Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn naam is Kees Willemen en ik ben op 2 april 1943 geboren in Rijen in Noord Brabant. Midden in de heftigste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal gaat dat ik in een schuilkelder ter wereld ben gekomen die mijn ouders samen met onze buren achter in hun tuin hadden gegraven. Dit vanwege de aanhoudende bombardementen. Maar dat verhaal valt helaas niet te controleren. Mijn ouders die daarover duidelijkheid zouden kunnen verschaffen, zijn al geruime tijd overleden. Die bombardementen werden door Engelsen en Amerikanen uitgevoerd om het grootste aanvalsvliegveld waarvandaan Engeland de jaren daarvoor gebombardeerd was, het vliegveld Gilze Rijen, voorgoed lam te leggen.
Ik kan mij daar uiteraard niets meer van herinneren. Maar onbewust heb ik er wel een paar gevolgen van meegekregen. Zoals de onmogelijkheid om zelf een auto te besturen omdat ik in paniek raak bij onverhoedse bewegingen. En weer positief een blijvende passie voor jachtvliegtuigen. Waarvan ik zeker in mijn jeugd allerlei foto’s verzamelde. Met als gevolg dat ik heden zeker nog steeds heel geïnteresseerd ben in dat soort militaire luchtvaarttechniek. Ook al zijn het moordmachines. Ik ben daar heel dubbel in.
Rijen was tijdens mijn jeugd een dorp van 3000 inwoners en maakt nog steeds deel uit van de Gemeente Gilze en Rijen. Samen met Molenschot en Hulten. Recent kwam de gemeente Gilze en Rijen nog in het nieuws omdat de burgemeester alarm sloeg in de media. Hij zei dat hij iedere gezag over zijn gemeente was kwijtgeraakt aan de Brabantse drugsmaffia. Nog recent werd iemand in Molenschot door concurrerende bendeleden doorzeefd met een kalasjnikov. Toen ik daar opgroeide, was het aanzienlijk rustiger.
En waren er meer dan zestig grote en kleine leerlooierijen. Waar zowel zool- als overleer werd geproduceerd. Nu is er van al die fabrieken, letterlijk 62 schoorsteenpijpen, nog maar 1 over. Het was en is een rauw dorp, met een grotendeels Rooms-Katholieke bevolking. De arbeiders konden in mijn tijd nauwelijks lezen en schrijven. Maar men leefde er goed van.
Gilze Rijen is nog steeds landelijk bekend van zijn militair vliegveld. Omdat het de thuishaven is van Apache-gevechtshelikopters en de Cherokee’s die altijd op militaire missies worden gestuurd naar Afghanistan en Mali. Maar ook omdat daar alle brokstukken van de MH17 ter reconstructie heen gebracht zijn. Recent nog op TV toen het rapport over het neerhalen van dat verkeersvliegtuig boven Oekraine openbaar werd gemaakt.
Ik ben afkomstig uit een gezin van 3 kinderen, mijn beide ouders zaten in het onderwijs. Mijn oudste zuster leeft niet meer, mijn jongste zuster is vandaag net 67 jaar geworden. Ik heb best wel op veel plaatsen in Nederland gewoond. De studie bracht mij op 18-jarige leeftijd naar Nijmegen, mijn eerste vrouw en het werk in 1972 naar Amsterdam. Toen ik nog in Amsterdam woonde, werkte ik ook al voor de universiteit in Groningen. In 1990 ben ik dan ook naar Helpman in Groningen verhuisd. In 1995 volgde mijn voorlopig laatste verhuizing naar Onderdendam. Daar woon ik in het huis aan de Bedumerweg achter de heg tegenover het hoogholtje. Waar vroeger tot 1935 het kantongerecht zetelde. Het huis stamt oorspronkelijk uit 1885. Ik vind Onderdendam geweldig om te wonen.
We hebben een prachtig uitzicht vanuit ons huis dat vrij uitkijkt over het Boterdiep naar het oosten. En van waaruit je de drie torens van middeleeuwse kerken kunt zien, De Hippolytuskerk in Middelstum, die van Westerwijtwerd en de Batholomeuskerk van Stedum. We hebben een grote tuin achter het huis met een kas en een moestuin, het hier is net een paradijs. Hetzelfde geldt voor het hele Hoogelandgebied trouwens, vind ik. Ondanks de aardbevingschade.
Wij zijn vorig jaar geëvacueerd moeten worden omdat ons huis moest worden hersteld. Van maar liefst 123 scheuren van zolder tot kelder . Van binnen en buiten..Dat is perfect gedaan. Het huis is mooier dan ooit. We hebben op kosten van de NAM twee huizen verder een kleiner huis dat al jaren leeg stond kunnen huren. Daar hebben we ruim zeven weken gezeten…
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1987 opnieuw na mijn scheiding getrouwd met mijn huidige echtgenote.
Wat is uw voormalig beroep?
Ik zie mijzelf nog steeds als freelance journalist, schrijver en cartoonist. Dit schrijven zit al van jongs af aan in mijn bloed. Dat ik Nederlands en Geschiedenis ben gaan studeren aan de universiteit in Nijmegen is dan ook niet echt verwonderlijk. Helaas trokken mijn ouders na een conflict de studiefinanciering in. Gelukkig kon ik wel voor het Nijmeegs Universiteitsblad aan het werk als tekenaar, filmrecensent en tenslotte redacteur. Daar heb ik tot begin jaren zeventig gewerkt.
Daarna volgde dus mijn Amsterdamse periode, deze heeft uiteindelijk van 1973 tot 1990 geduurd. In het begin tekende ik voor het weekblad ‘De Nieuwe Linie’ als politiek tekenaar. Het blad waar de provo’s vrij toegang hadden. En de Amsterdamse kabouterbeweging o.l.v. Riel van Duyn. Omdat het me langzamerhand te soft werd ben ik bij het communistische Dagblad ‘De Waarheid’gaan werken. Eigenlijk heb ik wel voor bijna alle landelijke kranten als cartoonist gewerkt. Terwijl ik tegelijkertijd ook voor universiteitsbladen als opiniërend tekenaar aan de slag bleef. Voor dat soort bladen ben ik meer dan 50 jaar in totaal jaar als cartoonist in touw geweest. Vanuit Nijmegen maakte ik bijvoorbeeld helemaal in het begin al tekeningen voor Het Vrije Volk. Deze gaf ik ’s morgens als treinbrief aan de conducteur mee die ze voor mij afleverde in Rotterdam.
In 1990 ben ik dus naar Groningen verhuisd. Ik was eerst bang dat dit ten koste zou gaan van mijn contacten maar het tegenovergestelde is gebeurd. Ik kreeg het namelijk steeds drukker. De treinbrief kon ingeruild worden voor een fax, dat ging natuurlijk al veel sneller. Toen ik op den duur genoeg verdiende kon ik zelf een fax aanschaffen. Dat maakte het mogelijk dat waar ik ook woonde een dagstrip te maken met als titel ‘Oud Nieuws’ voor dagblad Trouw.
Later heb ik een computer gekregen met een tekenprogramma. Kon je nog sneller werken zowel met journalistieke stukken als cartoons. En tenslotte toen het blad waar ik het langst voor gewerkt heb, de Universiteitskrant Groningen [ 43 jaar!] , beter bekend als UK van papier digitaal werd,een website dus werd (www.ukrant.nl ) ben ik samen met collega Jan Deelstra korte tekenfilmpjes gaan maken van 35 seconden gemiddeld. We hebben 54 van die ‘KEES IS BOOS’ filmpjes gemaakt. Er kwam een eind aan en aan mijn werk voor dat blad toen een nieuwe hoofdredactrice het allemaal heel anders zag met de redactionele richting van die site. Zoiets kan je ook overkomen. Die filmpjes, dat kostte ons beiden een kleine week werk… Zoals je nu wel begrijpt ben ik nog steeds zeer actief maar dit kan mooi in de volgende vraag worden meegenomen.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Ik ben dus gewoon doorgegaan met werken. Mijn huidige werk is weer nauw verweven met mijn journalistieke –lees – schrijfactiviteiten . Ik teken nu de afgelopen maanden weer iets minder. Eigenlijk hun je wel stellen dat mijn AOW inkomen het eerste vaste inkomen is, dat die ik ooit heb gehad, haha. Daarbij probeer ik als zelfstandige zoveel te verdienen dat de belastingdienst er niet met mijn gehele inkomen vandoor gaat en dat lukt vrij aardig.
Momenteel ben ik druk in de weer met een drietal pijlers. Daar ik ’s morgens vroeg wakker ben, meestal rond 5 uur, trek ik er al vroeg op uit. Dit leidt dagelijks tot een ‘Winkelhaakje’. Dat is een wandeling van 25 minuten met hond Nantske aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam. De naam ‘Winkelhaak’ verwijst naar de vorm van de wandeling. De indrukken die ik daar op doe, verwerk ik in een dagelijks verhaal dat op mijn Facebookaccount (Facebookpagina Kees Willemen) en in de berichtenrubriek van Sikkom (www.sikkom.nl ) verschijnt. Ik begin vaak rond 06.30 uur met het schrijven van het stukje, zoek er een geschikte foto bij en post het verhaal tussen half 10 en half 11 op Facebook.
Daarnaast schrijf ik als freelance journalist artikelen voor het tijdschrift Noorderbreedte. Dat doe ik al sinds ongeveer 2000.Vaak ga ik op interviewpad waarbij ik een hele dag met iemand optrek. Dit leidt dan tot een artikel van ongeveer 1000 woorden. Hier ben ik zo’n 10 a 15 jaar geleden mee begonnen. Ik trok toen op met jongeren van 16 tot 18 jaar die in kleine dorpjes in het Noorden op het platteland woonden. Door een hele dag met ze op te trekken, probeer je de mooiste dingen die ze vertellen er uit te destilleren. Je trekt met ze door het dorp, naar hun lagere school bijvoorbeeld of de sportvereniging. Een selectie van al deze verhalen heeft uiteindelijk geleid tot het boek ‘Honderd omeletjes met roomkaas’. Met een voorwoord van de bekende columnist, Martin Brill. Inmiddels al enige tijd helaas niet meer onder ons.
Inmiddels zijn de jongeren van toen uitgegroeid tot 30-ers met een heel ander leven. Voor een nieuwe serie zoek ik ze weer op om terug te kijken op die tijd en uit te zoeken wat er van hun dromen en idealen is terechtgekomen. Het valt mij op dat jongeren met een vrij beroep vaak weer terugkeren naar de plaats waar ze geboren en getogen zijn.
En verder ben ik momenteel druk bezig met het boek over melkboer Tiemen van Dijken die in juni aan de gevolgen van een zwaar ongeval overleden is. Dit boek schrijf ik samen met zijn dochter Margriet die ook journalist is, en net als ik geschiedenis, heeft gestudeerd. Het thema van het boek luidt: TIEMEN. Met als ondertitel: overlevingskunst op het Hogeland. Het gaat natuurlijk over hoe een kleine zelfstandige ondernemer met een ‘uitstervend beroep’ probeert te overleven in een krimpgebied als het Hoogeland in Groningen.
Waar minder mensen in de toekomst wonen die ook nog eens voor een belangrijk deel werken in de grote steden. Dit verhaal wordt geplaatst in het bredere perspectief van de ontwikkelingen op het Hoogeland. Het is naast het levensverhaal van Tiemen ook een schets van het tijdsbeeld van de jaren ’50 tot nu toe . Momenteel zijn we druk met research plegen, vaak in de vorm van interviews.
Dagelijks ben ik nu wel 10 uur, praktisch zeven dagen in de week, met schrijven bezig. Soms zie ik mijzelf als een huurling van mijn eigen keuzes. Maar het bevalt prima hoor. En daar ik een talenknobbel heb, ben ik bezig met het bestuderen van de twee oudste talen ter wereld: het Sumerisch en Akkadisch , het zogenaamde spijkerschrift. Ooit in 1989 hier aan de universiteit op 46-jarige leeftijd mee begonnen. Ook hier weer na een jaar of vier mee moeten stoppen. Nu omdat die afdeling van mijn ‘professor’ die voor een deel aan een Amerikaanse universiteit ook werkte, wegens bezuinigingen van de Letterenfaculteit werd opgeheven. Het is fascinerend om te doen. Ooit werden die teksten ongeveer 5000 jaar geleden geschreven. Niet op papier maar op stukjes voorbewerkte klei. Net gisteren heb ik weer de eerste contacten gelegd met een professor van de universiteit Leiden om daar gezamenlijk een nieuw boek over te maken in het Nederlands.
Het meeste in dit soort tak van wetenschap verschijnt in het Duits, Frans, Engels of Pools. Het boek moet in 2018 gereed zij, Dus ik heb nog even de tijd. Ik vind het geweldig. In een ver verleden duiken van waaruit mensen van toen tegen jou spreken. De teksten zijn vele duizenden jaren ouder dan de Bijbel. Maar gaan soms over dezelfde thema’s. Er is zelfs een Zondvloed-verhaal. Weet je meteen wie dat verhaal van wie gejat heeft. Hier kan ik ook uren mee bezig zijn. Meestal is ‘mijn lampje’ om 21.30 uur wel uit en dan ga ik ook vaak op bed. Daar mijn echtgenote en ik nauwelijks TV kijken, valt deze stap mij gemakkelijk. Daardoor ben ik ’s morgens ook zo vroeg wakker…
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Ik geniet van elke dag op het Hoogeland. Van de ruimte en van de mensen. Zelf kom ik uit Brabant, daar praten de mensen vanzelf. Van Groningers wordt wel eens gezegd dat ze stil en stug zijn maar dat is niet zo. Ze praten net zo veel maar je moet er vaak even op wachten. Groningers kijken altijd eerst even de kat uit de boom. Maar ik vind het ontzettende fijne en aardige mensen. Dat in combinatie met de omgeving en het werk wat ik doe, maakt dat ik mij een gelukkig mens voel.
En de dieptepunten?
Ik heb je over mijn oudste zuster verteld, dat ze niet meer leeft. Haar dood in 1999 is een gruwelijk verhaal want mijn zus Jacqueline Wittenberg-Willemen is vermoord. De Deventer moordzaak is de naam die meegegeven is aan de rechtszaak die volgde op deze moord en heeft geleid tot een van de langst lopende zaken uit de geschiedenis van het Nederlands strafrecht. De vraag die altijd centraal gestaan heeft is of hier sprake is geweest van een justitiële dwaling met betrekking tot het bewijsmateriaal op grond waarvan de veronderstelde dader is veroordeeld. De Deventer moordzaak is een nationale kwestie geworden, een eindeloze mediatisering.
Wanneer je te horen krijgt dat je zus op gruwelijke wijze vermoord is, lijkt het net alsof er een bom ontploft is in je eigen leven en in die van je naaste familie. Mijn vader was toen al overleden maar mijn moeder, toentertijd dik in de 80, heeft de gruwelijke moord nog meegekregen. Dit voorval heeft een enorme impact op mijn leven gehad. Ondanks alle gruwelijkheden zijn zowel mijn jongere zusje als ikzelf ‘gewoon’ door blijven werken. Ik denk dat dit gegeven, samen met de Slachtofferhulp die we hebben gekregen, ons er doorheen gesleept heeft. En vergeet vooral niet een oude, zeer trouwe vriend van mij uit Nijmegen die een advocatenkantoor had vroeger.
Maar loslaten doet het je nooit. Ik heb er een behoorlijke twijfel aan overgehouden. Aan het rechterlijk instituut bijvoorbeeld, of alles wel zorgvuldig is onderzocht. Maar ook aan de blinde passie die zo’n zaak op wildvreemde mensen heeft. Op een morgen stond er maar zo iemand uit het westen bij mij voor de deur dit mij voor schoft uitmaakte. Dankzij mij zou een onschuldig iemand jarenlang ten onrechte vastgezeten hebben. Hoewel ik natuurlijk niet de verdachte veroordeeld heb. Dat deze zaak het dieptepunt is van wat ik in mijn leven heb meegemaakt, kun je je vast wel voorstellen.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik werk dus als freelance journalist voor de Noorderbreedte, een prachtig tijdschrift met mooie verhalen en foto’s uit de Noordelijke provincies. Ik interview graag de mensen op het platteland, hoe ze hun brood verdienen bijvoorbeeld. Het gaat hierbij om hele gewone mensen zoals een medewerker van een loonbedrijf. Ik kan genieten van hun werkzaamheden maar zeker ook van de geavanceerde machines en apparatuur waar ze mee werken. Dat vind ik kunde en kunst ineen.
Zo ben ik ook ooit eens een nachtje met vrachtwagenchauffeur Wim van Zanten, van het gelijknamige transportbedrijf uit Stedum, mee geweest tijdens de bietencampagne. Hij moest toen vanaf de Friese kant van het Lauwersmeer bieten vervoeren op kleine, smalle weggetjes naar Groningen. Dan krijg je een hele andere kijk op wat mensen voor werk doen hoor, en ik voel dan een diep respect voor mensen die hun brood met ‘hun poten’ moeten verdienen.
Ik kan soms hels worden als mensen minachting ten toon spreiden jegens medemensen die zogenaamd niet zo ‘ontwikkeld zijn’als zij. Door dergelijke verhalen te schrijven, ben ik bijvoorbeeld ook in contact gekomen met Tiemen van Dijken. Hem heb ik in het verleden ook geïnterviewd over zijn werkzaamheden.
Het klopt dat ik begin dit jaar een interview heb gegeven aan RTV Noord n.a.v. de bloedige aanslagen in Parijs op medewerkers van het Frans satirisch weekblad Charly Hebdo. Tussen de slachtoffers zaten namelijk ook bekenden van mij. Ik heb daartoe een cartoon gemaakt in de vorm van een afgebrande middelvinger. Mijn manier om te reageren op deze schokkende gebeurtenissen. Deze terreurdaad was volgens mij een regelrechte aanslag op de vrijheid van meningsuiting.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Zolang mogelijk doorgaan in goede gezondheid met de dingen waar ik nu ook mee bezig ben. Verder zou ik nog wel eens Turks of Iraans willen leren. Turks geniet hierbij de voorkeur want die taal komt het meest overeen met onze taal. D.w.z. het wordt in Romeins schrift, net als Nederlands, geschreven en is dus het gemakkelijkst te leren. Dan kan ik ook de prachtige boeken van de Turkse schrijver Orhan Pamuk lezen in het Turks. Veel van zijn boeken gaan over Istanbul.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Nergens van. Het leven ketst regelmatig als een pingpongbal heen en weer. Je hebt vaak geen zekerheid en moet zelf proberen om er een richting aan te geven.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Absoluut een 9.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik hoop dat jouw site nog beter gelezen gaat worden. Mensen kijken vaak naar televisieprogramma’s die ver van de werkelijkheid en hun eigen leven en leefomgeving afstaan. Dan heb je nog de spelletjesprogramma’s of programma’s die gaan over een verslaving of het te dik zijn. Niet mijn favoriete bezigheid om naar te kijken. Ik vind het ontzettend belangrijk dat er aandacht is voor de regio, haar taal, de inwoners en de muziek.
Ik vind het Gronings een prachtige taal, klankrijk ook. Het is jammer dat steeds minder mensen, vooral jongeren, Gronings leren. Kijk, luister en heb interesse voor de mensen om je heen. Mensen hebben zoveel verhalen. Dat merk ik ook nu weer wanneer ik met het boek over Tiemen bezig ben. Onvoorstelbaar wat voor bergen werk oudere mensen vroeger moesten verrichten om het hoofd boven water te houden. Het is hartstikke mooi dat dergelijke verhalen verteld, opgeschreven en gelezen blijven worden…