Harry, kun je jezelf in het kort even voorstellen?
Ik ben Harry Niehof dus, geboren in Middelstum, tegenwoordig wonend in de stad Groningen en ik ben 62 jaar. Ik ben mijn hele leven al in de muziek bezig. In het begin zong ik in het Engels maar ik wilde eigenlijk ook wel Nederlandse liedjes schrijven. Maar de Nederlandse teksten vond ik eigenlijk te hoekerig en te hard.
En toen had ik op den duur zoiets van: ‘je praat in het café met iemand in het Gronings en gaat dan vervolgens in het Nederlands of Engels zingen….’ Dat is raar inderdaad en toen ben ik mijn liedjes in het Gronings gaan schrijven en dat bevalt heel goed. Het Gronings is als het ware een rondere taal, daar kan ik mijn gevoelens en teksten veel beter in kwijt.
Had jij vroeger een soort van haat/liefde verhouding met Middelstum?
Dat kan wel kloppen inderdaad. Ik heb mijn eerste 15 levensjaren in Middelstum doorgebracht. Toen ik puber werd, ging ik op zoek naar avontuur maar in Middelstum was weinig te doen. Je had Vita Nova natuurlijk maar dat was toen nog een verenigingsgebouw met daarin onder andere de bibliotheek en voor café Grommers was ik nog te jong. Het zwaar gereformeerde karakter van destijds, zelf ben ik overigens ook gereformeerd opgevoed, heb ik later wel in mijn liedjes verwerkt.
Mijn vader was vroeger inderdaad bakker annex caféhouder in Middelstum. Dat werd hem te veel, dus zijn we naar de Heerestraat verhuisd. Negen jaar later moest hij wegens ziekte de winkel noodgedwongen sluiten. Wij verhuisden naar Steenwijk waar mijn vader vertegenwoordiger werd in bakkerijbenodigdheden.
Maar er is in al die jaren veel veranderd. Middelstum is mooi geworden en van horen zeggen, kun je er prima wonen. Ik ben onlangs nog in één van de huizen geweest waar ik vroeger gewoond heb. Op de hoek van de Heerestraat en Colpende daar waar de gebroeders Jonkman wonen. Het was een feest der herkenning toen ik binnenstapte want het leek alsof de tijd stil was blijven staan…..
Hoe kijk je nu tegen het dorp/het Hoogeland aan?
Het is een bron van inspiratie geworden voor mij. Ik kijk nu ook heel anders tegen het dorpse karakter aan. Vroeger benauwde het mij, nu kan ik het sociale en het omzien naar elkaar zeer waarderen. Mijn moeder heeft vroeger anderhalf jaar in het ziekenhuis gelegen. Eigenlijk was dit onbetaalbaar maar toch is het schijnbaar gelukt om alle rekeningen te voldoen hoewel ik geen idee heb wie dit gerealiseerd heeft. Waarschijnlijk heeft de gemeenschap samen de schouders er onder gezet…..
Wat bracht jou naar Spanje?
Het klopt inderdaad dat we nog een half jaar in Spanje gewoond hebben, hoewel we ons huis in Groningen wel aanhielden. Spanje heeft altijd een grote aantrekkingskracht op mij gehad. Ik denk dat dit komt door het levensritme wat gehanteerd wordt en de optimistische mensen die er wonen. We woonden op een prachtige plek in de bergen.
Maar het contact met de mensen daar was toch wat beperkt. Hier heb je aan een half woord genoeg, in een nieuw land moet je veel meer uitleggen, en dan ga je uiteindelijk je vrienden missen. Daarbij moest er natuurlijk ook brood op de plank komen en een zanger krijgt daar maar zo geen hypotheek. Die periode heeft zeker een positieve invloed gehad. Door de afstand vielen dingen op hun plek en werden zaken helder. Het heeft mij geholpen om Groninger liedjes te schrijven….
Wilde je altijd al de muziek in?
Eigenlijk trok de muziek mij al van jongs af aan inderdaad. Ik was een jaar of acht, negen toen ik gitaar leerde spelen. Dat was op zich ook niet zo vreemd want mijn zuster speelde gitaar en mijn broer was manager van de beatband The Strings. Ik wilde heel graag de muziek in maar heb dit in het begin wel met andere baantjes gecombineerd.
Daar ik de songteksten van de legendarische Bob Dylan wilde begrijpen en net zulke mooie teksten als hem wilde schrijven, ging ik Engels studeren. Het lag in de lijn der verwachting dat ik leraar Engels zou worden maar dat zou te veel energie vergen. Ik wilde tijd vrijhouden voor de muziek. En zo werd ik bouwvakker. Niet dat ik super handig was hoor maar ervaren mensen meehelpen lukte altijd. En je kunt het bouwvakker zijn gemakkelijker loslaten dan het vak van leraar.
Zullen we even in vogelvlucht je muzikale carrière bij langs?
Eind jaren zeventig ben ik als zanger/gitarist begonnen in de folkband ‘Rave on’. In was toen begin twintig en we waren er als band vreselijk serieus mee bezig om er wat moois van te maken. In de tachtiger jaren maakte ik een switch naar de zwarte muziek en ik belandde als zanger van de Soulfingers in de blues- en soulsferen. In de negentiger jaren volgde weer een opmerkelijke switch toen ik zanger werd van de Sugar Boy Harry & the Race. Een jump jive band, geïnspireerd door de vrolijke muziek uit de jaren veertig.
In de tachtiger en negentiger jaren heb ik veel gejamd en daardoor ook veel geleerd. Het was na de eeuwwisseling tijd om op eigen benen te staan. En het was ook de tijd dat ik in het Gronings ging zingen….
‘Café op driefklaai’ is je meest recente en omvangrijke project?
Dat klopt inderdaad. En naast een CD kwam er ook een theatervoorstelling. Ik had dit wel eens vaker gedaan, onder andere met Bert Hadders. Maar toen was er eerst de muziek en daar werd een theaterprogramma omheen gebouwd. Nu wilde ik iets anders. Ik wilde schrijven over vroeger en over het heden en heb met heel veel mensen op het Hogeland gepraat. Dat leverde veel materiaal op.
Toen moest ik al deze verhalen nog in een voorstelling zien te gieten. Ik besloot terug te gaan naar de tijd dat mijn vader nog een café had. Het was de tijd waarin men begon met het winnen van aardgas. We zouden stinkend rijk worden. In het theaterprogramma speel ik dat ik het café van mijn vader heb overgenomen. Dit was voor mij een ideaal scenario om het heden met het verleden te combineren.
Ik ben nu bijna een jaar op tournee en er komt veel publiek op de voorstellingen af. De reacties zijn zeer positief te noemen en mensen moedigen andere mensen aan om heen te gaan. Dat doet mij natuurlijk goed want ik heb er de nodige tijd in gestopt.
Heb je veel (aardbevings)verhalen in Middelstum opgedaan?
Ik ben inderdaad een paar keer in Middelstum geweest en heb met veel mensen gepraat. Niet alleen op straat maar ik ben bijvoorbeeld ook twee keer in het Hippolytushoes geweest. Naast gesprekken over de aardbevingen ging ik ook met de mensen terug naar de tijd dat mijn vader hier een café had.
Maar deze gesprekken heb ik op meerdere plekken in het Hogelandgebied gevoerd hoor. Het leverde een schat aan informatie op. Ik denk dat ik uiteindelijk slechts een fractie, een kleine 10%, heb gebruikt in de theatervoorstelling.
Wat zijn de hoogte- en dieptepunten uit je zangerscarrière tot dusver?
Ik heb een keer een interview van een uur mogen geven in het landelijk bekende radioprogramma Kunststof. Dit was zo’n interview waarbij alles op zijn plaats viel. Tussendoor mocht ik ook enige nummers spelen. Op dit interview kwamen veel positieve reacties. De dag er op kreeg ik de nodige verzoeken in de mailbox van mensen die mijn CD’s wilden hebben. Dat is natuurlijk mooi om mee te maken.
Dieptepunten beleef ik bijna wekelijks. En dat zijn die momenten wanneer je denkt: ‘het is niks, ik kan niks, het wordt niks’. Kortom, dat zijn de momenten dat je aan jezelf begint te twijfelen. Gelukkig duren deze momenten vaak kort en verdwijnen wanneer ik een nieuw liedje begin te schrijven.
Heb je nog leuke anekdotes?
Heel veel maar die komen vaak boven drijven tijdens een biertje…… Ik weet nog dat ik met mijn eerste band op moest treden, ergens in Musselkanaal. Het was slecht weer en er lag een ijzellaagje van een centimeter of anderhalf. Maar we waren natuurlijk bloedjefanatiek en wilden spelen. We namen ruim de tijd om er te komen en waren twee uur onderweg.
Toen we aankwamen, keek de kroegbaas verbaasd op. ‘Wat doen jullie hier? Ga maar weer terug want er komt toch geen kip! Zelfs de mensen die twintig meter verderop wonen, durven het huis niet uit…..’ En zo glibberden we onverrichter zake weer huiswaarts….
Nog tijd over voor hobby’s?
Ik mag graag naar Spanje gaan dus maar vind het Groninger landschap ook prachtig. Af en toe eens heerlijk uitwaaien langs de dijk is iets wat ik graag doe. Of vogels spotten. Gisteren waren hier in de buurt nog enige bijzondere pestvogels. Daar heb ik even de tijd voor genomen om er naar te kijken.
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?
Nergens voor. Ik ga vaak laat op bed en vind het dan verder allemaal wel prima.
Waar staat Harry Niehof over 10 jaar?
Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat ik dan geen muziek meer maak. Uiteraard hoop ik dat de mensen tegen die tijd nog steeds naar mij komen kijken. En het platteland blijft trekken. Misschien woon ik dan wel in Feerwerd, dat vind ik een mooi plaatsje. Ik zou graag aan de rand van een dorp wonen met uitzicht op de landerijen.
Wil je verder nog iets kwijt?
Mochten de mensen nog langs willen komen om een voorstelling te zien van ‘Café op driefklaai’ dan zijn ze natuurlijk van harte welkom. Op de website www.harryniehof.nl staat aangegeven waar we binnenkort te zien zijn. Op deze website vind je ook een overzicht van de uitgebrachte CD’s en enige interviews.
(Foto’s afkomstig van Facebookpagina Harry Niehof.)