Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Willem Wiltjer is ook mijn volledige naam. Ik ben op 20 maart 1943 geboren aan de Schoolstraat (leutje stroatje) in Middelstum. Als 2e zoon van een groot arbeidersgezin dat uit tien kinderen bestond. Mijn vader was landarbeider, hij heeft jarenlang bij Melle Doornbos in Oosterburen gewerkt. Toen ik zeven jaar was, verhuisde ons gezin naar de 2e BE-Dwarsweg. Een kinderrijke buurt want ook de familie Haan had wel tien kinderen volgens mij.
Ik heb hier tot mijn 24e gewoond hoewel ik tussendoor vaak weg was ‘op zee’. Na ons trouwen zijn we in Huizinge gaan wonen. Twee jaar later verhuisden we al weer terug naar Middelstum naar een boerderij aan de Delleweg die inmiddels al lang is afgebroken. Na enige jaren Klaproosstraat volgden tien jaren aan de Heerestraat. Inmiddels wonen we al weer 25 jaar aan de Burchtstraat. Op aanraden van onze oudste dochter want toen Gerrie Bullema zijn huis te koop zette, zei zij tegen ons: ‘Er komt nu een huis vrij, waar jullie vast wel willen wonen!’ En dat was ook zo….
We hebben nooit overwogen om uit Middelstum weg te gaan. Ik was voor mijn werk vaak van huis dus moesten we ergens wonen waar mijn vrouw het goed naar de zin had. En hoewel ze oorspronkelijk uit Bedum komt, wil ook zij niet meer weg uit Middelstum.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben op 25 februari 1966 getrouwd met Grietje Pieterman, zij is twee jaar jonger dan ik. Hilbrand en Tiny Poortinga, die toen in de Heerestraat woonden, hebben ons aan elkaar gekoppeld. Volgens Tiny, die ook uit Bedum kwam, pasten wij heel goed bij elkaar. En daar had ze gelijk in want de vonk sloeg al heel snel over.
Het huwelijk heeft ons twee dochters geschonken. Janneke woont samen met Bert van Dijken naast ons. Zij is 52 jaar en heeft drie kinderen: Mariska, Suzanne en Marco. Johanna is een jaar jonger, woont met Pieter Jan aan het Boterdiep en zij hebben twee zoons: Rick en Ruben. Wij hebben vijf kleinkinderen dus, in leeftijd variërend van 18 tot 24 jaar.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school heb ik het nog drie maanden volgehouden op de ULO, toen was ik er zat van. Mijn ouweheer zei nog tegen mij: “Doar kriegst spiet van!” Toen ik na verloop van tijd enige maanden met een schep bezig moest onder de dorsmachine van boer Toxopeüs moest ik hem gelijk geven. Ook het werken bij de buizenfabriek op Boerdam was niet je van het. Toen ik eens op het dak van dit bedrijf stond, zag ik Groningen in de verte liggen. Ik heb toen wel eens gedacht: “Zou ik ooit verder komen dan daar?” Het leven in Middelstum benauwde mij toen een beetje.
Broer Elle was een jaar ouder en hij zat bij de marine. Dat leek mij ook wel wat. Ik liet mij op vijftien jarige leeftijd keuren en toen ik net zestien geworden was moest ik voor mijn opleiding al zes weken naar Hilversum. Dat was best wel jong inderdaad maar last van heimwee heb ik nooit gehad. Tijdens mijn opleiding heb ik heel wat van de wereld gezien: Barcelona, Valencia, Noord-Afrika, Gibraltar, Malta.
De tweede reis was een gedenkwaardige. We gingen naar de Middelandse Zee en vanaf ankerplaats Gibraltar moesten we naar Agadir in Marokka. Via de meldkamer kregen we te horen dat deze stad getroffen was door een zware aardbeving. Later heb ik wel eens gelezen dat deze aardbeving aan 13.000 mensen het leven gekost heeft. Wij moesten hulp verlenen in de stad maar troffen eigenlijk alleen maar dode mensen aan. Ik geloof dat onze troepen wel 500 lijken geruimd hebben. Ik was toen dus nog maar zestien jaar oud….
Den Helder werd na de opleiding op papier mijn woonplaats. In die tijd ging je na de opleiding of naar Nieuw-Guinea of naar ‘De West’. Ik had geluk want ik kwam op de Nederlandse Antillen terecht. Dat was een straf hoor. We moesten tot 14.00 uur aan het werk en konden vervolgens op het strand liggen en in zee zwemmen. Het marineleven beviel zo goed dat ik al aan had gegeven bij te willen tekenen. Maar toen ik een serieuze relatie kreeg, ben ik hier op teruggekomen. Ik wilde geen boeman worden die zijn kinderen nooit zag. Dit leidde nog tot veertien dagen licht arrest wegens het veroorzaken van administratieve moeilijkheden…..
En toen moest ik dus wat anders zien te vinden. Ik heb toen wel tegen Grietje gezegd dat ik werk wilde hebben wat ik leuk vond om te doen. Maar wel met als voorwaarde dat ik in de weekenden thuis zou zijn. Tijdens mijn marinetijd heb ik al mijn rijbewijzen gehaald. Dat ik vervolgens vrachtwagenchauffeur werd, was dus eigenlijk niet zo verwonderlijk. Eerst had ik voornamelijk ritjes in de buurt, later werden het internationale ritten. Dat kwam ook doordat ik in het begin verschillende bazen heb gehad waarbij het niet zo goed ging en die qua personeel in moesten krimpen.
Dit veranderde toen ik in het vleesvervoer terecht kwam. Ik moest regelmatig naar Ierland, vaak over slecht begaanbare wegen. Een enkele keer deed ik Noord-Ierland aan maar toen ik ’s nachts machinegeweren hoorde afgaan heb ik tegen mijn baas gezegd dat ik die kant niet meer op wilde. We hebben het nu over eind jaren zestig, begin jaren zeventig.
Niet veel later ging ik bij Janske van Leeuwen uit Stedum aan het werk, in die tijd reed ik veel op Scandinavië. Janske reed ook veel voor Lommerts en toen hij in moest krimpen heeft hij er voor gezorgd dat ik daar aan het werk kon. Ik heb al met al 25 jaar voor Lommerts gewerkt waarvan dertien jaar met een eigen vrachtwagen. Ik reed veel op Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en België. Italië vermeed ik liever, daar werd wel eens een vrachtwagen gestolen.
Bij Lommerts heb ik een geweldige tijd gehad, alles was altijd keurig geregeld. Toen ik weg ging bij Janske kreeg ik mijn vakantiegeld mee om vervolgens bij Lommerts weer het nodige vakantiegeld te krijgen. Alle bonussen waar ik recht op had, werden altijd keurig op tijd betaald. Al met al heb ik 37 jaar met heel veel plezier als vrachtwagenchauffeur gewerkt. Eigenlijk nog veel langer maar daar komen we zo op.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik kon in 2002 stoppen met werken door gebruik te maken van een goede VUT-regeling, ik was toen 59 jaar. Het duurde maar even of ik werd weer benaderd door mensen met de vraag of ik nog wat klusjes voor ze kon doen. Zo zocht Klaas Oomkens iemand die af en toe zijn kozijnen weg kon brengen. Lang heb ik de boot afgehouden, volgens de regeltjes moest ik eerst 65 jaar zijn voordat ik weer aan de bak mocht. Wim van Zanten heeft dat in zijn oren geknoopt en toen ik die leeftijd bereikt had, benaderde hij mij voor de bietencampagne.
En zo ben ik weer aan het rijden gegaan. Niet meer volledig hoor maar voor drie dagen of nachten in de week. Eerst hier in de buurt, later haalde ik de bieten uit Noord-Holland. Toen reed ik alleen ’s nachts. Lekker rustig om over de Afsluitdijk te rijden zonder dat er andere weggebruikers zijn. Twee jaar geleden ben ik er definitief mee gestopt.
Vervelen doe ik mij gelukkig nog steeds niet. We stappen regelmatig op de fiets en ik mag graag tuinieren en computeren. Vroeger had ik een motor maar daar had en heeft Grietje niets mee. Ik heb ooit zo’n mooie Honda Goldwin gehad met voor haar een ‘stoel’ waarin ze kon zitten maar ze vond er niets aan. Ook heb ik jarenlang vuurwapens gehad waarmee ik de schietsport beoefende in Uithuizen en Spijk. De munitie maakte ik zelf en ik was voornamelijk actief op de 100 meter banen.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Onze trouwdag en de geboorte van de kinderen en kleinkinderen. Maar dat is vast voor iedereen hetzelfde. Ik ben heel blij hoor met mijn kroost en de kleinkinderen die hier regelmatig even binnenwippen. Dat is een voordeel wanneer ze zo dicht in de buurt wonen. En ook over onze andere buren hebben we niets te klagen, wat dat betreft hebben we nooit ruzie gehad. Je hoort wel eens andere verhalen inderdaad.
En de dieptepunten?
Toen ik op Curaçao zat, kreeg ik te horen dat mijn moeder ernstig ziek was. Ze bleek kanker te hebben. Het viel nog niet mee om mij te bereiken, bij de marine wisten ze niet precies waar ik zat. Maar vervolgens hebben ze wel geregeld dat ik naar huis kon. Middels een vliegreis via New York kwam ik op Schiphol aan en daar stond al een marinewagen klaar om mij naar huis te brengen. Ik was nog maar twintig jaar toen mijn moeder op 43-jarige leeftijd overleed. Ook mijn broer Jan mocht maar 42 jaar oud worden.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Grietje en Janneke zijn regelmatig met mij mee geweest op de vrachtwagen. Dat vond ik wel gezellig. Lifters nam ik nooit mee maar vrouw en kinderen is natuurlijk een heel ander verhaal. Wel moest ik ze altijd op de wilde zwijnen en rendieren wijzen die vooral in Zweden veel te zien waren. Soms reden we bijna over ze heen en nog hadden ze het niet door.
Jo is niet zo vaak mee geweest, zij vond het thuis gezelliger. Misschien heeft ze ook wel last gehad van de staking bij de Oostenrijkse grens waardoor we heel lang moesten wachten. Als ze toen ja had gezegd tegen alles wat de andere chauffeurs haar aan eten en snoepgoed aanboden dan had de koelkast nu nog vol gezeten.
Haar man, Pieter Jan van der Laan, is twee keer mee geweest en beide keren kwamen we toevallig net in een groot carnaval terecht in het Schwarzwald. We namen plaats aan de lange tafels en voor slecht vijf DM mochten we volop meefeesten. Dit leek ons wel wat. Eerst aan de bier, later aan de witte wijn die in longdrinkglazen werd geschonken toen de wijnglazen opwaren. Heel gezellig maar de dag er op had ik een flinke griep te pakken…..
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Geen bijzonderheden meer. We hebben genoeg gereisd en zijn zelfs niet meer in het bezit van een eigen auto. De laatste auto die we hadden zag er aan de buitenkant nog goed uit maar daar viel de onderkant bijna van weg. Die moesten we dus kwijt, ik heb er nog €150,- voor gekregen.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
‘Moeke, waist du nog wat woar ik spiet van ken hebb’n?!’ Ik zal het eigenlijk niet weten. Wel dat je beter spijt kunt hebben van dingen die je hebt gedaan dan van dingen die je niet hebt gegaan. Zo luidt dat gezegde toch?
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een negen! Een tien kan voor ons Groningers natuurlijk niet…
Wilt u verder nog iets kwijt?
Volgens mij hebben we alles wel bij de kop gehad. Onze vakanties hebben we trouwens vaak in Oostenrijk doorgebracht, een prachtig land. Man, ik heb de goede tijd meegemaakt en de hele technologische ontwikkeling doorlopen. In het begin schreef ik onderweg wel kaartjes die ik mee nam naar huis. Daar heb ik heel wat kosten mee bespaard.
Later kreeg ik zo’n mobieltje mee en belde ik dagelijks even met het thuisfront. De charme is er wat dat betreft wel vanaf. De baas weet altijd waar je zit. Even spontaan verdwalen om een goed restaurant of een gezellig café te zoeken, zit er niet meer in…..