Marcel, net terug uit The States, een mooie ervaring rijker?
Absoluut, dat had ik niet graag willen missen. Sinds 2012 traint de Nederlandse land- en luchtmacht 5 maal per jaar 5 weken op de Amerikaanse legerbasis Fort Hood in Texas, iedere keer een andere lichting. De vliegcondities zijn daar het hele jaar door uitstekend met een gemiddelde temperatuur van 20-25 graden. Ik ben gevraagd om met deze training mee te gaan om het kader van een infanteriepeloton uit Assen te observeren en te begeleiden. Al met al ging het om een eenheid van 125 personen. Een geweldige ervaring mede door de inzet van de bekende Apache- en Chinookhelicopters.
Tijdens deze training zijn een tiental missies gedraaid, sommige duurden een aantal uren, andere enkele dagen. Tijdens evaluaties vertelde ik dan wat mij opgevallen was en wat verbeterd kon worden. Twintig Amerikaanse militairen dienden als oefenvijand. Fort Hood is net zo groot als de provincie Utrecht en hier wonen en werken 200.000 mensen. Het oefengebied rond Fort Hood is groter dan Nederland. Ik had het geluk dat ik ook nog redelijk veel vrije tijd had. Zo ben ik met enige collega’s gaan sightseeingen in de stad Austin maar we zijn niet verder gekomen dan de zeer gezellige Ierse pub. Wel heb ik nog op een zondagavond de Super Bowl (American football) in een café in de stad Killeen bezocht, dé sport in Amerika. Een geweldige ervaring te midden van een uitzinnig publiek.
Kun je iets meer over je militaire carrière vertellen?
(Marcel ging op zijn sofa liggen en we waren zo een uur verder, de zeer indrukwekkende verhalen over zijn missies komen verderop aan bod). In 1987 werd ik als dienstplichtig militair opgeroepen in Ede, daarna volgde mijn parate tijd in Wezep. Ik vond het een bijzondere ervaring en besloot te solliciteren naar de functie van beroepsonderofficier. Ik heb daartoe in 1989 een eenjarige opleiding aan de Koninklijke Militaire School in Weert gevolgd en ging daarna verder met een wapentechnische opleiding in Vught die ik eind 1991 onder het wakend oog van vele Middelstumers succesvol afsloot. Daarna werd ik startend groepscommandant in Havelte en verzorgde vele oefeningen voor dienstplichtige militairen.
In 1994 ging ik naar Schaarsbergen naar de bekende Luchtmobiele Brigade. In januari 1995 volgde mijn eerste missie naar het voormalige Joegoslavië, hierover later meer. In 1996 kwam ik terecht op het Schoolbataljon in Schaarsbergen waar ik beroepssoldaten opleidde. Wanneer zij deze zware opleiding succesvol hadden afgerond, kregen ze de rode baret. Dit heb ik 2,5 jaar gedaan, daarna heb ik nog 1,5 jaar kaderleden opgeleid. Het ging hier om alle rangen en standen, van sergeant tot generaal. In 2000 ben ik teruggegaan naar Havelte als opvolgend pelotonscommandant, een gigantisch mooie tijd. Tot 2003 heb ik de genie gediend, dit zijn zeg maar de bouwvakkers van het leger. Daarna volgde een switch naar de infanterie, de gevechtseenheid van de landmacht. Ik moest daartoe een omscholingstraject volgen in Amersfoort.
In 2004 kwam ik terecht bij de 13e infanteriebataljon in Assen, bij de parate eenheid. Datzelfde jaar volgde direct een missie naar Irak, daarover later ook meer. In 2005 ben ik bevorderd tot sergeant majoor van het verkenningspeloton van het 13e bataljon. Daar heb ik een hele pittige opleiding voor moeten volgen in Duitsland en Frankrijk. Parachutespringen bijvoorbeeld met uitrusting inclusief een nachtsprong, en 7 kilometer hardlopen op kistjes met 20 kg bepakking in een bepaalde tijd.
In 2007 ben ik met dit onderdeel naar Afghanistan geweest, een hele heftige tijd. Na deze missie had ik het wel gezien, ik wilde het rustiger aan gaan doen. In mei 2007 werd Gerry zwanger en in februari 2008 werd ik vader van Thorvald. In april 2008 ben ik in de Marnewaard bij Lauwersoog gaan werken. Heel goed voor de stabiliteit en de rust aan het thuisfront, ik kreeg een geregelder leven. Overdag oefeningen draaien in het natuurgebied en in het oefendorp Marnehuizen, ’s avonds veelal thuis. Het is 25% kantoorwerk, voor de rest ben ik in het veld als instructeur ‘Conflicten en gevechten in verstedelijkt gebied’. (Burger)Oorlogen worden tegenwoordig voornamelijk in grote steden uitgevochten.
Na een aantal jaren merkte ik dat ik een beetje op de automatische piloot ging functioneren en dus ging ik verder zoeken. Maar door bezuinigingen en reorganisaties ben je een baan in het leger ook niet meer zeker. Ik heb nog even overwogen om voor 3 jaar met het gezin naar Amerika te gaan omdat daar een functie op Fort Hood vrij kwam. Echter het is allemaal iets anders gelopen want in april word ik nu voor 3 jaar Compagnies Sergeant Majoor in Wezep, daar waar ik als dienstplichtig militair als ‘snotbukje’ met lange haren en oorbellen mijn parate tijd tegemoet ging.
De cirkel is wat dat betreft weer rond, haha. Het was een officiële sollicitatieprocedure die ik heb moeten doorlopen, ik ben uiteindelijk uit 6 kandidaten gekozen. Dat wordt straks 3 jaar intern, waarbij ik alleen ’s weekends thuis ben. Als alles goed gaat, word ik daarna bevorderd tot adjudant en dan wil ik graag weer naar het Noorden, dichterbij mijn gezin. Ik kom terecht bij een speciale eenheid, bestaande uit 140 man. We gaan ons bezig houden met alles wat met o.a. chemische strijdmiddelen te maken heeft en werken veel samen met de brandweer- en ambulancediensten. Een nieuwe tak van sport voor mij en een mooie uitdaging.
Volgens mij heb jij heel veel beleefd?
Dat kun je wel stellen ja. Twee maal naar Amerika, naast Texas ook nog een keer in Los Angeles geweest, twee maal naar Noorwegen waaronder 1 maal voor een koudweertraining. Verder 4 weken in Senegal, parachutespringen met 125 Senegalezen, ook een hele ervaring, haha. Dakar is bijvoorbeeld een gigantisch smerige stad, Senegal een land waar mensen of extreem rijk of extreem arm zijn….. Of een oefening van 4 weken in Griekenland. En een paar maal naar Engeland en Frankrijk niet te vergeten. Je kunt dus gerust stellen dat ik veel van de wereld heb gezien.
Kun je iets meer over je missies vertellen?
Een onderdeel van het werk is dat je uitgezonden wordt naar de brandhaarden in de wereld. Mijn eerste missie was direct al een heftige. In januari 1995 vertrok ik naar het voormalig Joegoslavië, Enclave Srebrenica met Dutchbat III, een desastreus verlopen missie. De enclave bestond uit 30.000 Bosnische moslims waarvan 75% vluchteling was. Rond de enclave maakten de Serven zich op voor een inval. Het was een schrijnende vertoning met een mandaat van lik me het vestje, een mission impossible dus. Op 11 juli 1995 is de enclave ingenomen door de Serven met een enorme genocide als gevolg waarbij 7.000/8.000 doden vielen te betreuren onder het oog van de Verenigde Naties. Het was in de tijd van minister Voorhoeve, overste Karremans en de Servische legerleider Mladic.
Zelf was ik in die tijd 27 jaar en je kunt je voorstellen dat deze missie veel indruk op mij gemaakt heeft. Hoewel ik tijdens de val niet meer in Srebrenica was. Na een verlof ben ik niet verder gekomen dan het vliegveld in Zagreb, toen mochten we niet verder het gebied in. Wij zijn daarna teruggekeerd naar Nederland, wachtend op toestemming om weer naar de enclave te gaan. Deze toestemming is nooit gekomen. Het is een missie die mij nu af en toe nog wel eens door het hoofd spookt, ik heb bijna alle documenten en rapporten die over Srebrenica zijn opgesteld in mijn bezit, een boekenkastplank vol……
In 2002 ben ik nogmaals op een missie naar Bosnië geweest in Novi Travnik. We hadden toen een veel beter mandaat en het was een stuk rustiger. We konden ons meer richten op de opbouw van het land en moesten monitoren bij het ruimen van de vele mijnenvelden. De missie naar Irak in juli 2004 werd een gedenkwaardige. Vanuit Eindhoven vlogen we naar Koeweit waar het ’s nachts al 35 graden was, direct maar aan het water dus. Met een gekoelde bus en onder beveiliging van speciale eenheden en helikopters zijn we door woestijngebied gereisd naar ons acclimatiseringskamp in Shaiba, Irak. Toen we uit de bus stapten kregen we een klap tegen de kop, het was met 60 graden echt extreem warm, zelfs voor Iraakse begrippen. We werden snel gerustgesteld, zelfs wij zouden hieraan gaan wennen. En dat was ook zo, hoewel het eerst wel als overleven voelde in een nomadentent.
We waren veel aan het patrouille rijden en legden contacten met de bevolking in de steden en in het buitengebied. Ook trainden we de politie en brachten we weer structuur aan in het Iraakse leger. De hygiënische omstandigheden waren bar en boos, soms was er alleen sprake van een open riool. Op een zaterdag waren we in de stad aan het patrouille rijden toen een eenheid van ons onder vuur werd genomen. Deze eenheid werd ontzet en ik kreeg opdracht om te polsen wat de situatie was. Dit leidde tot een enorme adrenalinestoot. Het was druk in de stad en de situatie was gespannen. Een Iraakse vrachtwagen was compleet doorzeefd met kogels. Om 04.00 uur werd ik afgelost, daar was ik niet rouwig om. De spanning nam toe in de stad en er waren regelmatig aanslagen op coalitietroepen.
Op een zaterdagavond, ik lag net te slapen, werd er keihard om mijn deur gebonsd. Ik was die nacht onderdeel van een Quick Reaction Force wat inhield dat mocht er wat gebeuren dat wij er op af moesten. Ik kreeg te horen dat een marechausseepatrouille was beschoten vanuit een hinderlaag waarbij mogelijk een dode en gewonden waren gevallen. Wij moesten via route Jackson (de snelweg naar Bagdad) poolshoogte nemen en werden onderweg in de stad zelf ook onder vuur genomen. Gelukkig vielen hierbij geen doden. Op het plaats delict bleek dat er 1 man gesneuveld was en dat er ook gewonden waren. Ik werd als oudste in rang ‘Commander on scene’ en nam de leiding. Het was eigenlijk voor het eerst dat een Nederlandse eenheid op een missie zo grootschalig onder vuur werd genomen. In overleg met de thuisbasis is besloten om versterking te sturen.
Een tweede QRF is toen vol onder vuur genomen in de stad en met hoopjes gewonden bij ons aangekomen waarbij het laatste voertuig ontbrak. Toen er vanuit de lucht versterking kwam middels gevechtshelikopters werd het gelukkig weer wat rustiger in de stad. Zelf zijn we, nadat ik de namen van de dode en gewonden doorgegeven had, via een omtrekkende beweging veilig weer teruggekeerd op de basis.
Direct bij terugkomst zijn we bij elkaar gekomen, er volgde een toespraak door de compagnies commandant en er was een minuut stilte voor de overledene. Tijdens deze bijeenkomst werden we ook weer onder vuur genomen. Ondanks alles was het toch bijzonder om te constateren dat we onder zware omstandigheden optimaal bleven presteren. Daar waar we jarenlang voor geoefend hadden, werd nu in praktijk gebracht. We hebben ons er verder goed doorheen geslagen en geen noemenswaardige incidenten meer meegemaakt. In november keerden we terug en hebben voor een debriefing 3 dagen op Cyprus doorgebracht om stoom af te blazen. Iets wat van eerdere missies geleerd was, toen de nazorg een stuk minder was.
Maar de zwaarste missie moest nog komen, deze was in 2007 in Afghanistan en duurde 4,5 maand. Kamp Holland was onze thuisbasis. Ik heb toen wel 80.000 engeltjes op mijn schouders gehad. We hadden veel gevechten met de Taliban en waren beducht voor de beruchte bermbommen. Een subonderdeel van onze eenheid is vol in zo’n bermbom gereden wat resulteerde in 1 dode en 2 gewonden. Elk moment dat we buiten de base waren, voelden we de dreiging. Ook hadden we te dealen met veel zelfmoordaanslagen.
Daar waar Irak nog een redelijke beschaving had, was Afghanistan echt extreem arm met Middeleeuwse toestanden en ziektes. De gemiddelde levensverwachting is er 40, 45 jaar. Tijdens deze missie waren er nog journalisten van de NOS mee, zoals Peter ter Velde. Hij is hier in 2012 ook nog geweest nav de aardbeving in Huizinge, toen heb ik nog even weer contact met hem gehad. Tijdens deze missie zijn indrukwekkende beelden door ons zelf gemaakt waarin de extreme dreiging goed naar voren komt. Al met al heeft deze missie veel indruk op mij gemaakt. Na Afghanistan vond ik het welletjes, het werd tijd voor een stabieler leven….
Even weer wat luchtigers, je hebt vast wel leuke militaire anekdotes?
Tijdens de kaderopleiding in Schaarsbergen had ik een dominee in de opleiding, een jonge vent. We gingen op oefening in het Eiffelgebergte in Duitsland. De omstandigheden waren zwaar, hij zat er op den duur gigantisch doorheen. Daarbij regende het pijpenstelen. ’s Morgens hoorden wij hem vanuit het schuilbivak vloeken. Mijn collega zei tegen hem: ‘Dominee, gaat dat zo?’ ‘Ja, ik heb vergiffenis gevraagd en ook direct gekregen’, was zijn antwoord. ‘Dus zo gemakkelijk gaat dat?’, vroeg mijn collega. ‘Jazeker, maar daarna begon het wel te stortregenen!’
We waren in Amerika en na 11 uur vliegen kwamen we er met een jetlag aan. Om ons hier overheen te zetten zijn we nog even een biertje gaan drinken om daarna vroeg op bed te gaan. We hoorden in onze slaapkamer wat stommelen en vroegen wat er aan de hand was. Een van onze collega’s wilde hardlopen, dat was hij zo gewend dus dat moest ook in The States doorgaan. Hij weigerde echter het licht aan te doen want militairen moeten zich natuurlijk in het donker kunnen redden. Uiteindelijk bleek dat hij 2 linkerhardloopschoenen had meegenomen en dat hij daarom de boel niet voor elkaar kon krijgen…
In Los Angeles hadden we te maken met een collega die een ietwat vrije relatie had. Waar wij ’s nachts ons eigen bedje opzochten ging hij vreselijk aan de pierewaai. Toen wij ’s morgens om 7 uur genoten van een prachtige zonsopkomst op ons balkon kwam hij afgemat binnen zwalken. Hij was in een villa geweest waar zich een enorm feest had afgespeeld. Nu was hij in paniek want hij had zijn horloge op het nachtkastje laten liggen. Hij is de hele ochtend op zoek geweest naar de desbetreffende villa en heeft uiteindelijk zijn horloge teruggevonden…
Wat is het hoogte- en wat is het dieptepunt uit je leven als beroepsmilitair?
Na mijn terugkeer uit Irak heb ik een lezing mogen verzorgen voor een conferentie in Amsterdam waar de top van de Nederlandse krijgsmacht was verzameld. Er waren zo’n 400 mensen aanwezig die gaandeweg mijn verhaal muisstil werden, je kon een speld in de zaal horen vallen. Het was dan ook, zoals eerder vermeld, voor het eerst dat een missie met grootschalige agressie tegen eigen mensen te maken heeft gehad. De eenheid die we toen onder moeilijke omstandigheden uitstraalden is me altijd bij gebleven. Later heb ik dit verhaal ook aan de militaire vakbond en onderofficieren in opleiding mogen vertellen. Ik kreeg dan later wel eens te horen dat enige aspirant onderofficieren zijn gestopt toen ze mijn verhaal aanhoorden.
Dieptepunten uit mijn leven als beroepsmilitair zijn natuurlijk hieraan gekoppeld. Ik heb in de loop der jaren enkele collega’s verloren die gesneuveld zijn. De bijgewoonde begrafenissen/crematies met militaire eer uitgevoerd, zijn natuurlijk erg triest om mee te moeten maken…
Inmiddels vader van 3 kinderen?
Klopt, Thorvald is op Valentijnsdag net 6 jaar geworden. Onze 2e zoon Arvid is 4 jaar en dochter Kerstin stamt uit 2012 en is nu bijna 1 ½ jaar. Vrouw Gerry is commandant van deze krijgsmacht. Ze was t/m 2006 parttime werkzaam in het onderwijs maar is inmiddels fulltime moeder.
Nog tijd voor hobby’s?
Daar blijft helaas weinig tijd voor over. Wel mag ik graag tuinieren en ben ik als bestuurslid actief voor de Historische Vereniging Middelstum. Ook ben ik lid van het 45+ voetbal bij de VV Middelstum maar dit staat op een laag pitje. Met een stel vrienden ga ik wel eens naar Engeland om daar in een weekend meerdere wedstrijden te bezoeken, het zogenaamde ‘groundhoppen’, wat inhoudt dat ook wedstrijden uit lagere divisies worden bezocht.
Daar wordt het pure voetbal nog gespeeld. Heel gezellig natuurlijk, inclusief de bezoekjes aan talrijke pubs en het vervolgens missen van je retourvlucht. Ook heb ik al jaren een restauratieproject liggen. Mocht ik nog eens tijd hebben dan ga ik samen met een vriend onze oude Saab uit 1954 opknappen.
Te weinig tijd gehad voor de verkoop van Zweedse kachels?
Klopt, dit is niet van de grond gekomen. In 2009 heb ik contact gehad met een Zweeds bedrijf om voor dit bedrijf houtkachels en houtovens te gaan importeren. Ik heb dealers gezocht in Frankrijk, België en Nederland om dit van de grond te krijgen. Daarna heb ik ook nog contact gezocht met een ander Zweeds bedrijf die nog geen afzetmarkt had in Nederland.
Dit in combinatie met mijn baan voor Defensie in de Marnewaard. Ik was hierbij aan het onderzoeken of ik er mijn brood uit kon halen. Maar uiteindelijk bleek het te tijdrovend en te weinig winstgevend. Toen de dealers ook nog rechtstreeks zaken wilden doen met het 2e bedrijf die ik benaderd had, werd het de hoogste tijd om de stekker uit deze onderneming te trekken. Inmiddels heb ik in Wezep dus weer een nieuwe uitdaging gevonden.
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?
Nergens voor, met uitzondering voor de kinderen natuurlijk…..
Waar staat Marcel van Dijken over 10 jaar?
Dan ben ik 56 jaar en nadert het einde van mijn actieve militaire leven. Op dit moment mogen militairen op 58-jarige leeftijd met pensioen maar dit is natuurlijk ook in beweging. Graag zou ik na Wezep nog een aantal functies willen vervullen hier in het Noorden en daarna wordt het tijd dat ik mijn kinderen naar de kroeg breng en weer ophaal…
Wil je verder nog iets kwijt?
‘Wat vond je er zelf van Bert, van dit interview?’
‘Dit is toch met afstand het meest avontuurlijke verhaal wat ik gehoord heb!’
Dat kan kloppen Bert, er is geen dag hetzelfde in de 26 jaar dat ik in dit vak zit. Gelukkig kan ik goed relativeren en heb ik mentaal nog geen problemen gehad. Dit hoop ik ook zo te houden natuurlijk, maar er zijn wel verhalen bekend van militairen die op latere leeftijd geestelijk in de knel komen te zitten. In Nederland staat de krijgsmacht heel anders in de samenleving dan bijvoorbeeld in Engeland en Amerika.
In Amerika staat de militair in hoog aanzien. Ik was tijdens mijn laatste trip naar de States met wat Nederlandse collega’s in een restaurant aan het eten toen een jongetje van 12 jaar samen met zijn vader naar onze tafel kwam. Het jochie zei tegen ons: ‘Thank you for serving our nation’. Dit zegt wel iets over hoe er in Amerika tegen het leger aangekeken wordt. Nu gaat dat misschien wel wat ver maar soms vind ik wel dat de krijgsmacht in Nederland iets meer respect verdient……
(En als de man die in Srebrenica, Irak en Afghanistan gediend heeft zoiets zegt, wie ben ik dan om dit te ontkrachtigen. Het werd een latertje, die dinsdagavond aan de Bosrand. ‘Zo vaak vertelt Marcel niet over zijn indrukwekkende belevenissen’ zei Gerry. Dit doe je natuurlijk ook niet zo maar op feestjes of partijtjes. Feit is wel dat mij duidelijk is geworden dat Marcel de dood regelmatig in zijn ogen heeft gekeken. Gelukkig kan hij alles nog navertellen, vele van zijn makkers zijn elders in hun strijd voor een betere wereld omgekomen……)