Het moet ongeveer een jaar geleden zijn. Één van de vrienden deed de suggestie om af en toe voor elkaar te koken. Gezellig een avond met de vier stellen, elk kwartaal bij iemand anders aanschuiven. Vol enthousiasme vertelde ik het aan mijn vrouw, die niet minder gecharmeerd was van het idee.
En zo belandde de groep onlangs bij ons aan tafel. Nog geen besef wat de huiskoks bereid zouden hebben, kwamen de vrienden een voor een aan fietsen. De tafel was al mooi gedekt en het kaarslicht gaf een gezellige, intieme sfeer. Al snel werd de eerste bier en wijn ingeschonken. De geur van het eten op het fornuis zorgde voor nieuwsgierigheid. Wat zou er deze keer op het menu staan?
Eerder die week was die vraag ook al voorbij gekomen. We moesten uiteraard het diner voorbereiden en zaten met een kop thee aan tafel. De suggesties vlogen over en weer. Binnen een mum van tijd hadden wij al wel 7 diners aan ideeën geopperd. Nu alleen nog een keuze maken. Tja, daar zijn we minder goed in. Niet halfbakken en een beetje van dit en een beetje van dat. Nee, tot in de puntjes werkten we het idee uit. Maar waarom eigenlijk? Mijn vrouw kan vertrouwen op haar kookgenen en als de vriendengroep samen was, werd er ook altijd veel gelachen. Gezellig zou het vast wel weer worden, dus waarom die stress? Ach, je wilt toch ook vooral wat extra’s doen. Als je iets lekkers bij iemand anders krijgt, wil je uiteraard ook zelf je beste beentje voor zetten om iets lekkers te geven. Zo werkt dat toch?
Als Groninger met een Drentse vrouw met Duits bloed wilden we iets van onszelf in de smaakbeleving terug laten komen. We kozen daarom voor een authentiek back-to-the-roots diner. En een stamppot, omdat het zo heerlijk herfstig is buiten. Het werden Groninger gerechten met Drents – Duitse invloeden. Hartige bladerdeeghapjes en Drentse droge worst als voorproefje, Grunneger mosterdsoep met room als voorgerecht, vervolgens Haite Bliksem met warme appelstroop, Kassler, spek en gekochte Mettwurst en als nagerecht Poffert met gesmolten boter en bruine suiker. Onze oma’s hadden het samen ook zo kunnen bedenken. Verder was de tafel gevuld met flessen Hefe-Weißbier en Weissherbst Rosé. We hadden nog gedubd over een grand dessert met o.a. Herrenspeise met schuddebuikjes of trilpudding met appelgemberjam van de Drentse Bellefleur, maar ach dat zou te flauw zijn. Als het Sinterklaasjournaal ons al is voorgegaan met grapjes over Schuddemaweer, zou dit een beetje mosterd na de maaltijd worden. Ook nu hadden we al genoeg merkwaarden van onze roots voor een smakelijke avond van onze eetclub.
Kortom, alle ingrediënten waren aanwezig. We hadden de uitnodigingen op tijd verzonden, zodat iedereen er de tijd voor kon nemen. We hadden gezorgd voor een mooie aankleding, de verlichting was gedimd, het glaswerk gepoetst en … heerlijke geuren kwamen van het fornuis en uit de oven. Volgens mij klopte het wel. Niets bleek minder waar, het werd weer een fantastische avond.
… en dat terwijl de decembermaand nog moet beginnen. Nog meer gezellige avonden om samen te delen. En dan vooral het Heerlijk Avondje of het uitpakken van de pakjes onder de Kerstboom. In de beleving van onze kids geldt nu niets anders dan deze topprioriteit. In huis blijft de herfststorm daarom nog wel minimaal twee weken rond waaien. Schoen zetten, verlanglijstjes maken, Sinterklaasjournaal, … Paniek? Nou nee, maar ze worden er zeker wel door geraakt. De commercie prikkelt de doelgroep goed en wakkert de behoefte stevig aan. Er zijn genoeg inspiratiemomenten voorbij gekomen om de verlanglijst mee te vullen en de behoefte van de hulppieten om iets te moeten kopen wordt inmiddels gevoeld. Nu begint de oriëntatiefase, waar gaan ‘we’ shoppen? Gaan we lekker internetten en het gemakshalve thuis laten bezorgen? Dat gaat immers lekker snel en je hoeft er weinig voor te doen. Of worden we verleid om naar het dorps- of stadscentrum te komen? Ik zie de winkeliers al zenuwachtiger worden. Het zijn immers al niet hun leukste tijden de afgelopen jaren. Zullen de hulppieten dit jaar hun winkel kiezen om hun slag te slaan? Maar hoe gaan zij de hulppieten dan verleiden om bij hen te kopen?
Tja, hoe doen we dat ook al weer, het verleiden. ‘t Is misschien net als vroeger bij het stappen. Even iemand versieren? … Nee, ‘t was niet altijd op z’n Terschellings: veel bier en dan “wil je zoenen?”, daar moest je ook wel wat voor doen: je klaar maken, mooie kleren uit de kast, geurtje op. En dan … een prettige omgeving, leuk babbeltje, even dom ouwehoeren, een drankje geven, …. goede ingrediënten voor het doel: Brommers Kiek’n!! Verleiden komt niet uit de lucht vallen. Net als bij het vriendendiner gaat het om de gezelligheid, sfeer, wat lekkers en iets van jezelf geven. Daar houden we als mensen toch allemaal van?
Waarom jij en niet die andere? Draait het daar ook niet om bij de verleiding van de hulppieten? Kansen genoeg zou je denken. Ook Cor Molenaar had het er onlangs over tijdens een lezing bij het Kenniscafé in Emmen. “Zijn de uitnodigingen op tijd verstuurd?” “Weet men dat ze waar krijgen voor hun geld, in plaats van ‘Made by kids in Asia’?” ”Is de verlichting gedimd, de etalage opgepoetst en zijn de geuren en klanken ook subtiel op de achtergrond aanwezig?” En wat maakt die winkel uniek? De binding met de streek, de gezellige babbel of …? Ook hier gaat het om de combi van de juiste ingrediënten en de passie. Ik ben benieuwd.
En wat doen jullie de komende tijd? Ga je voor de authenticiteit, doe je een beetje wild of wordt het een ander werelds gerecht? Misschien maakt het niet zoveel uit wat het wordt, als de combinaties maar goed zijn én het met liefde wordt bereid. Dan smaakt het altijd naar meer!
We kijken al weer uit naar ons volgende vriendendiner …
groeten, Veenhof
Pieter Jan van der Laan, alias Veenhof, was jarenlang redactielid van het Middelstumer voetbalclubblad waar hij ons regelmatig verraste met filosofisch getinte verhalen. Inmiddels woont hij samen met zijn vrouw Jenneke Ensink in Schoonebeek. Beide zijn echte ondernemers en eigenaren van buro W9 (www.burow9.nl/index.php/nl) en Erve Ensink (www.erve-ensink.nl)