Zaterdag mocht ik mijn verjaardag vieren. De levensteller tikt inmiddels al 44 aan. Hartelijk dank nog voor alle felicitatie- annex steunbetuigingen via voornamelijk Facebook. Er zaten prachtige teksten en/of foto’s tussen! Dat geeft zo’n dag natuurlijk nog meer cachet. Het was me het dagje wel weer. De grootste meute qua familie en vrienden kwam dezelfde dag langs en zondag de 13e was al weer een mooi eindje onderweg toen de laatste gast zich afmeldde. Zelfs zonder dat alle kratten bier leeg waren, worden we allemaal een dagje ouder?
Inmiddels 44 jaar dus. Ben ik nu ongeveer op de helft? Dat is tegenwoordig een heel gevaarlijke uitspraak. Je hoort zulke rare berichten om je heen. Ik ga er vanuit dat mijn beste jaren wel geweest zijn. Dat bedoel ik niet heel negatief of somber hoor, ik voel me bij tijd en wijle nog heerlijk fit en gezond. Maar volgens mij wordt er na je 20e al meer afgebroken intern dan dat er bij komt dus kan ik dit gemakkelijk schrijven…
Heeft het leven je tot dusver gebracht wat je er van verwacht en gehoopt had? Dat is even een lastige zelfreflectievraag die ik mijzelf stel. Waar droomde ik van toen ik een jaar of 13, 14 was? Wat wilde ik graag worden, waar wilde ik staan? En ben ik tevreden met wat ik nu heb?
Om maar met de laatste vraag te beginnen, ja ik ben heel tevreden met wie ik nu ben en waar ik sta. Maar het is heel anders verlopen dan ik 30 jaar geleden gedacht had. Is dat wel zo, bedenk ik mij direct? Want ik wist vroeger helemaal niet wat te worden en hoe gelukkig te zijn. Niet dat ik een ongelukkige jeugd gehad heb hoor, integendeel zelfs. Maar ik had gewoon geen flauw idee wat ik wilde worden bijvoorbeeld.
De studie milieukunde was eigenlijk een soort van vlucht, ik moest wat. Uiteindelijk heb ik nooit iets in die werksferen gedaan. Wat dat betreft heb ik nog meer aan mijn jaartje bedrijfskunde gehad die na 4 jaar milieukunde volgde. In de loop der tienerjaren kwam ik er wel steeds meer achter wat ik wel nodig had om echt gelukkig te worden…
Wonen in Middelstum bijvoorbeeld, of in elk geval op het Hogeland. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht dat ik ergens in de Randstad aan het werk zou moeten. Die gedachte werd nog versterkt door een jaar militaire dienst waarbij ik de treinreis terug naar huis aan het eind van de week altijd als hoogtepunt beschouwde. Terug naar het vertrouwde.
Een partner zou ook niet verkeerd zijn en dat ze van vrouwelijke afkomst moest zijn stond eigenlijk mijn hele leven al vast. Kinderen krijgen was een heel ander iets, een sterke kinderwens heeft zich bij mij nooit gemanifesteerd. Het heeft eventjes geduurd dat ik aan de vrouw kwam. Ik bedenk mij nu al schrijvende dat wij, Miranda en ik, deze maand 5 jaar samenwonen. Wat hebben we samen wat beleefd zeg, dat mag toch enige naam hebben… En deze relatie bracht mij zelfs 2 bonuskinderen en een hond en 2 katten. Best gezellig hoor…
Blijft het werk over. Misschien wel de grootste bonus die ik de laatste jaren heb gekregen. Hoewel hier ook wel de nodige hobbels overwonnen moesten worden. Maar als eigen baas geniet ik van de vrijheid en de mooie verhalen die ik mag aanhoren en als het kan ook mag doorvertalen aan het papier. Het doet mij deugd dat ik hiermee een boterham kan verdienen. Iets wat ik eigenlijk niet voor mogelijk had gehouden.
En zo mag ik op mijn 44e typen dat ik eigenlijk best wel gelukkig ben. Over mijn gezondheid heb ik niets te klagen, met het huisje-boompje-beestje gebeuren is niets mis mee, ik kan mijn ei helemaal kwijt in mijn eigen gecreëerde werk en (bijna) al mijn dierbaren zijn er nog. Wat je niet hebt gehad, raak je ook niet kwijt. Dus wat je wel hebt en koestert wil je eigenlijk heel graag zo houden. En dus hoop ik volgend jaar op mijn 45e weer ongeveer het zelfde verhaaltje af te mogen steken. Dat moet ook kunnen want tegen die tijd bent u dit verhaal natuurlijk ook al lang weer vergeten…