Ties kun je jezelf in het kort even voorstellen?
Ik ben Ties Groenewold dus, 24 jaar, geboren en getogen in Middelstum. Hovenier van beroep. En een fascinatie hebbend voor de Tweede Wereldoorlog zoals je straks zult zien en horen. Ik besteed hier veel tijd aan. Regelmatig trek ik er met mijn metaaldetector en fototoestel op uit om te fotograferen en oude spullen te zoeken. Vooral bunkers hebben mijn bijzondere interesse.
Al van jongs af aan gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog?
Als kind zijnde zag ik vanuit de auto een bunker bij Appingedam, gelegen langs het spoor. De informatie die ik hierover van mijn vader kreeg, zoog ik als het ware op. Ik keek vroeger vaak naar oorlogsfilms en verzamelde op zevenjarige leeftijd al hulzen. De soldatenhelm die boven op zolder lag fascineerde mij ook. Daarna nam de belangstelling wat af.
Tot ik met iemand door de provincie reed en het gesprek toevallig op de bunkers uitkwam. Die had hij nog nooit gezien. Zelf werd ik ook weer nieuwsgierig en toen heb ik eens ‘uitgegoogled’ waar hier in de provincie zoal bunkers lagen. We hebben het nu over augustus 2009. Mijn interesse in het bunkerverhaal werd steeds groter, ik pakte mijn hulzenverzameling weer op en de verzameldrift nam sterk toe.
Hoe en wanneer is het idee voor een oorlogsmuseum ontstaan?
In 2011 leidde de verzameldrift tot een bunkermuseum in Den Helder waar ik samen met mijn broer en een kameraad uit Drachten oorlogsspullen voor aankocht en tentoonstelde. De verzamelwoede werd steeds groter en mijn slaapkamer puilde op den duur uit van de hulzen, medailles, helmen enz.. Op een gegeven moment kwam er een andere, grotere slaapkamer in ons huis vrij waardoor ik in de oude slaapkamer nog meer spullen kwijt kon. Tot dit op een gegeven moment echt vol kwam te staan.
Gelukkig beschikken we over een grote schuur bij het huis en achterin deze schuur was nog ruimte over. Mijn vader vroeg toen aan mij: “Waarom begin je hier geen museum?” En dat vond ik helemaal geen gek idee. Ik heb toen een partij vitrines op de kop weten te tikken en na een verbouwing van anderhalf maand kreeg het oorlogsmuseum steeds meer uitstraling. Ik vond het ontzettend leuk om er zo mee bezig te zijn.
Op 18 april 2015 opende het oorlogsmuseum Middelstum haar deuren. Het was direct druk, ook door de nodige publiciteit van te voren via RTV Noord, het Dagblad en de Eemsbode. Er kwamen die dag zo’n honderd mensen op het museum af. Het mooiste vond ik nog dat er ook een Canadese soldaat langskwam die in de Tweede Wereldoorlog meegeholpen heeft om Groningen te bevrijden. Zijn broer bleek de eerste Canadees te zijn die in Groningen om het leven is gekomen. Heel bijzonder om hem te mogen ontmoeten.
Stonden je ouders er direct achter?
Mijn ouders hebben mij zeker gestimuleerd en van de nodige tips voorzien. Zelf zijn het ook echte verzamelaars. En we zijn er nog niet hoor. Ik denk dat de museumruimte tussen nu en twee jaar verdubbeld is. Ik ben nu al aan het stapelen en dagelijks komen er nog nieuwe spullen binnen.
Hoe ben je aan al je spullen gekomen?
Vooral via veilingsites op internet en ik bezoek de nodige rommelmarkten, ook in Duitsland. Soms vind je maar zo onverwacht de mooiste spullen. En ik trek ook regelmatig met mijn metaaldetector de provincie in. Aan de hand van kaarten en luchtfoto’s kan ik de plekken bepalen waar de kans groot is dat ik wat vind.
En ik krijg ook wel spullen van mensen, inclusief de bijbehorende bijzondere en emotionele verhalen. Dat vind ik bijzonder, dat mensen afstand nemen van deze spullen en aan mij toevertrouwen. Zo kreeg ik vorig jaar het identificatieplaatje van Jacob Nieborg uit Middelstum, geschonken door zijn familie. Hij is vlak na de oorlog overleden aan TBC. Op dit plaatje kan je zien dat hij in 1940 onderdeel was van het twaalfde regiment infanterie.
Het museum leidt soms tot de nodige emoties en verhalen?
De foto van het huis aan de Brouwerslaan waar de gebroeders Gootjes, zij waren verzetsstrijders, ondergedoken zaten, roept misschien wel de meeste emoties op. De Duitsers hebben hun schuilplaats ontdekt en ze zijn doodgeschoten vlakbij Molen ‘De Hoop’ in de weilanden aldaar. Er zijn mensen geweest die deze razzia meegemaakt hebben en alles hebben zien gebeuren. Wanneer ze de foto zien dan komen deze herinneringen weer boven.
Ik maak velerlei emoties mee: blij, boos, verdrietig en kan daar ook wel goed mee omgaan. Het zijn niet alleen maar nare herinneringen. Zo sprak ik laatst met een man die de oorlog als achtjarig jongetje soms ook wel spectaculair vond. De ‘pief, paf, poef’ luchtgevechten met de nodige beschietingen werden als zeer spannend en opwindend ervaren. Er gebeurde dan weer wat en het echte besef van de nare situatie was er nog niet.
Komen er veel mensen op af en waar komen ze vandaan?
Vorig jaar zijn er zo’n 900 mensen langs geweest. Dat vind ik veel, zeker wanneer je bedenkt dat het museum maar een keer of twaalf open is geweest. De meeste bezoekers zijn noordelingen maar ik heb ook al twee keer mensen uit Zeeland over de vloer gehad.
Dit jaar was het vooral op de Open Monumentendag erg druk. Wel is het dit jaar wat rustiger dan vorig jaar, dit heeft ook met de publiciteit te maken, denk ik. Maar soms betekent rustiger ook gezelliger. Je hebt meer tijd om met elkaar in gesprek te raken en je kunt ook de nodige ervaringen uitwisselen met collega-verzamelaars.
Ga je zelf ook vaak naar andere oorlogsmusea?
Alleen als ik toevallig in de buurt ben. Wel ga ik bewust naar bunkers toe. De afgelopen twee jaren heb ik samen met mijn vriendin heel wat bunkers gezien in Denemarken aan de oost- en westkust. Zij vindt het gelukkig ook leuk om bunkers te bezoeken. Binnenkort gaan we naar Katwijk want daar valt ook het nodige te zien.
Wat bunkers nu zo bijzonder maakt? Je hebt ze in alle soorten en maten en technisch gezien zitten ze goed in elkaar. Vaak zijn ze te vinden in mooie landschappen waar niet veel mensen komen. Zo heb ik dankzij de bunkers bij Termunten de mooie Dollard regio ontdekt. Je slaat als het ware twee vliegen in één klap.
Kun je al hoogte- en dieptepunten benoemen over het oorlogsmuseum?
Dieptepunten heb ik niet, het wordt alleen maar mooier. De Canadese soldaat die bij de opening langs kwam, leidde natuurlijk tot onvergetelijke momenten. Onlangs kreeg ik een dagboekje van een vrouw hier uit Middelstum. Dit boekje kwam uit een doos met allerlei boeken die ze van haar familie had gekregen. In de doos zat het dagboek van een man uit Apeldoorn die in een munitiefabriek in Leipzig tewerk was gesteld.
Toevallig raakte ik in contact met twee jongens die bezig waren met een onderzoek naar deze munitiefabriek. En het is hen op de een of andere manier gelukt om in contact te komen met de zoon van de man van het dagboek. Het deed mij wel wat toen ik hem aan de lijn had. Hij is hier langs geweest en heeft foto’s meegenomen van zijn vader en moeder die elkaar in de oorlogstijd in Leipzig hebben leren kennen. Hij hoefde het dagboek niet terug: “Hij ligt hier goed!”, zo zei hij…..
Of bijzondere verhalen?
Ik heb honderden unieke verhalen. Achter elk object of foto zit wel een bijzonder verhaal. Ooit heb ik eens een asbak gekregen, afkomstig van een Duitse eenheid. Twee jaar later was ik in een bunker in Denemarken toen ik onder een trap wat puin zag liggen. Ik heb deze puinlaag nader onderzocht en groot was mijn verbazing toen ik een identieke asbak vond, weliswaar niet helemaal intact maar toch. En dat terwijl er zoveel mensen op deze plek zijn geweest.
Kom gerust eens langs om deze bijzondere verhalen aan te horen en de spullen te bekijken! Zaterdag 8 oktober is het museum voor het laatst dit jaar geopend en wel van 10.30 tot 17.00 uur. Maar op afspraak is het ook mogelijk om het museum te bezichtigen!
Nog tijd over voor hobby’s?
Mijn hobby’s heb ik eigenlijk al in de introductie benoemd. Ik kan ze ook mooi combineren hé. Op zoek naar spullen uit de Tweede Wereldoorlog gaan mijn fototoestel en metaaldetector mee. Fotograferen en spullen zoeken met de detector zijn ook grote hobby’s van mij.
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?
Slapen is heilig voor mij maar voor een bijzondere vondst uit WOII mag je mij altijd wakker maken. Voor een kopje koffie ook wel eigenlijk.
Waar staat Ties Groenewold over 10 jaar?
Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Allereerst komt de verdubbeling dus van de museumruimte want de collectie groeit hard. Nu ik nog thuis woon is het wat gemakkelijker om spullen te kopen. Later zal ik dit geld nodig hebben voor de inrichting van ons huis. Maar stoppen met het museum is geen optie. Ik vind dat ik dat ook niet kan maken nu ik zoveel bijzondere spullen van mensen gekregen heb.
Wil je verder nog iets kwijt?
Kom zaterdag gerust langs om eens te kijken of maak anders een afspraak, dit mag ook in groepsverband. Het museum blijft in beweging. Toen ik vanmorgen aan het werk was, stopten hier drie voertuigen van het leger. Ze waren bezig met een oefening en kwamen hier toevallig terecht. Mijn vader heeft ze uitgenodigd om een kijkje te nemen en daar maakten ze gretig gebruik van. Op zo’n moment baal ik er van dat ik er zelf niet bij ben…
Zelf mocht ik ook een kijkje nemen in het museum en ik raakte onder de indruk van alle spullen en verhalen. Zo dichtbij ook. Waarom ben ik hier niet eerder geweest? Een vraag die automatisch in mij opkwam. Een aanrader dus! Je kunt het Oorlogsmuseum Middelstum ook volgen via Facebook: (Facebookpagina Oorlogsmuseum)