Als klein meisje van 3 jaar wilde ik altijd elke dag hetzelfde verhaaltje horen. Het verhaal over het dochtertje van Jaïrus. Dag in, dag uit pakte mijn moeder de kinderbijbel van Anne de Vries, zo één met van die mooie pentekeningen. Een jaren zeventig voorkantje, lekker bruin met oranje. Best bijzonder dat ik dit verhaal toch elke keer weer wilde horen. Het zieke meisje, liggend op een bed, ten dode opgeschreven. De mensen om haar heen waren verdrietig want ze zou sterven, ze zou niet meer beter worden.
Er zou een wonder moeten gebeuren, de mensen geloofden er niet meer in. De vader van het meisje, Jaïrus, gelooft er nog wel in en rent naar de wijze man en roept om hulp. ‘Kunt u mijn dochter beter maken’? De wijze man komt met hem mee. Hij loopt naar het bed van het meisje en zegt: ’Meisje, sta op!’. En er gebeurt een wonder. Het meisje doet haar ogen open, gaat zitten, kijkt iedereen in de kamer aan, en loopt zo naar haar moeder toe. Het meisje leeft!
Heel bijzonder om dit verhaal maar steeds weer te willen horen als 3 jarig meisje. Jaren later begreep ik pas waarom dit verhaal me zo moet hebben aangegrepen. Al in een eerdere column schreef ik over mijn beroep als kinderverpleegkundige. Als 3 jarig meisje zat dit er kennelijk al in; dit verhaal komt vandaag de dag nog steeds voor. In mijn werk heb ik het de afgelopen jaren een aantal keren mee mogen maken.
Wonderen bestaan dus nog steeds…..Kinderen zó ziek, ten dode opgeschreven, als dokters en zusters staan we soms met de rug tegen de muur. Maar zodra er maar één klein stukje strohalm is om aan vast te houden is, dan proberen de wijze mannen en vrouwen, de doctoren, nog datgene te doen wat mogelijk is. Zekerheid in het leven heb je nooit, maar we nemen de kans die er is. We zijn immers dokter en verpleegkundige geworden om de kinderen beter te maken.
En gelukkig…..ik kan een aantal kinderen van de afgelopen 18 jaar opnoemen waarvan we dachten dat ze niet meer beter zouden worden. Ze hebben soms 3x voor de hemelpoort gestaan, maar zijn nog steeds onder ons. En deze wonderen geven ons kracht om door te gaan. Want natuurlijk is er niet altijd dat wonder dat we soms zo hard nodig hebben. En dan stel ik me steeds weer de vraag: ‘Waarom de één wel en de ander niet’.
Helaas krijg ik op deze vraag nooit het antwoord. Dat maakt me verdrietig en soms ook boos. En dat maakt mijn vak ook best eens zwaar. Maar op een dag als vandaag, de zon schijnt, de lucht is mooi blauw, geniet ik van de wonderen om mij heen. Want elke dag is er één en daar mogen we van genieten. Heb elkaar lief, wees vriendelijk en ga je dromen verwezenlijken. Morgen kan namelijk alles anders zijn.