Tja, en dan heb je maar zo je partner in het ziekenhuis liggen. Wat begon met vermindert zicht, verergerde vorige week. Last van spraak, coördinatie, wang, arm, been en wat verward. Waar ik aanvankelijk dacht, dat het wel over zou waaien, sloeg in het begin van de vorige week de ongerustheid toe. Ook bij Miranda die voor woensdagmiddag een afspraak bij de dokter maakte.
En dan belt ze je op dat ze met spoed met een ambulance naar het ziekenhuis moet. Automatisch kom je in een soort van rollocaster terecht. Met de auto achter de ambulance aan, daarbij diverse wetsovertredingen trotserend om hem uiteindelijk toch uit het oog te verliezen. Snel door naar de spoedeisende hulp voor een CT-scan van de hersens. Gelukkig bleek al vrij snel dat er geen sprake was van een hersenbloeding of tia. Ook aan de bloedwaardes waren geen opmerkelijke dingen te zien.
Even heb je dan de hoop dat ze direct weer mee naar huis mag. Maar dit werd de kop ingeslagen. Er volgde een opname want nadere onderzoeken waren vereist. Als vanouds sprongen onze straatgenoten aan alle kanten al weer in de bres. Overbuurvrouw Marike ontfermde zich over de jongste, Anneke pikte de oudste op uit Uithuizen. De honden van 3 en 5 werden uitgelaten en als er verder wat moest gebeuren dan moesten we maar gillen.
Hier kan ik altijd ontroerd door worden. Dat in tijden van ‘crisis’ de wereld soms even instort maar dat er toch van allerlei kanten hulp komt waardoor zaken (im)provisorisch toch weer redelijk gestroomlijnd lopen. De donderdag en vrijdag stonden in het teken van allerlei onderzoeken. Miranda kreeg fysiotherapie, ergonomie en logopedie om haar wat handvaten aan te reiken om met de fysieke ongemakken om te gaan.
Thuis hobbelden we in eerste instantie maar een beetje door. Donderdagmiddag met de kinderen samen naar het ziekenhuis en dat is best wel slikken hoor als je moeder en partner daar zo ligt. De heftigheid werd nog vergroot doordat de buurvrouw op de kamer even te voren een soort van doodsvonnis te horen had gekregen. Gescheiden door slechts een gordijntje waren we deelgenoot van de uitwerking van deze boodschap op haar en haar kinderen.
De oudste pikt dat natuurlijk nog meer op dan de jongste. Ze had er weinig fiducie in dat mama voor het weekend weer naar huis kon. Jazlijn was opvallend monter en hielp aan alle kanten thuis mee bij het opstaan en de verzorging van de konijnen. Dat maakte de situatie al weer een stuk prettiger. Samen moet je je er toch doorheen staan.
In de loop der vrijdag sijpelden al weer wat positiever berichten door de app heen. Die dag zou de MRI-scan plaatsvinden en als alles een beetje mee zou zitten dan kon Miranda weekendverlof vieren aan de Berkenlaan. Een prettiger omgeving om in te bivakkeren dan in het Martiniziekenhuis, dat zeker. Toen ik mij vrijdagmiddag meldde, wilde de neuroloog nog even met ons praten. Dan gaat er toch een soort van onrust door je heen…
Gelukkig waren er ook op de MRI-scan geen afwijkingen te zien. Wel werd er een diagnose afgegeven in de vorm van een functionele storing. Een soort van kortsluiting waarbij er wel signalen door de hersens worden uitgezonden maar het ontvangst is niet optimaal. Of zoals een ingewijde het noemde: “Een soort van filevorming op de snelweg.” Zo iets inderdaad.
Toch altijd weer een moeilijk moment om op zondagavond afscheid te moeten nemen van je moeder en partner. Er wordt een plan van aanpak opgesteld over hoe nu verder en over hoe om te gaan met de fysieke ongemakken. En dan staat inderdaad het leven even op de kop. Worden hoofdzaken bijzaken en andersom. Waarbij ik direct toegeef dat ik momenten gehad heb waarbij ik als een kip zonder kop rondgelopen heb. Daarbij allerlei doemscenario’s in het hoofd halend. Rustig door ademen is het advies, en hopen dat Miranda snel weer naar huis mag! (Ps. Inmiddels is ze weer thuis!)