Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Ik ben Jannes Nijboer, 67 jaar, afkomstig uit Ten Boer. Ten Boer is ook de plaats waar ik al mijn hele leven met veel plezier woon. Ik ben opgegroeid op een boerderij aan de Washuisterweg, vlakbij het Eemskanaal, samen met mijn ouders en een 3 jaar jongere broer. Ik vond het vroeger leuk om in de zomerperiode op het gemengd bedrijf van mijn ouders mee te helpen, zonder echter de ambities te hebben om de boerderij op termijn over te nemen.
Ik heb dus mijn hele leven in Ten Boer gewoond. Toen ik studeerde, had ik wel een studentenkamer in Groningen waar ik door de week verbleef maar in het weekend kwam ik altijd weer naar huis. De boerderij is in 1972 verkocht, mijn vader liet een nieuw huis bouwen aan de Wigboldstraat. Daar heb ik tot ons trouwen in 1977 gewoond. Toen zijn we naar de Kievitstraat verhuisd. Hier wonen we inmiddels al weer bijna 40 jaar.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben dus in 1977 getrouwd met Lammechien Zomerman uit Winschoten. Voor die tijd had ik een kortstondige relatie met een vriendin van haar. Toen hebben we elkaar leren kennen. Samen hebben we drie kinderen gekregen, twee dochters en een zoon. Beide dochters wonen bij elkaar in de straat in Eelderwolde. De oudste is huisarts en getrouwd met een gynaecoloog. Zij hebben drie dochters. Mijn jongste dochter heeft een zoon. We hebben dus 4 kleinkinderen.
Mijn jongste dochter is sportconsulent in Hoogeveen. Zij houdt zich bezig met verschillende projecten. Door één van die projecten, kinderen van ouders die het niet breed hebben aan het sporten krijgen, is ze sportcoach van het jaar geworden in Nederland. Ze is door het NOC/NSF voorgedragen voor een Europese prijs en die heeft ze ook gewonnen! Mijn zoon is fiscaal jurist in Amsterdam. De trek naar het westen zat er bij hem al vrij snel in…
Wat is uw voormalig beroep?
In het laatste jaar van mijn lagere schooltijd verhuisde ik naar de Groninger scholengemeenschap omdat dit een betere aansluiting zou geven richting middelbare school. Na de lagere school volgde het Heymans College, nu beter bekend als het Werkman College, waar ik de gymnasium deed. Aan het einde van de opleiding gaf ik tijdens de beroepsopleiding aan dat ik graag sportverslaggever wilde worden want ik was bezeten van de sport. Vroeger kroop ik bijna in de radio wanneer Dick van Rijn verslag deed van een voetbalwedstrijd.
Een leraar bracht mij vervolgens in contact met Henk Oostinga, sportverslaggever bij RONO. Hij adviseerde mij om niet te veel op één paard te gokken. Zo veel radioverslaggevers waren er immers niet en het was nog maar de vraag of mijn stem wel zo geschikt was voor de uitzendingen. Dat bracht mij er toe om medicijnen te gaan studeren aan de Rijks Universiteit van Groningen. Ik wilde heel graag sportarts worden maar de sportgeneeskunde was nog niet zo ingeburgerd als tegenwoordig.
Toch lukte het mij om stage te lopen op Papendal, toen al het Mekka op sportgebied. Ik werd een van de eerste coassistenten op dit gebied in Nederland. In 1972 ben ik afgestudeerd waarna Militaire Dienst volgde. Mijn opleiding was in Amersfoort, daarna werd ik kazernearts in Harderwijk. Daar waren er 2 van, dus ik had of ’s morgens of ’s middags dienst. Daarom kon ik mooi dagelijks met de trein op en neer.
Na mijn diensttijd zag ik toen een advertentie van het Academisch Ziekenhuis Groningen (inmiddels omgedoopt tot UMCG) waar ze iemand zochten voor onderzoek naar de bloedsomloop bij patiënten die onder narcose gebracht werden. Niet direct iets richting de sport maar het had toch mijn interesse. En daar ik niet weg wilde uit Ten Boer was de keuze snel gemaakt. Ik kreeg de baan en was verzekerd van werk en inkomen. Dit werk heb ik 9 jaar gedaan. Ik heb diverse artikelen over dit onderzoek geschreven wat uiteindelijk zelfs geresulteerd heeft in een proefschrift en een promotie in de geneeskunde.
Het Sport Medisch Advieswerk stond in het begin van de jaren ’80 nog in de kinderschoenen. In de periode van 9 jaar bij het AZG ben ik eind zeventiger jaren ’s avonds ook begonnnen bij Sport Medisch Advies Assen. In 1983 kwam SMA Groningen erbij. En in die jaren kwam ook de sportgeneeskunde van de grond in de zin van opleidingsstructuur en erkenning. Via aanvullende scholing van 3 jaar, onder andere bij de bekende sport orthopeed dr. Eikelaar, heb ik mijn erkenning als sportarts gekregen. Op dat moment viel mijn baan in het AZG weg, de subsidie stopte.
In die tijd bood ik mij ook aan bij diverse voetbalverenigingen in het noorden. Huisartsen adviseerden voetballers met een blessure vaak om rust te nemen en deden er verder weinig aan. De meeste spelers klooiden maar wat door want ze wilden natuurlijk wel voetballen. Tegen een gereduceerd tarief konden ze dan via de vereniging bij mij terecht waarna ik ze gericht behandelde.
Verder zag ik toen toevallig een vacature bij de NAM waar ze bij de arbodienst iemand zochten die inspanningstesten en keuringen kon verrichten op medewerkers die werkten met perslucht en persmaskers. Ik werd aangenomen en toen de werknemers van de NAM er achter kwamen dat ik mij ook bezig hield met de behandeling van sportblessures waren mijn dagen daar binnen de kortste keuren gevuld. Door dit te combineren met SMA in ziekenhuizen in Groningen, Assen, Veendam en later Emmen, werd mijn werkweek steeds voller. In 1990 ging ik ook nog eens voor de jeugd van FC Groningen aan de slag.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
De laatste jaren ben ik al minder gaan werken om vervolgens begin dit jaar helemaal te stoppen. Toen had ik er 40 jaar opzitten bij het Sportmedisch Adviescentrum. Wel blijf ik nog 2 ochtenden in de week betrokken bij de jeugd van FC Groningen maar dit is nu vrijwilligerswerk geworden. FC Groningen is mijn cluppie en ik vind het heerlijk om met de jeugd bezig te zijn.
Van verveling is sowieso geen sprake. Ik ben voorzitter van het stichtingsbestuur van de sporthal in Ten Boer en al 45 jaar secretaris van Sport Recreade Ten Boer. Deze vereniging organiseert de jaarlijkse mini marathon en de triatlon maar ook tal van sportclinics voor de basisschooljeugd. Ook ben ik bestuurslid van het Ommelander loopcircuit.
Dat sporten sowieso mijn grote hobby is, zal je wel niets verbazen. Tijdens mijn studententijd ben ik bij The Knickerbockers gaan voetballen. Daarna uiteraard bij Omlandia en ik heb mijn carrière afgesloten bij TEO. Toen ik steeds meer last kreeg van mijn heupen vond ik het welletjes. Tegenwoordig fluit ik nog regelmatig een wedstrijd van de jeugd bij Omlandia. Ik zwem elke ochtend en ik fitness ook nog twee keer in de week. Daarnaast vind ik het heerlijk om in de tuin en in de kas bezig te zijn.
Ook trek ik er regelmatig met mijn vrouw op uit in de trein. We gaan vaak op stedentrips en bezoeken dan bijvoorbeeld musea. Ik beschik over een groot archief dat nodig aangepakt en opgeschoond moet worden. Patiëntgegevens ouder dan 10 jaar kunnen weg maar ook op voetbalgebied heb ik heel veel bewaard. Daar wil ik nog iets mee gaan doen.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Het huwelijk en de geboorte van mijn kinderen en kleinkinderen zijn misschien standaarddingen maar voor mij heel belangrijk. Van een mooie vakantie kan ik ook erg genieten. Mijn afscheid bij het SMA was ook een hoogtepunt, hierover later meer. In 1993 ben ik gepromoveerd in de geneeskunde. Het onderzoek naar de bloedsomloop van patiënten tijdens een narcose leidde uiteindelijk tot een succesvol proefschrift. En in 2010 ben ik koninklijk onderscheiden. Ik werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau!
En daar ik FC Groningen fan in hart en nieren ben, was de bekerwinst van vorig jaar natuurlijk geweldig! Ik ben mee geweest naar De Kuip en 3 mei 2015 is een dag geworden om nooit te vergeten. Ik kan sowieso genieten van Nederlandse sportsuccessen op internationale podia. Ik verheug me op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro waar ik deze zomer in alle rust van kan gaan genieten.
En de dieptepunten?
Niet veel eigenlijk. Het overlijden van mijn vader zag ik al geruime tijd aankomen. Hij was lange tijd buiten kennis en werd in een verpleeghuis verzorgd. Hij is 83 jaar geworden. Mijn moeder geniet nog volop van het leven. Ze wordt wel wat minder maar wat wil je ook, ze is inmiddels 97 jaar!
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Toen mijn collega’s van het SMA aan mij vroegen wat ik eventueel voor een afscheidsfeest in gedachten had in verband met mijn pensionering, moest ik even nadenken. Al snel vormde zich bij mij het idee om een afscheidssymposium te organiseren over patiënten met onbegrepen knieklachten. In al die jaren heb ik zo’n 250 gevallen gehad waarvan niemand de oorzaak van de klachten kon vinden. Zelf vermoedde ik vaak dat het om een ingeklemde zenuw ging.
Regelmatig heb ik patiënten doorverwezen naar een plastisch chirurg. Die zijn goed in het fijnere werk, zij kunnen een zenuwtakje vaak wel vrijleggen. Een coassistent heeft uitgezocht dat dit vaak voor goede resultaten zorgde. Dit alles leidde tot een afscheidssymposium waarbij ik iets vertelde over de problematiek en er andere sprekers waren die het over de resultaten gehad hebben. Dokter Brouwer, bekend van zijn werkzaamheden voor FC Groningen, vertelde iets over kruisbandoperaties. In totaal 4 lezingen met na die tijd een hapje en een drankje.
Ik heb alle huisartsen en vele fysiotherapeuten waarmee ik in de loop der jaren contact gehad heb een uitnodiging gestuurd. Tevens bedoelt als mededeling dat ik met pensioen ging en dat ik dus stopte met allerlei behandelingen. Ik kan terugkijken op een heel geslaagde dag. Al met al kwamen er zo’n 80 mensen op het symposium af.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Verder gaan met het genieten en met de dingen waar ik nu mee bezig ben. Op zolder heb ik nog een heel groot FC Groningen archief met daarin verslagen van alle wedstrijden die FC Groningen gespeeld heeft. Daar wil ik eigenlijk nog wel iets mee gaan doen, al weet ik nog niet zo goed wat.
En ik zou nog wel eens op safari willen maar zie er tegen op om deze reis alleen te moeten maken. Mijn vrouw heeft namelijk vliegangst. Maar binnenkort gaan we een cruise maken naar Sint Petersburg. We hebben vorig jaar al proefgedraaid in Rome dus dat is ook iets om ons weer op te verheugen.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik had vroeger een doel voor ogen en dat was sportarts worden en daarin heb ik een heel mooie tijd gehad. Ik heb een mooi huis, een lieve vrouw en ik ben trots op mijn kinderen. Ze hebben alle drie een universitaire opleiding afgerond en hebben een mooie baan verworven. Ook van mijn kleinkinderen kan ik erg genieten.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een cijfer geven is zo betrekkelijk. Eigenlijk is mijn hele leven naar wens verlopen, op mijn tegensputterende heupen na. Doe dus maar een 8.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik zou het verder niet weten maar ik vond het wel leuk om op deze manier over mijn ervaringen te praten. Ik zie het resultaat wel tegemoet!