Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Annette Yvonne Broekhuizen maar iedereen kent mij als Annette. Ik ben op 6 april 1948 geboren in een Haagse kliniek maar bracht mijn jonge jaren in Voorburg door. Ik had graag broers en zussen gehad maar mijn twee zusjes zijn al op jonge leeftijd overleden. Mijn vader was werktuigbouwkundig ingenieur en technisch bedrijfsleider in een fabriek, een hele creatieve man. Mijn moeder was huisvrouw, maar zat wel altijd in allerlei besturen.
Vlak na de oorlog was de woningnood hoog en woonden we in een gedeelde woning. Maar toen ik 12 jaar was lukte het een nieuw ‘heel’ huis te kopen in Voorschoten. Na de HBS ben ik naar de Vakschool voor Edelsmeden in Schoonhoven gegaan en woonde daar op een kamer. Die opleiding beviel me niet, dus besloot ik te stoppen en werk te zoeken. Dat was nog niet zo gemakkelijk, met HBS-b, studeren was logischer. Uiteindelijk vond ik een baan als laborante bij Sikkens Lakfabrieken in Sassenheim. En ik vond een kamer in Oegstgeest.
Bij Sikkens werd ik geplaatst op de afdeling ‘blanke lakken’ terwijl mijn motivatie was dat ik altijd met kleur bezig was. Toen ik na een jaar graag overgeplaatst wilde worden naar de afdeling kleuradvies kreeg ik als antwoord: ‘je bent een vrouw en in een vrouw investeren we maar één keer’! Daar kon ik het dus mee doen. Toen er ook nog eens een mannelijke collega binnenkwam die én jonger was én minder ervaring had maar toch maandelijks honderd gulden meer verdiende wist ik dat ik binnen dit bedrijf nooit een faire kans zou krijgen. En dus zocht ik verder. De volgende stap was een reclameadviesbureau maar hier hield ik het maar drie dagen uit.
Vervolgens kreeg ik een baan als assistente PR en acquisitie bij een groot bouwbedrijf. Ook daar waren de kansen voor een vrouw minimaal, en was ik te gebekt om onrechtvaardigheden bij een reorganisatie te kunnen pikken. Uiteindelijk kreeg ik, tot mijn grote vreugde, ontslag wegens die reorganisatie. Toen vond ik dat ik toch wat constructiever aan de gang moest met een beroepskeuze.
Ondertussen was ik verliefd geworden op wat nu mijn ex is. En wat doet een verliefd stel? Dat wil een weekend samen weg. P was toen al, in 1971, donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). We besloten dus in maart van dat jaar naar Groningen te gaan om kerken te gaan kijken. Tot mijn verrassing bleek Groningen niet plat als een pannenkoek, maar heel afwisselend, met grote boerderijen met boomsingels, structuur in het land, en prachtige oude kerkjes! Het sloeg als een bom in! Ik werd toen verliefd op het land hier. In augustus gingen we weer. Het was toen nog veel mooier, met dat rijpe graan, op zonovergoten land! Toen bedacht ik dat ik hiernaartoe wilde. Want, waarom zou je wachten met dat wat je wilt tot een ander dat ook wil?
De realisatie van het plan lukte niet meteen, maar wat uiteindelijk hielp was dat ontslag bij dat bouwbedrijf, en mijn idee om wat beter na te denken over wat ik nu op werkgebied wilde. Ik besloot de parttime opleiding Sociaal-cultureelwerk/opbouwwerk aan de ASCA in Groningen te gaan doen. En werk te gaan zoeken in Groningen. Dat laatste lukte, in het vormingswerk voor werkende jongeren. Ondertussen had ik in het westen nog wel de kans aangepakt om op een klein bootje helemaal buiten te gaan wonen, zonder gas en stromend water. Ik dacht dat als het me lukte om daarop te wonen ik dat ook in een klein huisje op het Groninger platteland zou kunnen. Toen ik hier ging werken moest ik dus ook op zoek naar een huis.
Het moest een plaats worden in het hoge noorden van de provincie. Na veel zoeken had ik een afspraak met een makelaar in Kleine Huisjes en vervolgens met één op Zuurdijk. Maar omdat de eerste makelaar te laat was, kwam ik te laat op Zuurdijk waardoor die makelaar al weg was. Ik raakte in gesprek met de buurvrouw die naast het te koop staande huis woonde. Ze zei dat de achterdeur open was, dus dat ik het gewoon kon bekijken maar ik vond dat huis niets. Toen vertelde ze me dat een ander huisje op het streekje vrij kwam, de bewoners hadden die dag een bejaardenwoning toegewezen gekregen.
Ze vertelde me wie de eigenaar was, iemand in Leens. Ik ben alsof het een opdracht was daar naartoe gereden en kwam bij de eigenaar binnen. Het kostte mij veel moeite om de eigenaar van het huis te overtuigen dat ik het huis graag wilde kopen, het was zijn ouderlijk huis en hij wilde het weer verhuren. Ik had geen rooie cent maar wilde alleen maar kopen. Uiteindelijk lukte het me, met een goede borg en een bijzondere hypotheekconstructie.
Nu woon ik hier sinds 1972 in dit prachtig huisje. Het is helemaal naar mijn eigen idee opgeknapt, in oude stijl gehouden, en ook de tuin heb ik zelf aangelegd. Uiteindelijk is tuinieren mijn grote passie geworden! Achter het huis heb je een mooi uitzicht op de landerijen, in de verte zie je de toren van Leens. Ik woon hier nog steeds met veel plezier en ben hier van het begin af actief in het dorp.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik woon hier met hond Jesse en kat Jans. Ik heb altijd honden en katten in huis gehad. Mijn ex, waarmee ik een LAT-relatie had, is nog steeds een goede vriend, hij komt nog vrijwel wekelijks hier. Verder koester ik de nodige vriendschappen met dierbare mensen. Hoewel ik altijd heb gezegd dat ik nooit wilde trouwen, heb ik als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (Babs, oftewel trouwambtenaar) een aantal heel bijzondere huwelijken gesloten.
Wat is uw voormalig beroep?
Na een job als jongerenvormingswerker werd ik in 1975 cultureel werker/opbouwwerker in Delfzijl. Hier begeleidde ik een kleine tien jaar allerlei projecten en mensen in ‘Noord’ waardoor de kwaliteit van de leefomgeving omhoog ging en de kansen voor de inwoners verbeterden. De laatste jaren daar begeleidde ik een vrouwenproject en gaf VOS (vrouwen oriënteren zich op de samenleving) cursussen. En zelf volgde ik na de ASCA de 2 jarige VO ‘Vrouwen, welzijn en arbeid, Probleemgericht werken’ (projectontwikkeling, supervisie en een lesbevoegdheid).
In 1984 werd ik projectleider voorlichting en advies bij het Drents Vrouwenburo, dat later afgesplitst werd in Buro Vrouw en Werk Drenthe. Mijn standplaats was Assen maar ik ben bij projecten in de hele provincie Drenthe betrokken geweest. Dit was een baan die mij op het lijf geschreven was. Ik was al organiserend in de weer voor gemeentes, startende ondernemers, arbeidsbureaus en ontwikkelde allerlei nieuwe projecten. Helaas moesten we in augustus 1995 door allerlei bezuinigingen het Buro opheffen waardoor ik mijn droombaan kwijtraakte.
Daarna volgden tijdelijke klussen en uiteindelijk een baan als hoofd afdeling Vorming en Arbeidstoewijding van de voormalige gevangenis Grittenborgh in Hoogeveen. Een ontsnapping van een bijzonder intelligente gevangene, die op spectaculaire wijze ‘wegging’, leidde uiteindelijk misschien wel de opheffing van deze afdeling in.
In 2000 werd ik loopbaanadviseur bij het Centrum voor Loopbaanontwikkeling van Justitie. Maar in 2003 was er ook voor deze functie geen geld meer beschikbaar. Ik was formeel al volledig afgekeurd, tgv een aanrijding in 1987 (alhoewel ik wel al die tijd parttime gewerkt heb) en kon daardoor toen de WAO in. Dat bevorderde uiteindelijk wel mijn gezondheid!
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Van stilzitten is absoluut geen sprake. Ik heb sinds ik hier ben komen wonen, mijn werk altijd gecombineerd met allerlei vrijwilligerswerk. Deze combinatie is mij altijd prima bevallen en het was voor mij ook een reden om geen fulltime baan te willen. Toen ik hier net woonde kwam ik in het bestuur van dorpsbelangen terecht en ik maakte mij onder andere sterk dat de molen hier in het dorp gered en gerestaureerd werd. Het was een bouwval!
In 1977 kreeg ik contact met een paar mensen waaronder Eltjo Keijer uit Zeerijp en Ubbo Mansholt uit Vierhuizen waarmee we in 1978 de Vereniging Kleine Dorpen Groningen, de voorganger van Groninger Dorpen, oprichtten. Ik werd vice-voorzitter. Ook ben ik lange tijd met heel veel plezier fondsenwerver en PR-medewerkster geweest voor ‘Domies Toen’ in Pieterburen. Verder ben ik al jaren actief voor ons kerkje, dat eigendom is van de SOGK.
Als fondsenwerver zet ik mij sowieso graag in voor allerlei initiatieven hier in Zuurdijk. Een actie voor ‘Armhoes Joapke’, een grafsteen voor alle vergetenen op de ‘koude’ kant, de noordkant, traditioneel de kant voor de armen van het kerkhof, de fondswerving voor de restauratie van het Rohlfingorgel, het organiseren van tentoonstellingen en concerten en fondsen werven voor het opknappen van het lijkhuisje op de begraafplaats zijn hier voorbeelden van. Het projectplan ‘Zuurdijk’, samen met Tineke Dansschutter, van Erfgoedpartners geschreven, was een leidraad om hier veel voor elkaar te krijgen. Ook de restauratie van Molen De David, te bezichtigen op het terrein van het Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum, was een prachtig project om mee bezig te zijn.
‘Ja, het klopt dat ik voor al mijn vrijwilligerswerk in april van dit jaar koninklijk ben onderscheiden’. Dit kwam voor mij als een totale verrassing, ik ben als het ware het kerkje in Zuurdijk binnengelokt waar burgemeester Wiersma van de gemeente De Marne mij het lintje overhandigde. Eigenlijk ben ik principieel tegen dit soort onderscheidingen, je doet het immers met zijn allen, en ik zal ‘het strikkie’ nooit dragen maar het doet je wel wat wanneer je door zoveel organisaties wordt voorgedragen!
Overigens doe ik niet alleen ‘werkachtige’ dingen. Ik bak en kook graag, verwerk het fruit uit de tuin, maak quilts, probeer tijd te vinden om te lezen en luister heel veel naar muziek, liefst van moderne componisten en Middeleeuwse muziek.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik zoveel mooie evenementen heb mogen organiseren en dat dat lukte door het werven van allerlei fondsen, en de restauratie van de molen en de kerk hier in Zuurdijk. Een heel bijzonder hoogtepunt was De Hogelandsymfonie, een compositie speciaal voor het Rohlfingorgel in Zuurdijk door Jacob Lekkerkerker geschreven (2015). Op 22 en 23 augustus 24 uur muziek achterelkaar door: het orgel, de kerkklok, vogelgeluiden, electronisch bewerkt met 7 gerenommeerde musici, waaronder Greetje Bijma en Oene van Geel, uitgevoerd. De compositie had 3 hoogtepunten, een soort concertenreeks. Het weer werkte mee, het was stralend.
En de dieptepunten?
In het verhaal zijn er al een paar benoemd maar ik wil hier niet te veel over uitweiden. Ik vind het veel leuker om naar de hoogtepunten te kijken en met nieuwe initiatieven bezig te zijn.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik denk dat die in voorgaande antwoorden al wel naar voren zijn gekomen.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Nu is de ontwikkeling van het verlopen speeltuintje hier in het dorp tot een Struunspeultoen, een natuurspeelveld, een prachtig project om mee bezig te zijn. Het werven van fondsen lukte wonderwel, Ruurd van Donkelaar en Heilien Tonckens hebben een prachtig ontwerp gemaakt, waar de kinderen ook bij zijn betrokken. Zij konden vertellen wat ze graag wilden. Er wordt nu, tijdens de aanleg, al veel meer gespeeld dan vroeger. De fondswerving verliep zo goed dat we gelukkig deskundigheid in kunnen huren, zoals een kraanbedrijf, en ook de uitvoering door Ruurd kunnen laten begeleiden. Maar ook de dorpsbewoners en de kinderen helpen mee. De ‘Struunspeultoen’ gaat dus heel bijzonder worden…..
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik had vroeger misschien beter kunnen kiezen voor een studie bouwkunde of tuinarchitectuur. Beide opleidingen hadden mij vast wel gelegen.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een ruime voldoende vind ik te weinig, maar een cijfer vind ik altijd zo lastig…. Het wisselt natuurlijk, soms maar een 5 maar vaak een 9 of soms wel een 10! Ik heb genoten van mijn werk in Assen en geniet van alle projecten en de goede vrienden om mij heen. En van mijn muziek en natuurlijk van mijn tuin!
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik leef voor mijn passies maar mensen in mijn directe omgeving moeten soms wel knettergek van mij worden. ‘Die moet weer wat’, zullen ze wel denken wanneer ik weer een plan heb. Maar het organiseren zit in mijn bloed en ik leg graag verbindingen tussen mensen en organisaties. Ik denk dat samenwerken en creativiteit de leefbaarheid op het Hogeland vergroot!