Bij de Aldi is alles goedkoper, dat zegt men tenminste. Ik had twee zakken zeep gekocht en stond in een behoorlijk lange rij te wachten bij de kassa. Dat is het grote nadeel van de ALDI: goedkoop, dat wel, maar je moet altijd wachten bij de kassa. Verveeld keek ik om me heen, het viel me op dat er bijna niemand vrolijk keek. Boodschappen bij de ALDI doe je niet omdat het er gezellig is, maar alleen maar omdat het er goedkoop is.
Voor me stond een wat oudere vrouw met een kar vol boodschappen. Ze gebruikte haar winkelwagen als een soort rollator. Zonder dat er een reden voor was draaide ze zich om en zei: “U mag wel voor me hoor want ik heb net een nieuwe heup gekregen en dan duurt het uitpakken zo lang”. Ik zei netjes: “dank u wel” en legde mijn twee pakken zeep op de lopende band die heel langzaam richting kassa rolden.
Stuntelig pakte zij ook haar kar met boodschappen uit. Dat viel niet mee want ze kon maar 1 hand gebruiken. Met haar andere hand steunde ze op de steeds leger wordende winkelwagen.
Toen ik haar zo stuntelig bezig zag, vroeg ik haar of ik nog kon helpen. “Nee hoor”, zei ze: “ik red me wel, ik heb me altijd nog gered”. Dat laatste klonk voor mijn gevoel wat hard en cynisch.
De kar was bijna leeg, er lagen alleen nog een stuk of 10 bussen met zout. Ook die legde ze 1 voor 1 op de band. Nieuwsgierig vroeg ik haar: “die gebruikt u zeker om te strooien als het glad wordt?” “Ja”, zei ze. “ik strooi altijd zelf mijn stoepje want ik moet er niet aan denken dat ik nog eens val”. Ik zag haar zo bezig: het ging langzaam en moeilijk, maar ook vol passie en overgave. Ik dacht nog arme eenzame vrouw, wat red je jezelf goed.
Toen ik mijn twee pakken zeep (en mijn andere boodschappen die ik bij de Lidl had gekocht) in de auto had gelegd, zag ik haar weer lopen. Al steunend op haar winkelwagentje liep ze naar een prachtige nieuwe Golf die op een invalidenparkeerplaats stond. Toen ze daar strompelend arriveerde, stapte er een wat oudere kale man uit.
“He, he, wat duurde dat lang!”, riep hij boos. “Kun je niet een beetje opschieten?” Ze keek hem alleen maar aan en zei: “het was erg druk, en er stond een lange rij bij de kassa”. Hij hielp haar met het uitpakken van de boodschappen. Samen legden ze alles in de kofferbak van de Golf. Toen de kar leeg was (op twee krukken na) zag ik de oude vrouw strompelend met het lege winkelwagentje richting de Aldi lopen. Haar echtgenoot ( goed gezond qua lijf en leden) leunde tegen de auto en draaide een sigaretje om die vervolgens aan te steken. De oude vrouw parkeerde haar lege wagen netjes bij de andere karretjes en pakte haar twee krukken. Langzaam en behoedzaam liep ze terug.
“Schiet je een beetje op”, hoorde ik hem hard roepen… “Ik moet om half drie in de voetbalkantine zijn want dan begint het klaverjassen”.
(Deze bijzondere gastcolumn, gebaseerd op waargebeurde feiten, is geschreven door Jan Euving)