Eerst even iets over mezelf, mijn naam is Coby Vermeeren-Thedinga. Ik ben geboren en getogen in Ezinge aan het Reitdiep (t Raidaip) en woon nu al jaren in Bedum. Na mijn onderwijscarrière heb ik de docentenopleiding Gronings gedaan. Ik ben opgeleid door prof. dr. Siemon Reker. Na het behalen van mijn diploma ‘docent Gronings’ ben ik mij intensief gaan inzetten voor de Groninger taal: cursussen en lezingen geven, het Hogelandster Dictee organiseren of bijvoorbeeld voorlezen en jureren op basisscholen.
Op de Groninger taal in onze huidige tijd wil ik hier wat dieper ingaan:
Moi aalmoal, (dag allemaal)
Velen die dit lezen, wonen in de provincie Groningen. Maar spreken zij ook de Grunneger Toal? We hebben het over het bewaren van huizen en gebouwen in het kader van de aardschokken en ons cultureel erfgoed (b.v. onze borgen) en over de aaierbaal (eierbal)! Maar hoe zit het dan met onze taal?
Zijn wij trots op onze taal? Dat is volgens mij veelal niet het geval. Vijftig jaar geleden leerden onze ouders hun kinderen Gronings als voertaal, het was hun moedertaal: de taal, die ons diep kan raken. Denk maar eens aan de kerkdiensten of een crematie in de Groninger taal, de taal die dan heel dichtbij komt! Jan Boer (1899-1983) uit Rottum heeft daar iets heel moois over geschreven. Hij was één van de voorvechters van de Groninger taal. Een klein gedichtje van hem spreekt boekdelen:
Schoamt joe nait.
Schoamt joe nait joezulf te wezen
Ook aal brocht ie t nog zo wied.
Dij heur oard en òfkomst vrezen
Goan verloren mit heur tied.
Schoamt joe nait joen toal te lezen
Woar ien Moeke ales zee.
Schoamt joe nait veur t aigen wezen
Schoamt joe nooit veur t òlle stee.
In het kort de strekking van dit gedicht voor degene die moeite hebben met het Gronings: Schaam je niet voor de plek, waar je vandaan komt, je geboorteplaats en ook niet voor de taal, die je van je moeder (je moedertaal) geleerd hebt.
De samenleving wordt steeds complexer en mensen hechten weer aan tradities. Het is ook het gevoel van beslotenheid en heimwee naar vroeger. Maar waardoor? Ik denk dat het vooral komt doordat het leven veel sneller is geworden, computers en mobiele telefoons spelen een steeds grotere rol. Denk aan de sociale media, mailen, WhatsAppen. De taal van vroeger, je moedertaal, is hierdoor ook een grotere rol gaan spelen.
Waarom beginnen wij in het Nederlands, terwijl we weten, dat degene waar we tegen praten ook het Gronings verstaat? Is dat schaamte? Dat er verschillende variaties van het Gronings bestaan (Hogelands, Stads, Westerkwartiers, Westerwolds of Veenkoloniaals) kan niet het probleem zijn. Men begrijpt elkaar wel! Een voorbeeld, het woord vier kan op vele manieren gezegd worden: vaaier, vaire, vare, vèr(e), vijer en voier. Het is maar net uit welke streek je komt. Ook leeftijd speelt een rol, ouderen gebruiken soms andere woorden dan jongeren. Een taal is altijd in beweging. Denk maar eens aan oude woorden: noaber (buurman), beun (zolder), op hozevörrels (op blote voeten). Het zijn woorden, die we bijna niet meer horen. En natuurlijk nieuwe Groninger woorden: spaigelploatje (cd), baargenbroezer (mountainbike) en (sorry!) kedoaverstoaf (frikandel).
In veel Groninger gezinnen werd het Nederlands in de jaren zeventig dus de spreektaal, ook ikzelf heb de fout gemaakt. Na wetenschappelijk onderzoek is geconstateerd dat kinderen, die tweetalig opgevoed worden, heel goed kunnen switchen en daar adequaat mee om gaan. Het is zelfs een voordeel voor hun taalontwikkeling!
Niet voor niks is er tegenwoordig tweetalig onderwijs, het begint al bij kleuters op diverse scholen. En er zijn zelfs middelbare scholen, waar alles in het Engels gaat. De weg terug is moeilijk en zal niet meer gaan. Wel kunnen we proberen, ook door bijvoorbeeld de muziek van toen en nu, de taal niet verloren te laten gaan. Ik denk dan met name aan Ede Staal (1941-1986). Hij had een uniek, eigen geluid. Liedjes over het Groninger leven, de mentaliteit van de Groningers, of over het Groninger landschap. Maar ook zangers van nu: De Stroatklinkers, Törf, Alex Vissering, Erwin de Vries, Martin Korthuis, Swinder, Edwin Jongedijk om een paar te noemen.
En dan naast de muziek ook de huidige generatie Groninger schrijvers. Bijvoorbeeld Tonko Ufkes, Jan Siebo Uffen, Gré van der Veen, Kunny Luchtenberg en Jan de Jong. Zelfs Jip en Janneke van Annie M.G.Schmidt is in het Gronings vertaald, evenals Nijntje. Ik weet, het is een kleine greep uit velen. Maar ook bedoeld om aan te geven, dat velen met de taal bezig zijn.
We proberen de basisscholen te benaderen en jonge kinderen er toch iets van mee te geven. Daar wordt aan gewerkt in de vorm van een digitale versie www.klunderloa.nl, uitgegeven door Het Huis van de Groninger Cultuur. Alle basisscholen hebben deze informatie gekregen, alles is Groningstalig ingesproken. Het bestaat bijvoorbeeld uit liedjes, verhalen, recepten of spelletjes. Wat zou het mooi zijn, als de scholen elke week een kwartiertje hieraan zouden besteden: ‘t Grunnings ketaaiertje!
Dat de Grunningers niet veel woorden nodig hebben, kort maar krachtig, weten we wel. In vergaderingen zou je er voordeel van hebben!
Kijk maar:
Zou u dat eens willen herhalen? Hé?
Dat behoort tot de mogelijkheden Sol kinnen.
Hieromtrent kunnen wij geen k Wait nait.
enkele zekerheid bieden.
Dat ben ik geenszins van plan Dat dukn t.
Met het Gronings als voertaal zou je 80% bezuinigen op de tijd. Voor vergaderingen niet onbelangrijk!
Wat natuurlijk ook kan, is een cursus Gronings volgen. Dat kan overal in onze provincie. Velen hebben dit ook al gedaan, soms ook met het oog op een bepaald beroep. Stel je bent arts en je weet niet, als de patiënt zegt: “Dokter, ik bin zo poesteg”, wat dat betekent? Dan heb jij als arts een probleem en zal je eerst moeten vragen, wat er bedoeld wordt. Ik heb dat zelf zo ervaren met een arts als cursist en de betreffende arts was er wat blij mee. Hij kon zich verstaanbaar maken en de patiënt begreep hem beter en omgekeerd.
Als laatste een Grunnings mopke:
Diekstroa, nait aal te loos, poast (met grote passen stappen) plietsiebero ien:
“Ze hebben mien auto stolen. Ik kwam tou kroug oet en dou zag k hom votrieden.”
Plietsie: ”Hest zain wel of achter t stuur zat?”
Diekstroa: ”Nee, dat nait, mor k heb t nummer aal opschreven”……….
Ik eindig in de hoop, dat een ieder die het Gronings een warm hart toedraagt, probeert onze taal in stand te houden….