Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn naam is Dick van der Wel, ik ben 75 jaar en woon in Middelstum. In Wateringen geboren, een plaats in het Westland, onder de rook van Den Haag.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1966 getrouwd met Els Lowie, zij kwam oorspronkelijk uit Baarn. Samen hebben we 5 lieve kinderen gekregen, waarvan de tweede een dochter is. Deze wonen nu versnipperd maar wel in Nederland respectievelijk in Groningen, Delfzijl, Assen, Hoogeveen en Linne in Midden-Limburg. Inmiddels hebben we 8 kleinkinderen gekregen, waarvan de oudste 21 en de jongste 4 jaar oud is.
Wat is uw voormalig beroep?
Mijn vader had een veehouderij, dichtbij het dorp gelegen. Aangezien ik 2 jongere broers had, mocht ik verder leren. Na het toelatingsexamen voor de HBS-B als enige gehaald te hebben, ging ik naar het Christelijk Lyceum, dat op de grens van Rijswijk en Delft ligt. Op 18 jarige leeftijd heb ik dit afgerond. Vanwege de boerenafkomst was ik gewend om met dieren om te gaan, daarom was de keuze om in 1957 in Utrecht voor dierenarts te gaan studeren een logische.
Voor deze studie waren aanvankelijk een beperkt aantal plaatsen beschikbaar, in mijn jaar ongeveer 65 stuks. Er was in die tijd dan ook een tekort aan dierenartsen. Eventueel kon men ook in het Belgische Gent gaan studeren. Later is het aantal studieplaatsen behoorlijk uitgebreid. Stageplekken waren er dan ook genoeg en vroeg in mijn studietijd was ik al aan assisteren met het bestrijden van besmettelijke dierziekten, zoals tbc, mond- en klauwzeer en besmettelijk verwerpen, voornamelijk bij het rundvee. Zo heb ik in mijn vrije tijd op veel plaatsen in Nederland gewerkt en deed ik veel praktijkkennis op. Maar ik verdiende ook wat bij.
Uiteindelijk ben ik in 1965 afgestudeerd. Ik moest echter nog in militaire dienst. Dit werd weer uitgesteld omdat er mond- en klauwzeer bij de varkens uitbrak. In de Achterhoek moest ik bij grote varkensbedrijven langs om alle varkens in te enten. Die dag mochten de varkens niet gevoerd worden. Kwam ik, dan werd er in één hok de trog geopend, waarop ik kon spuiten en de varkens het nauwelijks merkten door hun honger. In maart 1966 volgde toch mijn diensttijd. Ik kwam op in Ossendrecht en kreeg na ruim 6 weken een versnelde opleiding tot vaandrig in Ermelo om uiteindelijk in Den Haag in een laboratorium terecht te komen. Daar hield ik mij met andere vaandrigs bezig met het ontwikkelen van een injecteerbaar pokkenvaccin. Een vaccin dat minder bijverschijnselen zou vertonen dan de gangbare krasmethode, waar soms hoge koortsen en hersenvliesontstekingen bij te pas kwamen. Eind 1967 waren wij hiermee klaar, maar helaas is het nooit gebruikt, want de pokkenuitbraken waren over.
Half december 1967 was mijn diensttijd teneinde en de enige vacature in een dierenartsenpraktijk was bij dierenarts Postma in Bedum, die ik wel kende uit Utrecht. Hoewel mijn vrouw slechte ervaringen had met een uit Groningen afkomstige hospita in Hilversum, hebben wij toch besloten om hierheen te komen. Hoewel de afstanden naar het westen wel groot waren. En daar hebben we geen spijt van gehad, maar het is vaak wel lastig! In Bedum was geen huis beschikbaar, daarom kwamen we uiteindelijk te Middelstum terecht, in de Hemonystraat.
Op 2 januari startte ik met mijn werkzaamheden als assistent-dierenarts en op 1 juli 1968 kwam ik in de maatschap met Postma. In oktober 1968 namen we de praktijk in Usquert/Warffum over. Ons huis in de Hemonystraat werd al snel te klein voor het gezin en in september 1970 verhuisden we naar het voormalige notarishuis aan de Burchtstraat naast de kerk. Uiteindelijk hebben we in september 1980 ons huidig huis aan de Hippolytuslaan betrokken. De praktijk fuseerde zich in 2000 met die van Ten Boer en die van Loppersum tot de praktijk ‘Van Stad tot Wad’. Maar mijn werkgebied bleef wel hoofdzakelijk aan de noord-westelijke kant van de Eemshavenweg en in Middelstum.
Al met al roerige beginjaren met veel investeringen en werkweken van soms wel 70 a 80 uur! Ik maakte in die tijd jaarlijks zo’n 45.000 reiskilometers in de regio. Door weer en wind! Zo heb ik in de sneeuwwinter van 1979 toch in de eerste week 5 keizersneden gedaan bij koeien, hoewel de bedrijven alleen met tractoren te bereiken waren. Eenmaal heb ik mijn auto total loss gereden. Ik reed toen niet hard maar het was plaatselijk glad in de scherpe bocht van Usquert naar Rottum. De auto gleed weg en in had de keus tussen een boom en de sloot. Het werd uiteindelijk de boom wat me wel zeer pijnlijk gekneusde ribben opleverde. Ik moest door maar de weken daarna heb ik het wel geweten!
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Uiteindelijk ben ik in Middelstum 35 jaar dierenarts geweest, van 1968 tot 2003. Ik was 63,5 jaar toen ik stopte. Dit was betrekkelijk laat voor een plattelandsdierenarts, de meesten stopten op hun 60e. Maar de pensioensregelingen waren echter matig en de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen uiterst duur. Na mijn pensionering ben ik niet in een zwart gat gevallen, want in huis en tuin was genoeg te doen. Ons huis en voormalige praktijkruimten waren groot genoeg om af en toe alle kinderen en kleinkinderen te kunnen ontvangen. De tijd hiervoor was nu volop aanwezig.
Ook ben ik lid geworden van Probus, een club mensen, die maatschappelijk iets betekend hebben en nu met pensioen zijn en meestal nog wat onbetaalde baantjes hebben of gehad hebben. Zelf zat ik eind jaren ’70 begin jaren ’80 nog in het schoolbestuur, waar de MAVO toen ook nog deel van uitmaakte. Ook was ik samen met mijn vrouw ouderling in de Gereformeerde Kerk en tot vorig jaar was ik penningmeester bij de “Vrienden van het Hippolytushoes”.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat ik in 1964 mijn vrouw Els op vakantie in Oostenrijk heb leren kennen. We zijn in december 1966 getrouwd in Baarn met een heel mooie bruiloft en hebben vervolgens 5 kinderen gekregen in 7 jaar tijd. Een drukke, intensieve maar ook mooie periode waar uiteindelijk 8 lieve kleinkinderen het gevolg van waren. Els en ik hebben enige prachtige reizen gemaakt. In 2004 een mooie bus- en treinreis de bergen in, vol met sneeuw, in een zonnig Zwitserland. Vorig jaar een mooie cruise naar Noorwegen gemaakt, ook zeer indrukwekkend.
Ook hebben wij bijzonder genoten van mijn pensioneringsafscheidsfeest gegeven door de praktijk en de clienten en georganiseerd door mijn praktijkcollega Frank Admiraal en enige enthousiaste veehoudersechtparen. Het was een schitterende dag en avond, waar nu nog steeds over gepraat wordt.
En de dieptepunten?
In 1982 en 1983 ben ik jong aan staar geopereerd, maar dit was jammerlijk genoeg een gedeeltelijke mislukking. Hierdoor was ik 8 maanden uit de roulatie en kon ik alleen mijn assistent-dierenartsen aansturen. Na die tijd kon ik met goed licht erbij weer wat zien, maar door mijn nachtblindheid kon ik op de smalle polderwegen de bermen niet meer zien, wanneer er geen wegmarkering was. Vijf jaar later kwam er door een nieuw ooglaserapparaat toch een oplossing. Na deze behandeling zag ik pas hoe weids de wereld wel niet was en hoe de boerderijen ten opzichte van elkaar lagen. Helaas heb ik nog steeds moeite met lezen, waar ik voorheen zo’n groot liefhebber van was.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Mijn officiële naam had eigenlijk Dirk Adrianus moeten zijn. Maar mijn vader was waarschijnlijk zo blij met zijn eerste zoon dat hij bij de burgerlijke stand de naam Adrianus vergeten is. Uit een eerder huwelijk had hij 4 dochters, helaas is na de 4e zijn eerste vrouw overleden. Uit zijn 2e huwelijk volgden 3 zonen. De oudste mocht doorleren en werd dus dierenarts, de tweede boer en de derde tuinder. Doordat ik niet goed vernoemd was, gingen de postzegels van opa naar de neven.
Na mijn kandidaatsexamen ben ik in 1961 naar West-Berlijn op studievakantie geweest bij de veterinaire faculteit aldaar. Het was in de tijd dat de Berlijnse muur net gereed en afgesloten was. We wilden wel een keer in Oost-Berlijn kijken. Wij namen de bus via Checkpoint Charlie, waar de passen nauwgezet bestudeerd werden. Wij mochten verder, maar opeens klonken er schoten en vlakbij ons werd de eerste vluchteling, Peter Vegter, doodgeschoten. Na een poosje mochten wij verder, maar de aardigheid was er wel af en Oost-Berlijn was alleen maar grijs en grauw.
Kort daarna was ik weer druk aan het vaccineren i.v.m. mond- en klauwzeer. Ik verloor toen mijn portefeuille in één van de stallen. Dus maar aangifte gedaan bij de politie, omdat mijn paspoort en rijbewijs erin zaten. Terug in Utrecht hoorde ik dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst mijn gangen overal had nagetrokken, bang als ze waren dat ik mijn paspoort aan een Oost Duitser verkwanseld had!
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Wat reisjes maken, familie bezoeken zolang dat nog gaat en musea bekijken.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Het is vreselijk jammer, dat ik slecht kan lezen en dat ik vaak te weinig tijd heb gehad voor de kinderen, vooral in hun jeugd.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Toch wel een 8+, hoewel ik altijd hard heb moeten werken. Maar dat doe ik eigenlijk ook wel graag. Ik begrijp nu wel, dat ik daarmee de naaste familieleden tekort heb gedaan. De vrije tijd komt mij nu wel toe, want een plattelandsdierenarts schijnt het zwaarste beroep te zijn wat er zo’n beetje bestaat!
Wilt u verder nog iets kwijt?
Ik heb de term Pensionado’s nog even opgezocht in de Dikke Van Dale en was ietwat verbaasd naar de letterlijke betekenis. Het zijn Nederlanders die hun pensioenjaren op de Nederlandse Antillen door (willen) brengen. Dat is voor mij niet van toepassing hoor, het bevalt mij hier nog prima!