Dinsdagmiddag in oktober, uurtje of drie. Ik zit op Texel. Lekker genieten van de laatste stuiptrekkingen van de Nederlandse nazomerzon. Het kan nu nog. Terras vol. Vrouw zit naast me en samen verdiepen we ons in de plaatselijke cultuur door steevast een Skuumkoppe te bestellen: de overheerlijke Texelse variant op bier. Of pils. Wat u maar wilt. We geven onze ogen ruimschoots de kost. Een enorme diversiteit aan mensen passeert namelijk de revue. Groot, klein, dik, dun, oud, wat minder oud en her en der wat verdwaalde jonge bloemen die ogenschijnlijk per ongeluk op deze plek terecht gekomen zijn. Het is er goed toeven. Geen haast, geen stress. Even bijtanken. En in het geval van mij en vrouw nemen we dat altijd vrij letterlijk. De Skuumkoppes vloeien dan ook rijkelijk en het vocht werkt heerlijk verlamm(er)end. De nazomerzon doet de rest.
We keuvelen wat over koetjes en kalfjes. Totdat vrouw opeens opmerkt: “Hee, het is vandaag toch de 10e?”. “Euhm ja, hoezo?” antwoord ik bevestigend. “Ok, dan is toch ook altijd de trekking van de Staatsloterij?” Verhip, dat is waar ook. Ik zou deze maand meespelen. Je weet immers maar nooit… Een snelle blik in de Dorpsstraat van De Koog leert mij dat er op oogafstand een winkeltje is waar ze dergelijke loten verkopen. Vrouw en ik besluiten er straks even langs te lopen. Maar eerst nog een Skuumkoppe. Alles op z’n tijd. We doen ons nog even tegoed aan een overheerlijke bittergarnituur en besluiten rond een uur of 17 om de rekening te vragen. “Even kijken, dat wordt dan 61,45 alstublieft.” Een best bedrag. Maar goed, na genoeg bier lijkt de rekening altijd mee te vallen. En nu helemaal. Ik maak vanavond immers kans om multimiljonair te worden. “Alstublieft meneer, hier heeft u 70. Laat de rest maar zitten.”
Vrouw en ik verlaten onze terrasstoelen en besluiten nog een klein dorps-ommetje te maken voordat we onze loten naar geluk aan gaan schaffen. We slenteren langs de vele terrasjes en winkeltjes die De Koog te bieden heeft. Het oogt haast mediterraans. Even met de ogen knijpen en je waant je met een heel klein beetje fantasie in een Italiaanse ‘via’. Dat is Italiaans voor ‘straat’. Heb ik geleerd toen ik onlangs met vrouw in Pisa was. Het leven verandert er verder niet door, maar het blijft een leuk weetje. We struinen verder, en via via komen we weer uit in de Dorpsstraat. En ja hoor, daar zit ie dan, op nummer 84: Primera Mets. Onze toegangspoort naar geluk! “Kom lieverd, snel naar binnen. Ze sluiten over 5 minuten en ik wil deze kans niet laten lopen.” Vrouw lacht. Ik ook.
De toonbank blijkt een walhalla voor iedereen die van een gokje houdt. Bijna elk stukje papier of karton biedt kans op geld. Of geen geld. Het is maar net hoe je het bekijkt. Altijd 50% kans: of je wint, of je wint niet. “Mag ik wel een staatslot van u mevrouw?”, vraag ik de vriendelijke winkelbediende terwijl ik hoop dat ze niet kan horen dat ik een paar Skuumkoppes gehad heb. “Jawel hoor jongen, jij wel.” Dat is fijn. “Heb je voorkeur voor een eindcijfer?” “Nee hoor,” glimlach ik. “Ik laat het (Staats)lot zijn werk doen.” Zo’n grapje doet het gevoelsmatig altijd goed na een middag op een terras. Vrouw lacht er al niet meer om. Ze kent me. Ik gooi quasi stoïcijns €15,- op de balie en wacht totdat het lot uit de printer gerold is. En ja hoor, daar is ie dan: het ticket naar geluk!
QB 05061. Een prachtig lotnummer. Waarom weet ik niet, maar het voelt goed. Dit moet ‘m wel worden. Snel steek ik het envelopje op een veilige plaats en wandel samen met vrouw naar ons hotel. Het avondmaal slaan we traditioneel over en besluiten neer te ploffen op de met Texels wol gevulde boxsprings van Hotel Cooghen. Snel de tv aan. Ah, net op tijd voor RTL Boulevard. Niet zo heel gek natuurlijk, want dit programma is tegenwoordig bijna elk uur op de TV. Een soort Astro TV voor lezers van de Privé, of zoiets. Na Boulevard volgt het Nieuws & Weer waarna ik geleidelijk naast vrouw in slaap sukkel tijdens de begintune van GTST. Rond kwart over 10 schrik ik wakker. “Kom lieverd, snel het staatslot checken!” Ik pak m’n telefoon en surf vliegensvlug naar de website van de staatsloterij. “Even kijken, waar staan die uitslagen?” Vrouw pakt de telefoon en navigeert de Samsung behendig naar de juiste pagina. “Hier staan ze. Wat is ons lotnummer?” “Euhm…. QB 05061,” mompel ik. “Echt?!” roept vrouw. “Ja echt, ga niet voor de lol een ander lotnummer bedenken natuurlijk,” glimlach ik. “Echt niet!” roept vrouw. “Echt wel,” reageer ik. “Niet!” roept vrouw. “Wel,” roep ik. “Nou als dat echt zo is hebben we zojuist 10 miljoen Euro gewonnen!” roept vrouw enthousiast. “Echt?!” “Ja!”
We besluiten uit bed te springen en in een soort van polonaise achtige vreugdedans naar de hotelbar te gaan. Ik bestel een fles Champagne. En nog één. En nog één. En nog één. En dan word ik op m’n rug getikt. “Meneer waar moet u er uit?” “Euhm, Middelstum.” “Dat is dan niet zo handig, want we zijn nu in Uithuizen.” “Oh ok, dan rijd ik zo wel weer met u mee terug.”