Wanneer is de liefde voor de Groningse taal nu echt ontstaan?
In 1984, ik weet het nog heel goed. Dat is opmerkelijk te noemen als je bedenkt dat ik tot mijn 6e jaar alleen maar Fries geleerd heb. Thuis werd natuurlijk Fries gepraat, pas toen ik naar school ging leerde ik Nederlands. Toen ik 10 jaar was verhuisde het gezin Schreiber vanuit Friesland naar Stadskanaal. Tijdens het spelen op straat leerde ik Gronings praten en verstaan.
In 1978 verhuisden we met ons gezin naar Middelstum waar ik hoofd werd van de Wicher Zitsema School. Ik merkte dat de kinderen steeds meer in een mengelmoes-taaltje gingen praten. De ouders vonden eigenlijk dat ze hun kinderen niet langer in het Gronings op konden voeden en begonnen ze in het Nederlands aan te spreken. Dit terwijl ze zelf het Nederlands niet super goed beheersten doordat ze met de Groningse taal zijn opgevoed.
Het is de kunst en volgens mij het meest ideaal wanneer de kinderen thuis Gronings leren en op school Nederlands. Bij onze kinderen was het eigenlijk andersom. Die zijn thuis met de Nederlandse taal opgevoed. Maar toen Ellie bij Tuitman in de winkel achter de kassa zat, kreeg ze wel eens te horen dat ze heel mooi Gronings kon praten. Die heeft het daar dus geleerd in de winkel en op straat. In 1984 werd ik benaderd door streektoalfunctionaris Simon Reker. Hij zocht mensen die de kinderen op school beter Gronings konden leren praten. Dat is eigenlijk ook voor mij de aanleiding geweest om mij echt in het Gronings te gaan verdiepen.
Vind je dat zelf, gezien je Friese roots, niet raar?
Nee, helemaal niet. Door mijn Friese achtergrond heb ik juist een liefde voor de streektaal ontwikkeld. Ik verzet mij er dan ook tegen als mensen zeggen dat ze vinden dat ze hun kinderen eigenlijk vanaf het begin met de Nederlandse taal moeten opvoeden. Ik denk dat beide talen heel goed door elkaar gebruikt kunnen worden. Zelf schakel ik ook heel makkelijk vanuit het Gronings naar het Nederlands al naar gelang mijn gesprekspartner. Ik heb zelfs nog een cursus Fries gevolgd en hierin een diploma gehaald. Mijn lerares vond ik eigenlijk te fanatiek. Ze moedigde mij aan om in het vervolg ook maar gewoon in het Fries te blijven praten…
Wat doe je zoal om de Groningse taal te promoten?
Om de week schrijf ik op de dinsdag een column in het Dagblad van het Noorden, over alledaagse onderwerpen. Verder ben ik één keer per maand te beluisteren bij Radio Noord in het programma De Centrale van presentator René Walhout. Tot voor kort was ik in dit programma wekelijks te beluisteren, elke uitzending ongeveer 20 minuten. Nu kunnen mensen maandelijks van 11.00-12.00 uur vragen stellen over de Groningse taal en de betekenis van bepaalde woorden en zinnen. Tot slot geef ik samen met Middelstumer Kees Reinders om de week een cursus in Winsum. Kees vertelt dan één uur over de geschiedenis van onze streek en ik leer de deelnemers Gronings praten en schrijven. Erg leuk om te doen.
Wat vind je zelf het mooiste Groninger woord?
Dit is met afstand het woord snoetjeknovveln, wat innig zoenen betekent. Je zou denken dat knovveln zoiets is als knuffelen maar het is veel sterker en heftiger dus. Fertuut vind ik ook zo’n mooi woord. Een fertuut is een ding of versiersel waar je de naam niet van weet. ‘Wat heb jij voor een mooi fertuut op je hoed?’ Fiebelekwinten is ook prachtig, het is Gronings voor fratsen…
Komt er volgend jaar ook weer een Gronings dictee?
Het is afwachten of dit dictee er weer komt en of ik als presentator gevraagd wordt. Het kan natuurlijk ook maar zo zijn dat ze liever een jonger iemand hebben. Dat is elk jaar weer afwachten. Dit wordt meestal rond Oud en Nieuw bekend gemaakt. Dat is het nadeel van radio en televisie hè, je kunt wel van allerlei moois verzinnen maar het is altijd maar weer afwachten of ze het oppikken en of er geld voor is.
Ik heb onlangs contact opgenomen met de familie Van Dijk van Herberg ‘In de Valk’. Zij hadden het er toevallig net onderling zelf over gehad of het misschien wat zou zijn om een Gronings dictee in de herberg te organiseren. Het Hoogeland-dictee was een groot succes dus ik ga binnenkort even met hun babbelen over een mogelijke invulling van zo’n dictee. Misschien moet je hiervoor eerst een instructieavond organiseren waarbij alvast de grondbeginselen van het Gronings aan bod komen. Ik denk dat mensen toch veel meer schroom hebben om een dictee in het Gronings te maken dan ik het Nederlands.
Wat vind je het mooiste plekje van de provincie?
Dat is toch echt de plaats waar mijn vrouw geboren is, Schouwerzijl. In onze verkeringstijd ben ik er vaak geweest omdat haar opa en oma er toen woonden, na hun overlijden zijn ze er ook begraven. Een prachtig ‘old luk dörpke’, Groningen op zijn mooist! Als je op het ietwat verhoogde kerkhof staat dan heb je een geweldig uitzicht op de landerijen en de landweggetjes. Zelf hebben we er ook 2 graven gekocht.
Inmiddels ben je gepensioneerd, kom je de dagen een beetje door?
Dat gaat prima hoor. ’s Morgens begin ik altijd met het Dagblad van het Noorden door te lezen en gezellig even koffie drinken met mijn vrouw. Daarna ga ik bezig met allerlei dingetjes. Zo besteed ik veel tijd aan de Groninger spreukenkalender. Die van 2015 heb ik net afgerond, deze ligt bij de drukker. Ik vind het maar niets om dit op het laatste moment te doen dus ben ik er vrijwel dagelijks even mee bezig.
Je vrouw zit nu in hetzelfde pensioneringsschuitje?
Dat klopt, zij zit sinds 1 juni bij huis. Ze is jarenlangs medisch secretaresse geweest in het UMCG. Zeventien jaar in vaste dienst, daarvoor nog een los/vast periode van 3 jaar. Geen volledige baan, maar een dienstverband van 70%. Ze vond het altijd een geweldige baan die ze met heel veel plezier ingevuld heeft. Het was elke dag weer spannend en afwisselend werk want je wist natuurlijk nooit wat er stond te gebeuren. Vooral bij jonge kinderen en bekenden uit het dorp was ze natuurlijk extra alert en gespitst op een goede afloop.
Mijn vrouw was vroeger doktersassistente bij een huisarts. Toen de kinderen kwamen is ze hiermee gestopt. Maar toen die het huis uit gingen heeft ze een opleiding voor herintredende vrouwen gevolgd. Zo is ze er weer in gerold. Momenteel is ze druk aan het schilderen, ze zit hiervoor op een cursus. Ze houdt van felle kleuren en ze schildert graag landschappen. Inmiddels heeft ze haar 3e schilderij afgerond. Met een schilderij is ze ongeveer 5 uur bezig.
Dochter Ellie werd onlangs ‘Business Mom of the year’ van Drenthe, trots?
Absoluut, het ondernemerschap heeft ze van de Van der Horns-tak meegekregen. Een echte winkeliers- en vertegenwoordigersfamilie. Het organiseren heeft ze van mij. Ze is begonnen als lerares waarvoor ze ook een specifieke opleiding gevolgd heeft. Maar in de loop der jaren merkte ze toch dat haar passie niet in het onderwijs lag. Wel wilde ze graag wat te doen hebben in de tijd dat de kinderen op school waren. Ze is nu ‘Professional organizer’ en ze helpt mensen en gezinnen met hun administratie en het grip krijgen en houden op hun huishouden, het gezin, en het werk.
Samen met nog enige vrouwen met kinderen die een eigen bedrijf opgezet hebben, is ze voorgedragen voor de verkiezing van ‘Business Mom of the year’ van Drenthe. En tot onze en haar grote vreugde heeft ze deze prijs in de wacht gesleept, iets waar we natuurlijk super trots op zijn. ‘Dat graag in de belangstelling staan, dat heeft ze ook een beetje van mij, haha…!’. Ellie woont tegenwoordig in Beilen, is getrouwd met oud-Stedumer Menno Norden en samen hebben ze een zoon en een dochter.
Dochter Carina is ook de provincie uitgewaaid?
Klopt, zij woont tegenwoordig in Dronten. Ze houdt zich wat meer op de achtergrond, dat vindt zij prettiger. Ze werkt als leidster op een kinderdagverblijf en ze heeft 2 dochters waar ze druk mee is.
Ben je nog regelmatig aan het hardlopen?
Ik ren nog 2 keer per week om Westerwijtwerd. Een rondje van ongeveer 4 kilometer waar ik een half uurtje zoet mee ben. Tot voor 4 jaar liep ik dit rondje alle dagen maar inmiddels heb ik de intensiteit wat verminderd. Wel ga ik nu ook nog een morgen in de week naar de sportschool met mijn vrouw. Hier train ik wat meer mijn armspieren.
Het advies om in beweging te blijven heb ik jaren geleden meegekregen toen er geconstateerd werd dat ik aan fibromyalgie leed. Dit is een ziekte die zich uit middels pijnen rond de aanhechtingsplaatsen van spieren. Om met de pijn om te leren gaan ben ik 6 x een halve week in therapie geweest in Enschede. Bewegen is heel belangrijk voor mij en mijn spieren maar ook heb ik in Enschede geleerd dat ik op gezette tijden mijn rust moet pakken. En dus slaap ik na het middageten altijd even een uurtje. Deze combinatie van inspanning en rust pakken doet mij goed.
Waar mogen ze jou ’s nachts voor wakker maken?
Voor een zoute haring met een oude jenever! Deze voorkeur is in de loop der jaren ontstaan, haha. Mark Willem van Zalencentrum Vita Nova heeft speciaal een fles oude jenever voor mij aangeschaft. Een jenever, in een houten vat gerust/gerijpt, heerlijk. Hij weet hem ook mooi uit te serveren zodat er een mooie bol op het glas komt.
Waar zou je ooit nog eens graag een boek over willen schrijven of op een andere manier aandacht aan willen besteden?
Momenteel ben ik bezig met een boek over stukjes die vroeger gespeeld of voorgedragen werden op bruiloften en partijen in de jaren ‘50/’60 van de vorige eeuw. Tegenwoordig wordt er niet meer zoveel getrouwd en op een bruiloft speelt nu een band of er wordt een DJ ingehuurd. Maar vroeger werden mensen speciaal gevraagd door het bruidspaar om sketches te doen of om iets voor te dragen. Van deze verhalen zou ik graag een boek willen uitbrengen. Ik ben momenteel druk in de weer om hiervoor subsidies bij elkaar te krijgen.
Wil je verder nog iets kwijt?
Nee hoor. Zelfs mijn meubels niet, zoals Peter Zuidhof toen hij dit interview had, haha. Een pracht kerel overigens…
(En zo ging ik weer naar huis om te kijken of er met de vrouw nog wat te snoetjeknovveln viel. Een pracht woord, mij aangeleerd door de Friese voorvechter van de Groningse taal die zijn hart verpand heeft aan Schouwerzijl!)