“Oma, wie leert je eigenlijk om een goede oma te zijn?” Ja wie? En wat is de functieomschrijving van een goede oma? En is het een erfenis of een keuze? Mijn oma van vaderszijde was een statige, afstandelijke vrouw die in mijn geheugen altijd oud is geweest. Elke zondag na kerktijd was daar het verplichte bezoek aan opa en oma. Nou ja bezoek….? Het was meer een audiëntie.
Oma ontving ons in de achterkamer met de suitedeuren stijf dicht, zodat de voorkamer stofvrij bleef. Ze had een stijf permanentje, een bloemetjesjurk die super strak over haar dikke bovenlijf getrokken was, met een dun ceintuurtje over haar maagstreek die nog net op het laatste gaatje vast kon. Daaronder super dunne benen die gehuld waren in zware steunkousen en een donkere dikke panty. Daaronder maakten de zwarte, keurig gepoetste veterschoenen het plaatje af.
Ik denk dat ze de leeftijd van mij, nu, gehad moet hebben (52). Maar zooooo oud!!! Niet alleen qua uiterlijk maar ook in doen en laten. Haar hele voorkomen was vroom, afstandelijk en dwong respect af in mijn kinderogen. Daarbij woonden ze in zo’n oud klein grachtenhuisje, aan de Grachtstraat in de stad. Dan moest je aanbellen bij de voordeur, aan zo’n koperen trek-knop die dan binnen via het gangplafond met een ijzeren draad de koperen bel in beweging zette. En dan wachtte je keurig op het stoepje tot je naar binnen mocht.
Schoenen uit, die je keurig naast elkaar in de gang moest zetten. En dan mochten wij, in de kleine smoorhete achterkamer, aan de achtertafel, met plastic kleed, plaatsnemen. De begroeting was ook altijd hetzelfde, een wang tegen wang luchtkusje, met een hand. Ja echt, ik gaf mijn oma een handje, net als je dat bij vreemden doet, waaraan je je voorstelde.
Daar zaten we dan te wachten tot mijn opa met chocolademelk aankwam en twee kaneel biscuitjes, van die zelfgemaakte chocolademelk van cacao, melk en suiker. Elke zondag hetzelfde, zowel in de zomer als in de winter. Wij durfden niet van onze stoel te komen, tot we weer naar huis gingen. Er werd ons niets gevraagd, en als je al wat durfde te piepen, zei oma, sssssttttt….STIL ZIJN ALS GROTE MENSEN PRATEN.
Oma zat keurig rechtop (dat kon ook niet anders met dat stijve korset) in haar eigen stoel met de zwarte kat op schoot, en was altijd vlooien aan het vangen. Die ze dan vervolgens met haar kort geknipte nagels dood kneep. Mijn oma deed verder niets, alleen op zondagmiddag gingen ze uit rijden met de oude Daf van opa, waarin ze dan voorin gepropt zaten. En dat was het dan, meer beleefden ze niet. Ik dacht vroeger ook altijd dat ze van adel was, en ik dus ook als kleindochter van…..Nou niet dus hé!
En dan nu ik….Goed voorbeeld doet goed volgen toch? En een kind leert meer van wat hij ziet dan van wat hij hoort toch? U zult wel denken, het is niet goed afgelopen met Helena. Maar misschien word je juist gevormd en maak je je eigen keuzes, door bevindingen uit het verleden, en geef je er je eigen draai aan. Zodat het jezelf goed lijkt.
Dus bij mij geen deurbel en geen bezoekjes met een verplicht karakter. Kom binnen door de garagedeur die altijd open staat als ik thuis ben. Kom als je zin hebt, of als je je verhaal kwijt wilt. Mijn kleinkinderen ontvang ik steevast met kusjes en dikke knuffels en de woorden: ‘wat hou ik toch van jou en wat ben ik blij dat je er bent!’ Koekjes en snoepjes in overvloed en blijven eten is altijd goed.
Op de grond met duplo en de treinbaan in elkaar zetten, uitjes naar honkie-donkie, stadspark, kinderboerderij, fietsen door het bos en zwemmen in het zwembad. Springen in de plassen, samen pannenkoeken bakken, weekendjes naar een Koos Konijn vakantiepark, en oma trapt zich ook met liefde de leplazerus in een waterfiets. Als je als volwassene koffie en een goed gesprek wilt, kom dan als mijn kleinkinderen hier NIET zijn!! Want in dit huis gaan kinderen ALTIJD voor. Nou vraag ik u…. HOE ZOU DIT NOU ZO KOMEN?!