Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn naam is Jakob Huizinga, geboren 25 februari 1948 ‘op Wolddijk’ in de gemeente Bedum. Ik kom uit een kleine boerengezin, ik heb ook nog een zuster. In 1959 verhuisden we naar de Onderdamsterweg, toen nog Toornwerd 19 genoemd. Op 1 mei 1970 ben ik met mijn ouders naar de pachtboerderij op Toornwerd verhuisd. Mijn ouders leefden hierna nog 2 jaar. Beiden zijn in 1972 snel achter elkaar overleden aan de gevolgen van maagkanker.
En toen stond ik er dus alleen voor. Gelukkig stonden er heel veel mensen met raad en daad voor mij klaar hoewel sommige adviezen mij ook wel van de wal in de sloot hielpen. Dit is een moeilijke tijd geweest maar gelukkig leerde ik niet veel later mijn vrouw kennen. Haar ouders kwamen er in 1973 achter dat ik alleen op de boerderij was en mijn schoonmoeder maakte toen extra eten klaar zodat ik bij hen kon eten. Toen wij gingen trouwen was dit natuurlijk niet meer nodig en samen hebben we mooie jaren op de boerderij beleefd tot 2002.
In dat jaar heb ik, onder andere door enige fysieke kwalen zoals spataders, afstand gedaan van de boerderij. Toen hebben we nog een jaar aan de Molenweg gewoond en sinds 2003 wonen we hier dus aan de Vlaslaan in Middelstum. We kunnen nu nog genieten van een mooi ruim uitzicht over de weilanden, net zoals we dat op Toornwerd gewend waren. Maar met een nieuwbouwplan achter ons is het natuurlijk de vraag hoelang we hier nog wil van hebben.
Wat is uw burgerlijke staat?
In 1972 werd ik getipt door mijn toenmalige buurvrouw De Vries dat er een meisje was die mij wel leuk vond. Het ging om Siebrich Kuipers, een echte Middelstumse die door haar werk als verpleegster tijdelijk in Groningen woonde aan de Friesestraatweg. Mijn buren waren weer kennissen van Siebrich haar ouders en zo kwam ze tijdens een zondags loopje regelmatig bij de buren. Buurvrouw heeft toen tegen haar gezegd dat naast haar een hele schiere vent woonde op de boerderij. En laat Siebrich nu altijd als droom gehad hebben dat ze of verpleegster wilde worden of op een mooie, grote boerderij wilde wonen…
En dus heb ik mijn stoute schoenen maar aangetrokken en haar op het werk gebeld. Eigenlijk had ik dit tijdens de middagpauze moeten doen maar zolang kon ik niet wachten. En dus konden haar collega’s mooi meegenieten toen we onze eerste afspraakje maakten…. Op 12 juli 1974 zijn we getrouwd, inmiddels al weer 41 jaar geleden dus. Siebrich heeft het altijd over liefde op het eerste gezicht en dat dit nog steeds zo is. Mooi toch?! Tijdens onze bruiloft heb ik mevrouw De Vries nog even bedankt dat ze ons bij elkaar gebracht heeft.
In 1975 werd Anneke geboren, in 1979 Fokke en in 1982 Nicolien. 1984 was voor ons een heel zwaar jaar want toen verdronk onze zoon Fokke in de gracht voor ons huis. Gelukkig hebben we na die tijd heel veel medeleven en hulp mogen ontvangen. Al die kaarten en brieven hebben we bewaard, plakboeken vol. En heel veel mensen hielpen ons mee om de draad van het leven weer op te pakken wat ook wel nodig was.
Anneke en Bayram hebben inmiddels 3 kinderen gekregen: Umut, Lara en Berfin. We passen regelmatig op onze kleinkinderen, heerlijk is dat. Umut is inmiddels al zo oud dat hij mij mee kan helpen met het oud papier inzamelen in het Hippolytushoes. Ik ‘kwak’ hem dan in de container zodat hij mooi het papier kan aanstampen waardoor er weer het nodige in kan, haha…
Wat is uw voormalig beroep?
Ik ben dus 30 jaar zelfstandig boer en melkveehouder geweest. Ik vond het prachtig om met de koeien bezig te zijn, trekker rijden zag ik meer als een noodzakelijk kwaad. Gelukkig bekwaamde Siebrich zich hier ook in. Zo konden we het schudden en maaien van het gras mooi afwisselen zodat ik ’s middags de koeien weer kon melken. In het begin hadden we 80 a 90 koeien maar in 1983 kwam de melkquota opzetten. En daar de productie per koe steeg, haalden wij ons quotum van 350.000 liter per jaar met steeds minder koeien. Tijdens onze laatste jaren konden we dit met 40 a 50 koeien realiseren.
Het verzorgen van de beesten was mijn lust en leven. Iemand van de bedrijfsverzorging merkte wel eens op dat hij wou dat iedereen zo goed met zijn koeien om zou gaan. Voor mij was dit heel normaal. Het was altijd weer mooi en bijzonder wanneer er weer een jong kalfje geboren werd. Vaak haalde ik ze zelf, een enkele keer moest dierenarts Van der Wel ingeschakeld worden.
Vanaf 1983 haalde Job van Dijken van loonbedrijf Van Dijken het gras binnen. Hij kon tijdens zijn eerste keer bij ons direct vol aan de bak want doordat het zo nat was, kon hij pas in juni beginnen met maaien. Het gras stond toen metershoog. Ook hebben we heel veel hulp gehad van Jan Evenhuis, daarover later meer. Ook is het ons met behulp van dhr. Huls van de Rabobank gelukt om de financiering van een ligboxenstal rond te krijgen.
Ik moet zeggen dat we altijd wel geluk gehad hebben met de mensen om ons heen die ons geholpen hebben met de bedrijfsvoering. Hetzij door adviezen, hetzij door concrete hulp. Siebrich en ik hebben samen heel veel werk op de boerderij verricht, we waren echt een team.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
In 2002 ben ik dus op 54 jarige leeftijd gestopt. Min of meer noodgedwongen, maar ik ben niet in een zwart gat terechtgekomen hoor. Ik ging vrijwilligerswerk doen bij het Hippolytushoes en kwam al snel op Meerzorg terecht. Ik hielp dan mee met het naar beneden brengen van de bewoners zodat ze aan konden schuiven bij de koffietafel. Daarna bracht ik ze ook weer naar boven. Ook hielp ik af en toe mee in de keuken, bij schoonmaakwerkzaamheden bijvoorbeeld.
Van 2003 tot en met 2011 zijn Siebrich en ik ouderling van Hippolytyshoes geweest namens de kerk. We legden hiervoor regelmatig bezoekjes af. Naast het vrijwilligerswerk kon ik ook heel veel energie kwijt bij muziekvereniging Concordia. Ik ben in 1974 begonnen om er eind 2013 een streep onder te zetten. Het niveau werd mij te hoog, ik had steeds meer het gevoel dat het mij moeilijker afging en daarom ben ik, wel met pijn in het hart, gestopt.
Bij Concordia heb ik ook veel vrijwilligerswerk gedaan. Oud papier inzamelen bijvoorbeeld maar ook heb ik vele uren doorgebracht in ons clubgebouw aan de G.A.-straat om deze op en top in te richten. Ik weet het nog goed, het was in 2007. In 2006 had ik net een nieuwe heup gekregen. ‘Doe je wel rustig aan met je heup!’, zeiden ze wel eens. Nergens voor nodig vond ik, hij was nog nieuw ja, haha…
Ik beschouw de Proms-concerten absoluut als hoogtepunten. Een heel gezellige periode maar het kostte wel veel oefentijd. Tijdens de generale repetitie werd het wel eens na twaalven. Dit hield in dat de koeien lang op hun laatste dagmaal moesten wachten. Het ons ontvallen van Geo en Andrea Koning beschouw ik als de grootste dieptepunten uit mijn Concordiatijd.
Zelf ben ik inderdaad de vorige maand tot erelid benoemd. Dit kwam voor mij geheel uit de lucht vallen. Concordia gaf nog een laatste openluchtconcert bij Vita Nova voor de zomervakantie en daar wilde ik wel even heen. Dat vond Siebrich, die in het complot zat, natuurlijk prima want anders had ze mij moeten vragen en dan was het misschien wel opgevallen. Wel vond ik het opmerkelijk toen ze zei dat ik nette kleren aan moest doen maar ik had niets door. Maar ik vond het geweldig hoor toen Gonnie Wieringa mij naar voren riep om mij tot erelid te benoemen!
Tegenwoordig zing ik voor de cantorij van het UMCG in Groningen. Dit vind ik heel leuk om te doen. Het blazen op de besbas ging mij steeds minder af maar het zingen gaat nog prima. Ik ben 1 van de 5 bassen, en dat is op een hoeveelheid van 20 leden best wel veel.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Daar kan ik heel kort in zijn. De kinderen en kleinkinderen, de muziek en het plezier wat ik in mijn werk gehad heb.
En de dieptepunten?
Het verdrinken van onze zoon en het overlijden van mijn ouders kort na elkaar net nadat we op de boerderij in Toornwerd kwamen te wonen. Hiertegenover staat het dankbare feit dat we van heel veel mensen hulp hebben mogen ontvangen in deze moeilijke tijden…..
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
De naam Jan Evenhuis is al eventjes genoemd, hij heeft ons enorm geholpen. Ik kwam tijdens de repetities van Concordia naast hem te zitten. Het was in 1975, Jan was toen nog een jonge vent. Hij mopperde over het gegeven dat hij van zijn moeder in de schoolvakantie mee moest helpen op de steenfabriek, hier had hij niet zoveel zin in. Diezelfde avond heb ik met Siebrich overlegd of het misschien wat zou zijn wanneer hij bij ons op de boerderij zou meehelpen.
Jan was direct enthousiast, dat trok hem veel meer dan het werken op de steenfabriek. En hier hebben we heel veel wil van gehad. Ook na zijn schooltijd hielp hij ons nog regelmatig mee, hij was bijzonder handig en kon allerlei kapotte machines repareren. Door zijn hulp konden we, toen de kinderen groter werden, ook regelmatig een weekje op vakantie, Jan nam het dan moeiteloos over. Waar de muziekrepetities wel niet goed voor zijn…
Tijdens de repetities van de fanfare kregen we ook eens hulp van een ervaren bassist. Hij had een apparaatje bij zich waarmee je de longinhoud op kon meten. Het bleek toen dat ik over een longinhoud van 4,5 liter beschikte terwijl de rest onder de 4 scoorde. Vele jaren van blazen op de zware, dikke besbas betaalden zich toen dus terug.
Hoe ik aan deze besbas ben gekomen? Dat is ook nog wel een mooi verhaal. Ik werd dus in 1974 lid van Concordia en kreeg van toenmalig voorzitter Hendrik Koning, de vader van Geo, eerst een bariton mee. Daar moest ik maar flink op oefenen. Elke donderdag ging ik toen naar interim dirigent Ameling Smit om de vorderingen te laten horen. Op den duur stelde Koning voor om maar van instrument te ruilen. “Doe mij die bariton maar, dan krijg jij de besbas. Du bist toch een jonge vent met roeme longen, dat ding is mie veels te zwoar!” En zo ben ik dus besbasbespeler geworden…
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Een reis naar Canada maken. Mijn vader nam vlak na de oorlog al Engelse lessen omdat hij eigenlijk wel naar dit land wilde emigreren omdat toen de economische vooruitzichten niet zo heel gunstig waren. Misschien dat Canada mij daarom altijd wel getrokken heeft maar niet om daar te gaan wonen hoor. We kregen vroeger ook wel mensen over de vloer die wel naar Canada geëmigreerd waren en dat bleek ook niet altijd rozengeur en maneschijn te zijn geweest…
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Hier heb ik goed over nagedacht om vervolgens tot de conclusie te komen: ik kan niets verzinnen, dus nergens van!
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik vind dat ik tot dusver een mooi leven heb gehad met onze kinderen, ondanks de slechtere tijden. Toen zijn we goed geholpen door allerlei mensen. Ik ga dus voor een mooie 8.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik hoop dat we nog een tijdje van ons mooie uitzicht mogen genieten en dat er dus niet al te snel mensen achter ons komen te wonen. We hebben natuurlijk vele jaren van een prachtig uitzicht mogen genieten. Misschien dat we ooit nog eens gaan verhuizen, wanneer er achter ons wel gebouwd gaat worden…