Het was licht paniek toen zaterdagnacht de Dauwpopbus onder leiding van Frans de Bont terugreed naar Middelstum. Niet omdat we pech onderweg hadden of de weg terug niet meer konden vinden. Hoewel dat laatste, alvorens op de snelweg terecht te komen, niet zonder slag of stoot ging. Gelukkig klopte een gouden regel bij het niet kunnen vinden van de juiste weg: kies altijd voor de optie ‘Andere richtingen’ wanneer je die op een wegwijzer tegenkomt en het even niet meer weet…
Nee, de paniek zat alleen in mijn hoofd verstopt. En was ook nog eens onder een laagje alcohol verdoofd. Want ik had de maandagmorgen voor dit Dauwpopverhaal ingepland. Maar zoveel bijzonders was er nu toch ook niet gebeurd? Hoe krijg je zo’n verhaal nu weer vol? Niet dat ik er niets aan vond hoor, verre van. Kensington was geweldig, Madness leidde tot nostalgie en ik kwam er achter dat Saybia een nummer speelde die vroeger tot mijn favorieten behoorde.
Al die dansende mensen in de danskuil waren een genot om naar te kijken. En in ‘The Glory Hole’ speelden zich taferelen af met schaars geklede dames en lilliputters die het daglicht niet konden verdragen. Maar om daar een verhaal over te schrijven? De titel ontstond trouwens doordat we op de heenreis een flesje Safari soldaat maakten. Deze was afkomstig van de drankschaal die Middelstum 4 op hun kampioensfeest van de spelers van Middelstum 2 had gekregen. Dat soldaat maken ging nog sneller toen De Bont een hobbeltje met hoge snelheid nam. Een kwart fles vond zijn weg op mijn VV Middelstum jasje. Vandaar dat de Groepsapp van Middelstum 4 inmiddels is omgedoopt tot ‘Met Bert op safari!’
Gaandeweg de terugreis werd ik wat rustiger. Want het gaat op zo’n dag niet om de anekdotes. Achteraf waren alle ingrediënten voor een heerlijk dagje uit aanwezig: gezellig met vrienden naar een popfestival waarbij het weer ook nog eens meewerkt en er genoeg te zien en te beleven valt. Op de heenreis volgde uiteraard al de hamvraag. ‘Wanneer is deze traditie eigenlijk ontstaan?’ De exacte datum is niet bekend maar dat het langer dan 10 jaar geleden is, daar konden de meesten zich wel in vinden.
Op deze Dauwpopdag was een groot gedeelte van de harde en oorspronkelijke kern weer aanwezig. Wat heb ik in de loop der jaren toch het nodige met deze mannen beleefd, vooral op vakanties. Daar zou ik alleen al een ellenlang verhaal over kunnen schrijven. En de oorsprong hiervan ligt al in 1993, bedenk ik mij. Tijdens een lang weekendje Ameland was ook Ralf Brouwer aanwezig. Toen hij door omstandigheden weer in beeld kwam voor een gezellige, langere vriendenvakantie, had ik mij net gesetteld.
Maar met de vroeger onafscheidelijke vriendentrio Abel, Cheese en Donkey heb ik toch het nodige beleefd op vele vakantietrips. Ooit werd ik op 18-jarige leeftijd jeugdleider van deze mannen die toen nog maar net de tienerjaren hadden bereikt. In 2006 werd uiteindelijk Kreta veroverd met een onvergetelijke Samariakloof als mooie herinnering en door een verkeerde boeking het rustige Sissi ipv bruisend Hersonnissos. Foutje bedankt dus.
In 2008 voegden Edje en de lange Tuit zich bij dit groepje toen Malta werd aangedaan. En dat heb ik geweten. ‘The famous eggcakeman from Holland’ werd geboren. Het was het jaar dat Sonja Bakker Nederland veroverde en beide mannen, lui liggend aan het zwembad, een marketingconcept bedachten om dit gegeven in de Maltezer markt te penetreren. 2008 was ook het jaar van het crisisberaad hoewel de crisis snel bezworen werd. Tijdens deze vakantie debuteerde ook Marten Hovenga in dit select gezelschap. De man wiens lontje net zo lang is, als zijn hart in principe van goud, bakte zich met de dag bruiner aan het zwembad…
En wat voor een verhalen kan ik wel niet opdiepen over de man achter het stuur. Overleefde menig generatiegenoot en weet zich nog steeds vol energie in het pogogeweld te storten. Met bouwjaar 1961 (of toch 1960) achter zijn naam wordt hij deze zomer al weer 55 jaar. 24 jaar ouder dus dan de Benjamin van dit gezelschap, feestDJ Eling.
En daar ergens tussenin bungel ik dus. De jaren beginnen te tellen, bedenk ik mij, wanneer ik met een gerust hart weg dreig te dommelen. Wetend dat een verhaal over een dagje Hellendoorn geen probleem mag zijn. Maar op de achterbank, gezeten tussen nachtbraker Ed en de als vanouds irritante Tuit is van wegdommelen geen sprake. ‘We gaan met Bert op safari, we gaan met Bert op safari, met Bert op safari’, brullen beide mannen. En als Meijer zich er ook mee gaat bemoeien is een ‘Tiktak’ versie snel gevonden…
Gelukkig dient zich in de verte de Middelstumer toren al weer aan. Zodra ik de kans krijg, spring ik uit het busje. Zalencentrum Vita Nova is voor mij een brug te ver. De tijd dat ik daar de zon op zag komen is gelukkig (?) verleden tijd. Deze dag was al intensief genoeg: reisgenoten bedankt voor de opgebouwde mooie herinneringen!