Ik ben gewend om auto’s tot de laatste snik af te rijden. Dat leest allicht alsof ik er heel veel ervaring mee heb. Maar dat is door dit beleid dus niet het geval. Sterker nog, het is mij in mijn leven nog maar één keer gelukt. Het ging hier om mijn eerste auto, een VW Golf stammend uit bouwjaar 1986. Door mij aangeschaft in 1996 toen ik net uit militaire dienst kwam en derhalve klaar was om mijn plaats op de Nederlandse arbeidsmarkt in te nemen. Als ik toen had geweten dat ik vervolgens 15 jaar op 2 kilometer fietsen van mijn werk terecht zou komen dan had ik mij waarschijnlijk wel een nieuwe Gazellefiets aangeschaft. Wel zo goedkoop.
Maar het werd dus een witte golf, door de jongens van mijn jeugdvoetbalteam ook wel de Witte Tornado genoemd. Het ding bleef soms op de gekste plaatsen en momenten zo maar staan. Dan ging je door een bocht heen en boem, daar stond ie. Stofstijf stil. Tot grote hilariteit van mijn medepassagiers die de auto al snel tot een krot bestempelden.
En ik was er nog wel zo trots op. In het begin was je natuurlijk als de dood voor ongelukken. Die vervolgens dan ook ontstonden. Vooral de eerste was heel zuur. Tijdens de wintermaanden stelde ik mijzelf verplicht om de auto toch af en toe ‘aan de loop’ te schoppen. Om te voorkomen dat hij helemaal niet meer wou starten. Het was uitkijken op de besneeuwde wegen. Echt veel rijervaring had ik toch al niet, laat staan in de wintermaanden. Ik voelde de crash derhalve aankomen.
Toen ik met een gangetje van 40 door Westerwijterwerd reed naderde ik de gladde brug. Oh, oh, dit gaat te hard dacht ik en drukte de koppeling in. Ik voelde de auto al wegslippen. Om vervolgens tot stilstand te komen tegen een betonnen bankje aan de andere kant van de brug. Verbouwereerd en beteuterd stond ik te kijken naar mijn auto die van voren behoorlijk ingedeukt was. Ach ja, de eerste deuk is altijd de minste. Bij dezen wil ik de gemeente Loppersum mijn excuses nog aanbieden want ik ben zo weggereden. Waarschijnlijk heb ik gedacht dat ze vanzelf wel langs zouden komen. Want via via hoorde ik dat het bij Eke Hazekamp van voormalig huiskamercafé Tinus en Eke wel bekend was wie er nu tegen het bankje aan had gezeten. ‘Dat was die jongen van Koster’…
Tien jaar heb ik er in gereden. De teller zal een kleine 20.000 kilometer zijn doorgedraaid. Niet echt indrukwekkende afstanden gereden zeg maar. Maar op den duur moest er zo veel aan gebeuren dat ik hem linea recta naar Autosloopbedrijf Klaas Boer gebracht heb. Vijftig hele euro’s kreeg ik er nog voor. Achteraf had dit toch ook wel anders gekund. De Blaupunkt autoradio was waarschijnlijk al meer waard geweest. Zonder afscheid te nemen van de auto haalde ik de fiets uit de kofferbak om vervolgens tijdens een mooie zomerdag terug te fietsen vanuit Uithuizen naar Middelstum. Dacht ik. Natuurlijk lag binnen de kortste keren de ketting er af. Ik heb de fiets ter plekke bij een fietsenmaker laten repareren. Daar ging mijn zuurverdiende sloopgeld…
Na twee maanden relatieve rust begon het toch weer te kriebelen. Het volgende slachtoffer van mijn dadendrang werd een blauwe Peugeot 206 van 7 jaar oud. Nog geen ton op de teller dus die moest ook weer jaren meekunnen volgens mijn beleving. Uiteraard de eerste jaren meer geld kwijt aan de wegenbelasting en de APK dan aan benzine. Dit veranderde in 2010 toen ik de blauwe schicht als charme-offensief inzette om Miranda te veroveren. Dit lukte zo goed dat ik én de auto voorlopig kwijt was en dat hij eindelijk kilometers ging maken. Van 1500 per jaar naar een nulletje erbij.
Toch hield hij zich goed staande. In augustus jl. kwam hij weer moeiteloos door de keuring. Die kan nog jaaaren vooruit dacht ik bij mijzelf. Dat was een foute gedachte. De overburen hadden zich ook een nieuwe auto aangeschaft. Een grote landrover sierde onze straat. Overbuurman Goossen was er maar wat trots op. Bijna dagelijks was hij aan het poetsen tot de rover blinkend blonk.
Miranda raakte hier waarschijnlijk door verblind. Want toen we bij de buren voetbal zaten te kijken op een warme zondagmiddag zag ik opeens de grote blauwe landrover vervaarlijk schudden. Little Richard ook. Ik wist meteen hoe laat het was. Ongemakkelijk liep ik achter buurman Peter aan, in de verwachting dat hij binnen enkele seconden zou ontploffen. Peter dan, maar die bleef gelukkig opvallend rustig. Hij zal misschien tot zijn grote genoegen geconstateerd hebben dat Miranda de auto in precies die deur geparkeerd had waar al enige kleine deukjes inzaten. Even bestond bij mij het vermoeden dat hij de auto met opzet voor onze oprit geparkeerd had…
Ook de Peugeot kwam niet helemaal ongeschonden uit de strijd. En hij begon ook steeds vaker rare geluiden te produceren. En stond soms ook maar zo opeens stil, net als de Witte Tornado vroeger. Na veel vijven en zessen en met pijn in het hart toch maar besloten om tot de aankoop van een andere wagen over te gaan. En na een Duitser en Fransoos hebben we nu in al onze wijsheid besloten om tot aankoop van een Koreaan over te gaan. Misschien onbewust toch de invloed van Dokter Tinus? Een zwarte Hyundai Accent uit 2007. Met nog geen ton op de teller. Ook deze moet derhalve nog jaren meekunnen. Maar of dat gaat lukken? Iets zegt mij dat helemaal afrijden er niet meer in zal zitten. En ik denk niet dat sloper Boer er wijzer van gaat worden. Ik ben benieuwd hoe lang we mogen genieten van dit Aziatisch stukje wonder op 4 wielen…