Wat mij betreft het meest opvallende nieuws van vorige week. En ik altijd maar denken dat een of twee drankjes op een dag juist goed voor mij waren. Niet dat ik dat dagelijks doe, ik spaar het liever op voor het weekend om ze dan in een keer ten gelde te maken. Dat zal ook wel niet goed zijn voor de gezondheid. Misschien nog wel minder….
Pa was de laatste jaren aan de G.A.-straat ook altijd van een wijntje voor het slapen gaan. Hij is er in elk geval 85 jaar mee geworden. Nu net zou oud als mijn moeder toen zij overleed. Zij dronk bijna nooit, misschien hooguit een advocaatje op zijn tijd. Wanneer ik hun laatste jaren zo analyseer dan zou ik bijna alcoholist worden. Moeder bracht haar laatste vijf levensjaren in een dementerende fase door. En als ik pa de afgelopen zes weken zo zag in het ziekenhuis en in het verzorgingstehuis dan stel ik mij ook vaak de vraag: ‘Wil ik eigenlijk wel zo oud worden?’
De oplossing is simpel dus, flink alcohol drinken. Echt een flinke innemer ben ik nu ook weer niet. Stel je voor dat ik wekelijks gemiddeld maximaal 15 alcoholische consumpties nuttig. Dat scheelt dus wekelijks gezien 7,5 mensenuur, maandelijks een uurtje of 30 en jaarlijks 360. Gedeeld door 24 is dat vijftien dagen. Dus nog 34 jaar zo doordrinken, als mij dat gegeven is natuurlijk, scheelt dik twee jaar. En met alles wat ik tot dusver gedronken heb dus ongeveer een jaartje of vijf. Doortrekkend naar mijn ouders zou ik dus rond de 80 afscheid van het leven kunnen nemen….
Dat zijn boude gedachten inderdaad. Misschien ben ik tegen die tijd nog wel topfit en bezig aan mijn 3e jeugd. Ik denk dat de kans groter is dat ik niet zo veel meer kan. Een beetje door mijn bejaardenkamertje schuifelen, dan houdt het wel op, schat ik zo in. En dus bevind ik mij nog steeds in de jaren dat ik het er van moet nemen. En dat doe ik dan ook maar.
Zoals vorige week in Zalencentrum Vita Nova waar een heus jaren ’70, ’80 en ‘90 dansfeest georganiseerd werd. Wat was dat gezellig zeg en wat een volle bak. ‘Volgens mie dik draihonderd man’, aldus medeorganisator Martin Rozeboom. Onder hen ook verdacht veel jongeren van onder de twintig. ‘Die zijn al lang blij dat er weer wat te doun is ien durp’, merkte een vader van twee zoons op die hier ook aanwezig waren. En hij somde op waar hij vroeger wel niet heen kon in het weekend: ‘Skopje, Tonight, 538, Fame, de Kameleon’. Ik somde moeiteloos door en verder: ‘Kruisweg in Marum, Pruim in Zevenhuizen en uiteraard Moonlight in Middelstum.’ En dan heb ik het nog niet eens over al die danspaleizen in Groningen gehad.
Gerrit Koning zei het in een interview die ik vorig jaar met hem had. ‘Die Fame-tijd hé, dat is achteraf toch wel de mooiste tijd uit mijn horecaleven geweest. Ik zal alles wat ik nu heb daar wel weer voor op willen geven. Maar die tijden zijn geweest en komen ook niet meer.’ En dus genoot ik maar extra van deze 14e april 2018. Met een biertje in de hand, weer een half uurtje leven ingeleverd inderdaad, hangend over de balustrade. Glurend naar de mensen op de dansvloer, mijzelf moed indrinkend, zoekend naar een geschikt moment om zelf de voetjes van de vloer te dansen. En dat lukte tijdens het laatste uurtje prima…..
‘Dat moeten we vaker doen!’ En dus zal dat vast ook nog wel weer gebeuren. Oude rockers die in gedachten terugkeren naar hun jonge jeugdjaren. Met de Puch naar 538, misschien op de terugweg wel een lekker chickie met wilde, dansende en glanzende haren achterop. Diep in de nacht, op weg naar onvergetelijke uren. Momenten waar ook onze jeugd vast wel eens naar verlangt. In het oude Moonlight in Middelstum ligt nog steeds de kelder. Te wachten op ultieme dansmomenten die er nu niet meer zijn. Misschien wat voor een nieuwe jeugdsoos? Of Martin’s volgende danslocatie om terug te gaan in te tijd?
De tijd, de hoeveelheid die ons nog te wachten staat hebben we dus zelf deels in de hand, zal het leren…..