Langs het Jaagpad fietste een jongen langs het water. Hij zag op tegen deze dag. Vandaag moest hij zijn ICT-werkstuk verdedigen als een soort van mondeling HAVO examen. Vaak had hij het project vervloekt want hij snapte er niets van, van dat programmeren in gw-basic. Een soort van fictieve voetbalcompetitie die na invulling van de uitslagen zelf de stand uitrekende. Sommige klasgenoten hadden de opdracht in een poep en een zucht klaar. Echte vakidioten dus. Hij had er weken, zo niet maanden, mee zitten te worstelen. Uiteindelijk was er toch een programmatje uitgerold. Hij was benieuwd of het geheel voldoendewaardig was.
Hij fietste naar school langs het Boterdiep via Scheepsjoagcity, zo door naar Groningen. Het was een mooie voorjaarsdag waarbij de zon uitbundig scheen. Het verstand op nul, een muziekje in de oren en volop gefocust op wat komen ging als iets onomkeerbaars wat helaas moest gebeuren. De laatste loodjes naar het felbegeerde diploma. Het fietsen werkte altijd ontspannend bij hem. Vooral op de terugreis van school naar huis gleden de dagelijkse beslommeringen via de schooltas van zijn fiets af.
Onderwerp passeerde ik een fietser die een hond naast zich had lopen. ‘Moi Bert’, hoorde ik hem roepen. Ik kon hem tussen wat strakke gitaarsolo’s door nog net horen. Verbaasd keek ik achterom, nieuwsgierig geworden wie mij hier had herkend. Ik schrok enigszins in dubbel opzicht. Het was mijn oom. Mijn oom die ernstig ziek was en niet lang meer te leven had. De gevreesde ziekte had zijn werk gedaan. Oom was vermagerd sinds de laatste keer dat ik hem gezien had. Wat tegen hem te zeggen op dit moment?
Gelukkig keuvelden we gemoedelijk over koetjes en kalfjes. Ik legde hem uit wat er voor mij die dag op het programma stond. Over zijn ziekte hebben we het niet gehad. Waar wel over weet ik eigenlijk niet meer. Op de brug in Onderdendam namen we afscheid, de hond liep vrolijk verder voor hem uit alsof er niets aan de hand was. Mijn oom wenste mij succes. ‘Het gaat je vast wel lukken!’ ‘Dank je en tot ziens’, riep ik hem na, direct bedenkend dat dit eigenlijk een verkeerde uitspraak was daar ik wel beter wist…
De zenuwen waren na deze ontmoeting op de één of andere manier snel verdwenen. In diepe gedachten verzonken, fietste ik verder naar de Zuiderkruislaan in Groningen. Ongetwijfeld moet ik mijzelf ingeprent hebben dat er veel ernstiger dingen in het leven zijn dan wat mij te wachten stond. Het mondeling examen ging goed. Theoretisch kon ik het werkstuk goed onderbouwen hoewel er aan de praktische uitvoering toch de nodige haken en ogen zaten. Maar ik was zeer tevreden met mijn mager zesje, een cijfer die normaliter niet met gejuich onthaald zou zijn. Opgelucht en blij dat het er op zat fietste ik naar huis. Ter hoogte van Onderdendam keek ik nog even langs het water. Zou mijn oom nog langs het Jaagpad fietsen?
Enige weken later haalde ik mijn diploma, de vlag kon uit. Eerst nog enige weken vakantiewerk, dan voor het eerst met vrienden op vakantie naar Tossa da Mar in Spanje. De reis was in het voorjaar reeds geboekt en ik had er maanden naar uitgekeken. Vlak voordat ik wegging overleed mijn oom. Ik kon helaas niet op zijn begrafenis zijn want op dat moment zat ik in Spanje…
Raar eigenlijk dat het zo moest lopen. Want ik ging vroeger vaak met mijn oom en tante, neef en nicht op vakantie. Fantastische kampeerweken op Camping ‘De Ikeleane’ in het Friese Bakkeveen. Enige jaren beleefde ik hier prachtige, zorgeloze vakantieweken in een mooie omgeving. Ontroerende herinneringen als ik er aan terugdenk. Hij zou het vast niet heel erg gevonden hebben, hoop en denk ik dan maar, dat ik niet op zijn begrafenis geweest ben. ‘Denk maar terug aan die mooie, onbezorgde tijd in Bakkeveen waar wij als Kosters zijnde zo heerlijk konden genieten.’ ‘En succes met je verdere leven!’ Tot ziens oom, en bedankt voor blijvend prachtige herinneringen aan vroegere, lagere schoolvakanties!!!