In februari 2015 tijdens Wereldkankerdag kreeg Hennie Plijter te horen dat ze nog maar drie maanden te leven had. Toen stortte haar wereld en die van haar man Willem in. Maar Hennie kon zich bij deze mededeling geen voorstelling maken en zich er al helemaal niet bij neerleggen. En ze stelde zichzelf bijzondere doelstellingen. Met als gevolg dit verbazingwekkende en hoopvolle verhaal. Hennie: ‘Met dit relaas wil ik toch een positief signaal afgegeven. Misschien dat andere mensen er iets aan hebben. Dat is de belangrijkste drijfveer om aan dit interview mee te doen.’ Hennie staat nog volop in het leven en heeft geleerd om van kleine dingen te genieten…..
De eerste verschijnselen
Waar dit verhaal te beginnen? Misschien wel in november 2013 toen de vader van Hennie steeds meer begon te kwakkelen en in het ziekenhuis terechtkwam. Een hectische tijd brak aan met naast haar werk in de zorg, ook de zorg om haar vader. In het half jaar dat volgde, voelde ze zich zelf ook niet al te lekker: ‘Ik was zo vermoeid dat ik wel eens gedacht heb dat ik zo dood neer zou kunnen vallen’. Maar met soms 5, 6 werkdagen achter elkaar en het op en neer reizen naar haar vader was dit misschien wel verklaarbaar. Voor de schouder die vastzat werd de fysiotherapeut bezocht. De vermoeidheid nam verder toe, halverwege een douchebeurt moest ze eerst op adem komen door op een krukje te gaan zitten.
In juni 2014 overleed haar vader, een vakantie naar Sauerland volgde. Daar kwam ze niet tot rust. Ze was na de vakantie nog zo vermoeid dat ze zich ziek meldde voor het werk. “Iedereen was er van overtuigd dat ik wat had maar niemand kon iets vinden”. In januari 2015 werd haar een eigen revalidatiearts in het UMCG toegewezen. Een maand later kreeg ze heel veel buikpijn, pijn die ook enige dagen aanhield. Er werd een echo gemaakt van haar buik en later die dag stond haar huisarts maar zo op de stoep. Of ze haar man Willem even wilde bellen…..
Keiharde mededeling
“De mededeling dat ik kanker in mijn darmen en in de lever had, viel ons rauw op het dak. Er gingen een aantal dingen door mijn hoofd: ‘Zo voelt kanker dus. Maar ook, ik heb dus toch wat onder de leden. Ik ben dus niet gek!’ Ik ging de mallemolen in en de verwachtingen waren niet best. Op Wereldkankerdag in februari kreeg ik te horen dat mijn levensverwachting nog maar drie maanden was. En hoe ga je daar mee om? Eigenlijk kon ik er niets mee. Ik zat op de dag dat ik het nieuws hoorde, gewoon bij Karen in de kapsalon. Achteraf hoorde ik wel dat ik niet helemaal mijzelf was.
Aanvullende bezoeken bij een maag-darmspecialist en oncoloog gaven echter nieuwe hoop. Ik kreeg chemokuren en slikte tabletten. Ik heb direct al tegen Willem en de andere mensen die mij dierbaar zijn gezegd dat ik niet op zou geven. ‘Ik ga nog lang niet dood, er valt nog zoveel te doen. Jullie zijn nog lang niet van mij af!’ Het zal mij lukken om er mee te dealen, ook met alle bijwerkingen. In de maanden er na werden de berichten positiever, de tumoren kleiner.”
Positieve ontwikkelingen
“In september volgde een ziekenhuisopname van drie weken en een operatie van 14,5 uur waarbij 1 meter dikke darm, 60 centimeter dunne darm en drie kwart van mijn lever verwijderd werd. De operatie was goed gelukt en ik mocht naar huis om te herstellen. Ik was blij met de thuiszorg maar had ook zoiets van, die werkzaamheden wil ik zelf kunnen. En dus ging Willem een kwartier eerder uit bed om spullen klaar te zetten en ging ik zelf aan de slag.
Helaas wees een nieuwe scan uit dat de tumoren in de lever weer teruggekomen waren, de darmen waren echter wel schoon. Er waren nog levensrekkende chemokuren mogelijk die de kwaliteit van het leven nog wat konden verhogen. In december 2015 gaven ze me nog een levensverwachting van zes maanden. Ik besloot er weer vol voor te gaan. De behandelingen sloegen aan tot april 2017, toen begonnen de tumoren weer te groeien. Maar ik was inmiddels fysiek en mentaal zo sterk geworden dat ik in aanmerking kwam voor een nieuwe, zwaardere chemokuur.”
“Bijzonder uitzonderlijk”
“En daar ben ik nu dus al weer een half jaar mee bezig. Om de week onderga ik een chemokuur en ik moet zeggen dat de bijwerkingen mee vallen. Wel ben ik na een kuur een dag of 3,4 wat weeïg en ook het reactievermogen is wat minder. Maar ik ben gelukkig niet misselijk. En de artsen staan versteld. Toen we op 19 oktober de uitkomst van de scan te horen kregen, sprak de oncoloog de prachtige woorden: “Dit is bijzonder uitzonderlijk!” De chemo’s slaan aan en sommige tumoren in de lever zijn de helft in omvang verkleind! Ook de twee tumoren in mijn rechterlong zijn kleiner geworden. Dat was natuurlijk geweldig nieuws, daar krijg je toch een boost van!
Deze behandeling is de laatste die ze me kunnen bieden. Maar de ontwikkelingen gaan razendsnel dus wie weet. Mijn geheim? Ik denk dat mijn positiviteit zeker geholpen heeft. Ik ben weer gaan lopen en al moest ik ook uitrusten tegen een lantaarnpaal of schutting, ik zette door. Deze zomer heb ik het fietsen weer opgepakt. Ik moest voor die tijd wel allerlei evenwichtsoefeningen doen, maar ik ging er voor. Willem verklaarde mij voor gek en rende tijdens mijn eerste fietsmeters naast mij mee. Maar ook dit ging goed!”
Hoe er mee om te gaan?
“Ik kreeg in het begin van mensen te horen dat we het er van moesten nemen, op vakantie gaan enz.. ‘Het kan nu nog’. Maar Willem en ik genieten van kleine dingen. Van elkaars aanwezigheid, van het buiten zitten, mijn dochter en familie en vrienden, twee kleindochters die komen logeren en mij ontroerden door hun haar te laten groeien voor oma’s eventuele pruik, de vogelhuisjes in de tuin en de verbouwing in het huis die zijn einde nadert. En ik verheug mij al weer op het voorjaar, dan kan ik weer lekker de tuin in.
Wanneer ik een aarzeling bij mensen voel of ze op mij af moeten stappen om te vragen hoe het met mij is, dan stap ik zelf op ze af met de vraag hoe het met ze gaat. Dan voel je al een opluchting. Ik wil ook op de hoogte blijven van ontwikkelingen en nieuws om mij heen, dat houdt mij mentaal scherp. Vaak merk je wel dat ze je willen ontzien maar ik ben juist heel nieuwsgierig en wil alles weten.
Nee, een levensverwachting geven ze nu niet meer af. Daar moeten ze sowieso mee ophouden, vind ik. Waar ik in februari 2015 te horen kreeg dat ik nog drie maanden had, is dit straks bij de Bedumer Winterloop een mededeling geweest van drie jaar geleden. De Winterloop vind ik trouwens vanaf het begin een fantastisch evenement. Ik kan het ook goed met Klaes vinden, hij komt hier wel eens langs om te praten en heeft natuurlijk ook zijn eigen verhaal. Deze zomer hebben Willem en ik een week van zijn woonboot gebruik mogen maken met zijn tweeën. Dat waren heerlijke dagen.
De doelen zijn weer bekend, we weten waar het geld heengaat en dat het goed besteed wordt! ‘It ain’t over till it’s over’ zou inderdaad wel een goede titel voor dit verhaal kunnen zijn, we gaan er voor…..”