(De strekking van onderstaand verhaal is, kort samengevat:je moet eerst door een mindere periode in het leven gaan om dingen meer helder te kunnen zien! Dit is niet de meest toegankelijke gastcolumn, besef ik mij, maar misschien wel de meest interessante. Ter lering en de vermaak derhalve. Even doorbijten dus maar het eind is ontroerend mooi…)
Een docent vertelde laatst gekscherend, tussen de regels van zijn monoloog door, dat veel psychologen zich bevonden in cluster C. Voor de niet ingewijden zegt deze term vrij weinig, een kleine toelichting is dus wel op z’n plaats. In het handboek voor de psycholoog, de DSM, zijn stoornissen in de persoonlijkheid onderverdeeld in drie clusters. Cluster C is hier onderdeel van en wordt ook wel het ‘angstige’ cluster genoemd. De strekking van de boodschap van de leraar was niet zozeer dat alle psychologen persoonlijkheidsgestoord zijn, hoewel ook daar de meningen soms over verdeeld zijn, maar dat de psycholoog in vergelijking met de gemiddelde mens hoger scoort wanneer het om angst gaat. Deze opmerking bleef bij mij rondhangen. Het heeft de vraag opgeroepen of er van toeval sprake is of dat er daadwerkelijk een oorzaak aan valt te wijzen die psychologen ‘bangere mensen’ maakt. Om voor mezelf deze vraag helder te krijgen, ben ik een aantal zaken langsgegaan en dat heeft het volgende voortgebracht.
De mens is puur vanuit de basis in zekere zin geprogrammeerd om te overleven. Veel van ons handelen is gebaseerd op automatismen die in de loop van de tijd aangeleerd zijn door bijvoorbeeld ervaring, beloning en opvoeding. Vanuit onze kernovertuigingen handelen we vrijwel onbewust via schema’s die onze dagelijkse interacties, waarden en overtuigingen kenmerken. Wanneer we diep van binnen (onbewust) overtuigd zijn dat we waardeloos zijn bijvoorbeeld, zal dit doorsijpelen in onze schema’s wat weer kan leiden tot een veelheid aan psychopathologie (=het lijden van de geest of geestelijk lijden’). Men zou kunnen zeggen dat je persoonlijkheid gevormd wordt door je kernovertuigingen en de daaruit ontstane schema’s, schema’s die in de praktijk totaal niet flexibel blijken. Een persoonlijkheid met angstige accenten zal dus redelijkerwijs ook kunnen voortkomen uit een overtuiging die je van nature hebt, of die je ondervindt door voortschrijdend inzicht.
Één van de fundamentele pilaren waarop we steunen, zonder dat we het doorhebben, is de overschatting van ons eigen kunnen. Deze overschatting draagt bij aan zelfvertrouwen, ondernemingskracht en uiteindelijk evolutionair gezien aan de overleving van onze soort. Deze fundamentele foute aanname over onszelf wordt in het jargon de fundamentele attributiefout genoemd, ook wel interne attributiefout. Het fundamentele karakter van dit fenomeen kenmerkt zichzelf al in zijn naam, inzicht ervan kan je eigen wereld behoorlijk ondersteboven schoppen.
Ik wil dit graag met een vergelijking toelichten: wanneer een conflict ontstaat tussen twee mensen ervaar jij vaak het gedrag van je rivaal intentioneel (= opzettelijk) en doelbewust, jijzelf daarentegen wordt in dat conflict geleid door de situatie en je kunt dus redelijkerwijs niets doen aan je eigen uitspatting. Dus, als iemand anders de fout in gaat, worden door jou zijn interne factoren overschat (hij is altijd al zo agressief geweest), de externe factoren sneeuwen hierbij onder. Voor onszelf is dit in dit geval andersom, gaan wij de fout in dan komt dat doordat we werden uitgelokt en omdat de ander ‘erom vroeg’. Wanneer we onze toets halen komt dat door het goede voorbereiden, de ijzeren discipline en intellect waarover we beschikken. Echter, als het resultaat tegenvalt komt dit door externe factoren zoals stress, de docent die het tentamen veel te moeilijk heeft gemaakt, of andere omstandigheden.
Het is comfortabel een vluchtweg te hebben wanneer het je even tegen zit. De schuld van je falen aan externe factoren wijten creëert voor jezelf de geruststelling dat je er niets aan kunt doen. Het geeft je bescherming voor tegenslagen en houdt je op de been, het geeft je kracht om koppig door te zetten met de stellige overtuiging dat je zelf wel beter weet. De fundamentele attributiefout is vanuit deze redenatie beschouwd echt een overlevingsmechanisme; we zijn immers geprogrammeerd en ingesteld om te overleven. In de dierenwereld uit zich dit in het overleven van de sterkste en het best aangepaste dier van de soort, bij de mensen komt dit terug in een veel complexer geheel. Complex of niet, vanuit de basis bekeken komt het in principe op hetzelfde neer.
Inzicht in het fenomeen is te vergelijken met een fundament dat weggeslagen wordt. Er wordt gerommeld aan je aller diepste basisaannames en overtuigingen, weliswaar een foutieve basis, maar wel één die werkt. Vluchten kan niet meer, want je vluchtroute schijnt gebaseerd te zijn op een overschatting en in zekere zin illusie. Het laat je ontwaken uit een droom die je zoet houdt, maar een droom blijft een droom. Wanneer je basis weg wordt genomen door het voortschrijdende inzicht, neemt vanzelfsprekend de onzekerheid over jezelf toe. Je weet immers hoe het werkt, hoe we onszelf voor de gek houden en we kunnen er zelf niet eens meer gebruik van maken.
Wanneer je van nature veel piekert, geeft deze informatie je vele onrustige nachten van nadenken. Je ontwaakt uit een droom en begint interacties op een andere manier te bekijken, uitspraken op een andere manier te interpreteren en over een conflict anders te oordelen. Deze onzekerheid gaat wel gepaard met een meer objectieve kijk op de wereld en uiteindelijk een meer solide basis. De nieuw ontwikkelde basis is immers meer gebaseerd op de waarheid, niet een foutieve aanname die je gedachteloos geruststelt.
Psychologen zijn bovengemiddeld angstig, aldus de docent. Hij voegde eraan toe dat wanneer je tegen dingen op ziet, je ze vooral gewoon moet doen. Vanuit de re-set die de inzichten mij geboden hebben, probeer ik een nieuwe solide basis op te bouwen. Weliswaar in beginsel met meer onzekerheid en angst, maar uiteindelijk met meer realiteit en inschattingsvermogen. We zien het veel in getroffen oorlogsgebieden: vanuit de puinhopen weer iets moois en nieuws opbouwen, maar de onbezorgdheid allang voorbij. ‘Alway’s pain when a child is born’, zomaar een zin uit het nummer Yahweh van U2. Het doet ons herinneren aan het feit dat we eerst door een dal moeten om een piek te bereiken, daarbij in ons achterhoofd houdend dat gelukkig juist in het dal de mooiste bloemen groeien.