We laten een bewogen half jaar achter ons. In de wereld hebben we voortdurend te maken met dreigend terrorisme, een onopgelost vluchtelingenvraagstuk, vernietigend natuurgeweld en toenemende polarisatie. En ook om ons heen vragen dringende vraagstukken voortdurend onze opperste aandacht. Denk aan vergrijzing, eenzaamheid, laaggeletterdheid en generatieve werkeloosheid. Dit alles in een snel veranderende wereld die voor veel mensen soms maar moeilijk is bij te benen.
Door het Rijk is er in de afgelopen periode fors ingezet op tal van thema’s, waaronder de aanpak van (jeugd)werkloosheid. Er zijn tal van programma’s ontwikkeld, succesvolle en minder succesvolle. Alle gericht om meer mensen aan het werk te krijgen. Want het hebben van werk vergroot je perspectief.
Uit diverse studies blijkt dat er een relatie bestaat tussen sociaaleconomische status (SES), slechte gezondheid en voortijdige sterfte. In sommige delen van Groningen en Drenthe bijvoorbeeld. Daar gaan mensen eerder dood dan in de rest van het land. Algemene indicatoren voor deze zogeheten sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) zijn inkomen en opleidingsniveau. Naarmate je inkomen hoger is, is ook je gezonde levensverwachting hoger. En hoe lager je opleidingsniveau, hoe lager je sociaaleconomische status. Met andere woorden: weinig geld zorgt voor een slechtere (ervaren) gezondheid, wat weer leidt tot een hoger percentage voortijdige sterfte.
Genoeg over statistische achtergronden en correlaties. Het gaat om meer. Belangrijke voorwaarde voor (ervaren) gezondheid is het hebben van werk. Want werk genereert inkomen. En inkomen is belangrijk om in je levensonderhoud te voorzien. Er wordt door het Rijk daarom terecht veel geld en inspanning gestoken om mensen aan het werk te helpen. Zodat meer mensen zichzelf kunnen voorzien en daardoor minder afhankelijk zijn. Echter, met inkomen alleen red je het niet. Want vooral ook iets doen waar je blij van wordt is belangrijk en draagt bij aan een positieve gezondheid. Kortom, het gaat om werk waar je energie van krijgt. Zodat ook je zelfvertrouwen toeneemt en het gevoel van eigenwaarde wordt versterkt.
In de arbeidsmarktregio Groningen (in totaal 27 gemeenten) zijn er de laatste jaren veel initiatieven om de werkloosheid omlaag te brengen. Er is in deze regio al veel bereikt. Het werkloosheidspercentage is er de afgelopen periode gedaald en partijen weten elkaar steeds beter te vinden. Tegelijkertijd is er de complexe weerbarstigheid van belangen en verschillen van inzicht. Zo lopen goedbedoelde initiatieven soms uit op bestuurlijke conflicten en een grote groep gedupeerde mensen. Waardoor de vraag snel opkomt of al die miljoenen wel optimaal worden besteed om deze groep mensen daadwerkelijk aan het werk te krijgen.
Wat mij betreft is een aanpak nodig die voortdurend over grenzen heen reikt. Over grenzen van gemeenten, regio’s en sectoren. En over grenzen van belangen en verschillen. Zodat een échte integrale aanpak ontstaat. Een aanpak waarbij werkzoekenden samen met elkaar aan de slag gaan, gesteund door een breed netwerk van verschillende partijen. Een aanpak die laat ontdekken wie je bent om te komen waar je past. In het bredere besef dat het niet gaat om slechts werk, maar juist om werk waar je blij van wordt en energie van krijgt.
Daarom: laten we de zomer gebruiken om even tot rust te komen. En daarna… meer de handen ineen slaan, de mensen waar het om gaat centraal stellen, en samen werken aan écht werk.