‘Weet jij wel wat jij moet worden? Dominee, mien jong, want die werkt alleen maar op zondag!’. Die opmerking van timmerman Norden toen ik voor het eerst bij Vast Bakeries aan het werk ging in de zomer van ’88 is mij altijd bijgebleven. Geïnteresseerd had Piet mij gevraagd wat ik later zou willen worden. Dat wist ik toen eigenlijk nog niet zo goed en dat heb ik ongetwijfeld ook tegen hem gezegd. ‘Je moet dominee worden, jongen, die werkt alleen op zondag’.
Ik moest aan die zin denken toen ik onlangs een mail kreeg van onze eigen ds.. Hij zat toen midden in de drukte wat betreft de voorbereidingen voor een begrafenis van een vooraanstaand gemeentelid en de hectiek van de kerstdrukte. Ik was op dat moment blij dat ik niet in zijn schoenen stond. Je moet het maar kunnen, een begrafenisdienst leiden. Vaak komt een dominee als een van de eersten langs wanneer een gemeentelid is overleden of ernstig ziek is. Onder moeilijke en verdrietige omstandigheden moet je maar net de juiste, troostende woorden vinden waardoor de nabestaanden zich bemoedigd weten. En van de verhalen die de mensen je vertellen een passend en sluitend verhaal (lees preek) maken.
Ik sprak ongeveer een jaar geleden ook met hem na afloop van een begrafenis die er emotioneel gezien stevig inhakte. Volgens mij was hij de nacht ervoor tot 02.30 uur bezig geweest om zijn gedachtestroom n.a.v. dit zeer droevig overlijden op papier te zetten. Zin na zin herhalend, wikkend en wegend of de toon van de preek wel goed was en de juiste woorden gebruikt werden. Presteren onder druk heet zoiets. Zoals van een goede herder verwacht wordt, ten tijde van crisispastoraat. Volgens mij kan hij dit heel goed, ds. Langenburg, om een laatste groet mee te geven aan de overledene en om de nabestaanden te troosten.
Ook de rest van de dagen is de ds. druk aan het werk. Ik hoor wel eens geluiden dat het licht in zijn studeerkamer tot diep in de nacht brandt. Er komt ook het nodige kijken bij het werk. De zondagse dienst voorbereiden, diverse vergaderingen leiden, godsdienstonderwijs geven aan de jeugd, op ziekenbezoek gaan of op een verjaardag van een gemeentelid van 80 jaar of ouder, classisvergaderingen bijwonen, thema-avonden en diensten voorbereiden, wijkbijeenkomsten bijwonen, koffieochtenden voor ouderen organiseren enz. enz.. Daarnaast ook nog gewoon vader zijn voor je kinderen en de nodige aandacht geven aan je vrouw. Met in het achterhoofd dat één telefoontje over een ernstig ziek of overleden gemeentelid je hele planning overhoop kan gooien. Dan kan het zijn dat zelfs zijn vrije maandag er bij inschiet…..
En in deze hectiek wordt er ook nog van hem verwacht dat hij te allen tijde rustig blijft, het overzicht bewaard en de juiste, helende woorden spreekt. Wanneer een preek kort maar krachtig van toon is dan krijgt hij dit zelden of nooit te horen. Maar als een dienst wat uitloopt….. Misschien dat hij daarom regelmatig om 11.00 uur nog een dienst inplant bij een buurgemeente. Dan heeft hij mooi een stok achter de deur om niet te lang te preken. Of om te ‘vluchten’ wanneer er toch kritische vragen komen over de inhoud van zijn preek.
Nee, ik benijd hem niet, onze dominee. Staand op de kansel telt hij misschien zijn zegeningen, één voor één. Daar heeft hij allicht ook wel de tijd voor want het aantal volgelingen van de zuivere leer neemt jaarlijks af. Of zouden zijn schaapjes tegenwoordig via een live-stream verbinding toch nog de Blijde Boodschap volgen? Liggend op bed achter het gebreide broekje van moeders de vrouw die vlak na het luide amen weer wakker schrikt. Maar gelukkig zijn het niet de aantallen die tellen. ‘Wanneer er ook maar twee of drie uit Mijn naam aanwezig zijn, dan ben Ik er ook…’
En met deze troostende woorden sluit ik deze column maar af. Nu is het mijn beurt om de ds. wat bemoedigende woorden mee te geven. Ter troost en ter bemoediging dus. En de boer, hij ploegde voort. Terwijl onze herder rustig doorgaat met het hoeden van zijn kudde, elk schaapje koesterend. ‘Je moet dominee worden, mien jong, want die werkt alleen maar op zondag…’