“Houveul wordt het vandoag??” vraag ik terloops als ik het hoofdveld van de plaatselijke FC betreed. “Ik ben bang dat het oin- drei wordt, dus blief moar binn’n” krijg ik te horen. Zoals elke zaterdag, loop ik ook nu weer 5 minuten voor aanvang van de wedstrijd het veld op.
Meestal tref ik onze plaatselijke Nostradamus, die zijn voorspelling van die middag met mij deelt. Dit doet hij al sinds hij het twee keer achtereen goed geraden heeft. Daarna voorspelt hij met wisselend succes de uitslag van elke wedstrijd van FC LEO. Zijn succes ontleedt hij met name aan een goed voorspelde bekerwedstrijd tussen FC LEO 1 en The Knickebockers 1. Hij voorspelde dat TKB met 3-8 zou winnen en iedereen liep lachend bij hem vandaan. Toen even na vieren de spits van TKB nummer 8 tegen de touwen joeg, heb ik nog nooit een supporter van FC LEO zo uitbundig zien juichen voor een tegengoal. Voor deze zaterdag hoop ik stiekem wel een beetje dat hij gelijk krijgt. De plaatselijke FC moet tegen een geduchte tegenstander en er zijn bij de thuisclub veel blessures en schorsingen, 1-3 is dan nog te overzien.. Nostradamus riep mij nog achterna dat hij vannacht gedroomd had dat het 0-8 zou worden, maar die droom had hij maar snel afgekapt.
Ik loop lachend naar mijn vaste plek op het veld. Als de wedstrijd op het punt van beginnen staat, is het verzamelpunt in de buurt van de dug-out van de thuisclub. Even de gebruikelijk handen schudden met oud-teammakkers en uiteraard de trainer en leider het broodnodige succes wensen. Hier tref ik ook meestal Peter Tuit. Voormalig topspits van FC LEO die door zijn voorkomen ooit liefkozend de Huzaar genoemd werd.
Peter is nog steeds een bekende verschijning. Peter heeft vele voetbalvelden bespeeld en heeft op bijna ieder veld wel een onuitwisbare indruk achtergelaten. Ik heb het geluk gehad ook een aantal jaren met te mogen voetballen. Steevast loop ik met Peter gedurende de gehele eerste helft een ronde om het veld. We plannen het zo dat we om en nabij het rustsignaal bij de voordeur van de kantine uitkomen om, naar gelang de stand of ons humeur, een biertje of een kop koffie te bestellen. Vaak loopt ook Jaap van Straten mee, maar hij had andere verplichtingen. Hij had opdracht gekregen de tuin paasbestendig te maken.
De eerste tien minuten kijken we vanaf onze uitgangpositie, naast de dug-out van FC LEO (P1). Hier nemen we kort de opstelling door. Meestal snappen we de trainer wel, maar we hebben, zoals een goed supporter het betaamt, natuurlijk hele andere ideeën over de 11 namen die in de basis staan. Deze zaterdag zien we ineens dat trainer van der Ploeg, spits Rozema een linie terug heeft geplaatst. In verband met de vele afwezigen moet hij beginnen op het middenveld.
Vooral de oudere garde langs het veld is het hier duidelijk niet mee eens. “Dat wordt niks” en “Wel mot er nou onze doelpunt’n moak’n den?” waren de opmerkingen die we horen. Vooral als er na 10 minuten al een tussenstand van 0-2 op het scorebord staat zijn de commentaren niet van de lucht. Voor ons een teken om onze startposities te verlaten en ons langzaam te bewegen langs het veld, onderweg naar P2: de goal van de tegenstander.
Iets links achter deze goal blijven we meestal even staan. Dit is uit bijgeloof en ook om het eerste kwartier van de wedstrijd te bespreken. Een aantal jaren geleden werd er vaak gescoord door FC LEO, op het moment dat wij onze tweede positie op het veld hadden ingenomen. Als bijgeloof houden we dit tot nu toe nog steeds vol. Steeds minder vaak wordt er echter gescoord wanneer we daar enkele minuten halt houden. We proberen nog wel eens wat langer te blijven staan, maar ook dat helpt niet meer. Sterker nog, terwijl we er nu staan, scoort de tegenstander de 0-3.
Terstond zetten we ons in beweging en sjokken verder om het veld. De stemming wordt er niet beter op als we bij de oude, wijze mannen aankomen. Deze staan aan de rechterkant, achter de goal. Toch horen we naast een portie frustratie, voornamelijk berusting in hun stemmen. Het zijn onder andere de vaste supporters uit Kloosterburen die altijd zeer begaan zijn met het lot van FC LEO. Ook hier blijven we even staan. Naast de wedstrijd wordt ook de het competitieprogramma van vv Kloosterburen en de tussenstand bij concullega VVSV besproken. De opluchting is groot als blijkt dat ook zij weer op een nagenoeg onoverbrugbare achterstand staan. “wie kenn’n weer mit ’n gerust hart noar kroug straks” wordt er gekscherend opgemerkt.
Zo halverwege de eerste helft, zijn wij al weer bij de lange zijde van het veld. Meestal nemen we even wat langer de tijd om stil te staan bij de FCLEO-notabelen. Vele wijze woorden en verwijzingen naar vrouger komen voorbij. Standaard krijgt het neefje Rowan een klein veertje in zijn achterste en wordt er over “die dikke in de spits” gezegd dat hij niet moet zeuren en weer laatste man moet gaan voetballen. Ondertussen heeft de tegenstander de 0-4 binnengeschoten en we twijfelen er openlijk aan of we straks nog wel uit de kantine moeten komen voor de 2e helft.
Als het tegen het einde van de eerste helft loopt passeren we ter hoogte van de middellijn de supportersgroep van de tegenstander. Zij staan meestal in de buurt van het scorebord. De Friese klasse heeft één voordeel boven de Groningse: Er komt veel publiek mee. Dit seizoen moeten we dan ook een grote meute personen passeren voordat we aankomen bij de cornervlag, aan het begin van het hoofdveld. Daar treffen we oud voorzitter Carel Bloemhoff. Met een prachtige zwarte FC LEO-muts, zeer karakteristiek op zijn hoofd en een half opgegeten sigaret tussen de lippen moppert hij zich naar de koffie. “Liekt naargens op! Tis het aankiek’n nait weerd”. Nog voor het rustsignaal loopt hij naar de kantine.
Hij is vlot vandaag zeg ik tegen Peter. Normaal loopt hij een rondje 35 blank (refererend aan de ronde die Carel steevast loopt om het hoofdveld heen tijdens wedstrijden). Hij loopt niet zoveel meer hoor zegt Peter. De hele ronde om het veld maakt hij lang niet altijd meer. Ineens besef ik me dat we de nieuwe Carel Bloemhoff aan het worden zijn. Wij zijn nu de personen die de ronde om het veld maken, die overal even een praatje maken, de wedstrijd bespreken en, daar waar nodig, ongezouten kritiek leveren.
Met deze gedachte loop ik de kantine in. Geen zin aan koffie. Het is toch al 0-4. Doe mij maar een koud flesje bier. De tweede helft besluiten we achter de goal van de tegenstander te gaan staan. Tot 0-6 houden we het vol en dan besluiten we de kou en het gras om te ruilen voor de plavuizen en de kachel. Eiko voorziet ons van een heerlijk koud flesje en met een aantal andere afvallige supporters proberen we de wedstrijd te vergeten door de prestaties van FC Groningen en het Nederlands elftal te bespreken. Het kan nog altijd minder dan de plaatselijke FC….