlijk want het eten smaakt er altijd goed. Daar heb ik vorig jaar augustus al een column aan gewijd maar dat ging over een uitgebreide maaltijd, inclusief de heerlijke Beemer Gebraad. Mijn persoonlijke favoriet, waarmee ik steevast het diner begin. Deze vrijdag heb ik mij voor genomen om er eens lekker te gaan lunchen….
Wanneer ik de deur opentrek, voel ik mij zo’n dorpsnotabele uit het eind van de negentiende eeuw die zich even later in de bovenzaal zal buigen over de onbeduidende problematiek van de te volgen route van de postkoets door het dorp. Het voelt eigenlijk als thuiskomen. Harold heeft net zijn toko opengegooid en heet mij met een warme grijns op het gezicht van harte welkom. Het gaat lekker volgens mij met deze grootgrondbezitter die onlangs met zijn nog bijna kersverse partner een huis gekocht heeft in Bedum. Vlakbij zijn Gemeentehuis. Hij heeft het klussen tijdelijk vaarwel gezegd en duikt vervolgens snel de keuken in want de eerder genoemde kok heeft nog vakantie.
Dat geeft mij mooi even de tijd om met Harold zijn jongere broer Sander te babbelen die tegenwoordig ook vijf dagen in de week in het hotel te vinden is. Zijn geschiedenis komt aardig overeen met die van zijn broer. In zijn tienerjaren was hij vaak in het café te vinden als afwasser. Later zegde hij zijn baan bij de Jumbo op voor een jaartje horeca-ervaring in Luxemburg. Maar toen zijn broer hem nodig had in het hotel was de keuze snel gemaakt. Hij keerde ras terug naar zijn roots, back to Bedum dus.
Het wordt steeds drukker in de zaak maar gelukkig heb ik bij binnenkomst al enige bekende ‘koppen’ getraceerd waar ik tussendoor even mee kan praten. De ondernemende keeper bijvoorbeeld met zijn partner die hier regelmatig komen lunchen. De vierde man kan ik niet zo goed thuisbrengen maar hij was het volgens mij die wist dat er op foto’s auteursrechten kunnen zitten.
Nummer drie blijkt een achterneef van de Walravens te zijn, gezegend met dezelfde achternaam. En Luit Timmer, waar ik eerder die week op pensionadogesprek was geweest, is een oom van hem. Een klein wereldje inderdaad waarna ook de toestand bij de plaatselijke voetbalvereniging niet onbesproken blijft. En dat ik naast het dragen van een VV Middelstum trainingsjasje ook nog eens om een chocomelk vraag, roept de nodige vraagtekens op….
Maar mijn maag begint gevaarlijk te rammelen en gelukkig heeft Harold ondertussen niet stilgezeten in de keuken. Even later krijg ik een overheerlijke boerenomelet voorgeschoteld met groente en een toefje salade. Of ie smaakt, vraagt Sander even later. En dat doet ie inderdaad. ‘Anders had je een nieuwe gekregen hoor!’. Dat zou wat geweest zijn. Uiteraard is dat niet nodig. Tussen de bedrijven door geniet ik van mijn uitzicht op het nieuwe appartementencomplex aan het water. Even overweeg ik nog een krantje van de stamtafel te pakken maar een andere lunchgast is mij net voor.
Vervolgens kan ik onder het genot van een kopje koffie nog even uitbuiken. De mail wordt gecheckt, enige Facebookberichten beantwoord. Voordat een volgende groep lunchers zich kan installeren, heb ik al afgerekend. Nog even een laatste groet naar de gebroeders onder het uitroepen van ‘tot ziens’. Een waterig zonnetje verdrijft het wolkendek dat mij op de heenreis bijna een nat pak bezorgd heeft op mijn fietsje. Ik kan nog even nagenieten dus van een heerlijk uurtje Hotel ‘t Gemeentehuis Bedum, daar waar het leven altijd goed is. Misschien moet ik van deze lunch maar een jaarlijkse traditie maken…..