Marten, hoe bevalt het om gepensioneerd te zijn?
Hoho, ik ben sinds juli 2012 met prepensioen hè. Maar ook dat bevalt prima, eigenlijk kom ik tijd tekort. ‘Ik snap niet hoe ik er vroeger nog een baan bij kon hebben’,haha. Ik heb het nu nog drukker als vroeger toen ik aan het werk was. Ik heb mij dus nog geen seconde verveeld. Ik kan ook moeilijk nee zeggen als ik gevraagd word voor een klusje. Het grote voordeel is wel, dat niets hoeft maar alles mag!
Je kunt je dus wel een beetje bedaren?
Prima. Naast het vrijwilligerswerk waar we verderop in het verhaal nog wel even op terugkomen mag ik tijdens een regenachtige dag ook heel graag lezen. Oorlogsboeken en boeken over het vroegere boerenleven zijn mijn favorieten. De ‘Kanonnen van Navarone’ heb ik bijvoorbeeld al wel vier keer gelezen, dat boek verveeld nooit. En anders heeft mijn vrouw Tineke nog wel een klusje voor mij.
Sinds kort heb ik ook een nieuwe hobby. Ik ben namelijk lid geworden van de Vaargroep Ewsum Middelstum. Kortweg VEM genoemd. De VEM bestaat nog maar net en is nog niet eens bij de Kamer van Koophandel ingeschreven. Samen met mijn buurman, Gerard Stuitje, ben ik altijd op de zondagmiddag aan het varen in de gracht bij borg Ewsum. Samen hebben we 3 radiografisch bestuurbare modelboten, variërend in lengte van 60 tot 105 centimeter.
Je bent jarenlang postbode/postbezorger geweest, wanneer ben je hiermee begonnen?
In 1970 heb ik in het PTT gebouw in Groningen de eed afgelegd om vertrouwelijk met alle informatie om te gaan die op mijn weg kwam. Deze eedaflegging was verplicht voor alle rijksambtenaren. Ik heb wel een beetje een rare carrièreswitch gemaakt want na 2 jaar MULO heb ik 4 jaar ambachtsschool gedaan, richting Timmerman/metselaar.
Toen ik van school af kwam was ik 18 jaar en heb ik eerst vakantiewerk gedaan als postbode. Toenmalig postbode Otto Parkes opende in dat jaar cafetaria ‘De Posthoorn’ in Kantens waardoor er in Middelstum een plaatsje vrij kwam. Dhr. Slagter, die op het postkantoor werkte die toen nog in de Kerkstraat gevestigd was, vroeg mij of ik belangstelling had voor de vacature. Ondanks het feit dat ik ook bij verschillende bouwbedrijven in Middelstum en omgeving aan het werk kon heb ik deze kans met beide handen aangegrepen. In die tijd was het zo dat je kostje verzekerd was wanneer je bij de rijksoverheid ging werken. Dit werd na de privatisering van het postwezen wel anders natuurlijk.
Kun je iets over je carrière vertellen?
Aanvankelijk bezorgde ik alleen de post in Middelstum en Kantens. Later kwamen hier Westerwijtwerd, Stitswerd, Rottum en Huizinge bij. Aanvankelijk voornamelijk per fiets, later ook met de auto. De post kwam meestal rond 06.00 uur ’s morgens, dan begon mijn werkdag. Na het sorteren begon ik dan aan mijn eerste ronde. Deze duurde tot ongeveer 12.30 uur. Enige keren per week moest ik ook ’s middags aan het werk van 15.30 tot 18.30 uur. Dit was dan de tweede ronde. Ik bezorgde dan alleen de dagbladen en rouwkaarten en hielp mee met de voorbereidingen voor de verzending van de post. Deze post ging met de bus mee naar Groningen waar de post verder verspreid werd per trein.
Naast het bezorgen van de post deed ik nog veel meer. Het verkopen van postzegels en ansichtkaarten bijvoorbeeld als extra stukje service voor de mensen. En zelfs tot het einde van de jaren zeventig het uitbetalen van de AOW-uitkeringen aan mensen! Het ging toen best wel om grote bedragen. Vooral wanneer het vakantiegeld uitbetaald werd liep ik soms wel met 10.000 gulden op zak.
Al met al ben ik 42 jaar postbode geweest, van mijn 18e tot mijn 60e jaar. Na 40 dienstjaren heb ik gebruik gemaakt van de werktijdverkorting waardoor ik 10% minder hoefde te werken. Ik begon dan rond 08.00 uur tot een uur of 14.00. Ik had tijdens functioneringsgesprekken ook wel aangegeven dat mijn werkgebied wel groter mocht worden en zo heb ik ook wel post gelopen in Warffum, Leens en Pieterburen. Ik ben geëindigd in hartje Winsum.
Wat waren de mooie en minder mooie kanten van het vak?
Als postbode was je altijd vrij man, je kon best wel eens een praatje maken met de mensen. Eigenlijk was je naast postbode er soms ook dokter, dominee en sociaal werker bij. Mensen mochten graag even een praatje maken en ik was ook nooit te beroerd om ze even mee te helpen met het verslepen van bijvoorbeeld een zware kast of het brengen van de medicijnen van de dokter. In ruil hiervoor kreeg ik dan een bakje koffie aangeboden.
Het was een gemoedelijke tijd met veel sociale contacten. Wanneer je door de buitenwijken reed dan had je ook de kans om te genieten van een ree die overstak of van een mooie valk. Ik kon eindeloos genieten van het natuurschoon dat ik tegenkwam.
Ik kwam ook langs met overlijdenskaarten. Soms moest ik hele stapels afleveren. Vaak belde ik dan aan om de mensen te condoleren en ik overhandigde dan het pakket persoonlijk, dat vond ik wel zo netjes. Mensen nodigden bij dan wel eens uit om binnen te komen zodat ze hun verhaal kwijt konden. Soms met tranen in de ogen. Dit waren natuurlijk de minder mooie kanten maar dit hoorde er wel bij. Aan de andere kant had je ook wel te maken met felicitatiekaarten bij trouwerijen. Bij het afleveren kon het nog wel eens gebeuren dat het bruidspaar met je op de foto wilde. Dit was verder geen probleem maar dan wilde ik wel alleen op de foto met de bruid, de bruidegom moest zich maar even elders vermaken.
Aan regen had ik geen hekel. Het meeste water viel toch naast je. Ik droeg dan ook zelden een regenpak, dit was me veel te warm. Een pet heb ik nooit gedragen.
Nog smeuïge postbode anekdotes?
Tijdens het rondbrengen van de AOW-uitkeringen kwam ik eens bij een vrouwtje in Stitswerd. Ze wilde geen handtekening zetten ter bevestiging dat ze het geld had ontvangen. ‘Neem maar weer mee’, zei ze. Hier was ik natuurlijk hoogst verbaasd over. ‘Maar mevrouw, u heeft hier recht op. Neem het geld nou maar aan’. Hier was geen sprake van. Ik moest het geld maar weer meenemen want ze had het geld van de vorige levering nog niet op. En dus bracht ik dit geld weer naar Slagter.
Ook kwam het tijdens de vroegere winters wel voor dat de wegen onbegaanbaar waren. De onverharde Palenweg in Westerwijtwerd was zo’n weg bijvoorbeeld. Dan ging ik met mijn fiets op het Westerwijtwerdermaar om de post bij de verderop wonende boeren te bezorgen. In de jaren 50 waren er zelfs in bepaalde plaatsen nog geen straten zo is mij ooit wel eens verteld. De post moest dan bijvoorbeeld in Westerwijtwerd op nummer 70 bezorgd worden of op nummer 50 in Stitswerd.
Tijdens de winter van 1979 was het helemaal bar en boos. Ik ben toen op een gure winterdag om 05.30 uur naar Winsum vertrokken om daar de post op te halen. Op de terugweg kwam ik om 07.00 uur vast te zitten in Onderdendam. Ik mocht toen niet eerder weg totdat de directeur van het postkantoor in Winsum hier toestemming voor gaf. Ik kon gelukkig onderdak krijgen bij de familie Omta. Om 16.00 uur kreeg ik toestemming van de directeur om de ingesneeuwde postwagen achter te laten. Ik ben toen verder gaan lopen richting Fraamklap. Daar kon ik met iemand meerijden.
Mijn vrouw en twee kinderen hadden onderdak gevonden bij mijn ouders aan de Oude Schoolsterweg want thuis aan de Groensingel was de kachel uitgevallen. Ik kwam daar om 18.00 uur aan. Ik ben toen drie dagen niet aan het werk geweest. Het sneeuw lag bij sommige huizen tot aan de daken. Het leger heeft ons toen nog geholpen met bulldozers om de boel weer sneeuwvrij te krijgen.
Het rommelt aan alle kanten in postbodeland. Blij dat je er uit bent?
Ik ben er gelukkig net op tijd uitgegaan met een goede regeling. De laatste jaren was er door allerlei reorganisaties en gedwongen ontslagen voortdurend onrust. De vestiging in Winsum gaat binnenkort ook dicht. Het sociale gebeuren is helemaal weg. Je moet meer doen in minder tijd en voor minder loon.
Waar vul je nu je vrije tijd mee?
Gelukkig kan ik mijn energie volop kwijt in het vrijwilligerswerk. Zo ben ik sinds vorig jaar klusjesman in Fraamborg. Het gaat voornamelijk om kleine klusjes zoals een kast in elkaar zetten of een stopcontact vervangen. Leuk om te doen. Ook ben ik al meer dan 10 jaar vrijwilligers bij het zwembad in Middelstum. ’s Morgenvroeg loop ik meestal even naar het bad, de meters en pompen controleren en eventueel de matten die het zwembad afdekken verwijderen. Of onkruid verwijderen. Ook zit ik regelmatig als badmeester bij het bad. Verder zit ik al weer 5 jaar in de Stichting Organisatie Oranjeactiviteiten Middelstum en zing ik in het koor Curiosa van Koor en Rinkel.
Heb je nog leuke Sinterklaasanekdotes?
Ik speel inmiddels al weer een kleine 30 jaar voor Sinterklaas. Mijn oudste dochter Jolanda liep wel eens hand en hand met mij door de school zonder weet te hebben dat haar eigen vader Sinterklaas was. Ik heb in verschillende plaatsen voor Sinterklaas gespeeld. Leermens, Garsthuizen, op ‘Mei’, Toornwerd maar ook op de Wilster in Middelstum. Daar moest ik vorig jaar voor het eerst tijdens mijn Sinterklaascarrière afbellen. Man, wat voelde ik mij beroerd, in dubbelopzicht.
Ik kreeg ooit eens een keer een kind bij mij op schoot te zitten die mij meedeelde dat ‘mammie’ een baby kreeg. Verbaasd keek ik naar de juffrouw maar zij had van het hele verhaal nog niets meegekregen. Kun je nagaan wat kinderen soms wel niet tegen Sinterklaas vertellen.
Zit je ook nog steeds op toneel?
Nee, ik heb al met al 10 jaar op het Middelstummer Amateur Toneel gezeten maar deze bestaat niet meer. Wel een hele leuke tijd gehad. Ik doe nog wel mee tijdens incidentele toneelstukjes zoals twee jaar geleden bij de verkiezingen van het leukste dorp van Groningen.
Kun je nog iets meer over je gezin vertellen?
Jazeker, volgend jaar ben ik 40 jaar getrouwd met Tineke. Een mijlpaal die tegenwoordig niet veel mensen meer bereiken. Tineke werkt als kantinemedewerkster 12 uur in de week bij het laboratorium voor infectieziekten in Groningen. Samen hebben we drie kinderen gekregen. Jolanda woont in Ulrum, Arnold in Smilde en Hester in Middelstum. Inmiddels hebben we ook 3 kleinkinderen van 7,4 en 2 jaar oud.
Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken?
Eigenlijk nergens voor als ik er goed over nadenk. Ik ben ook bijna niet wakker te krijgen, als ik het kussen voel dan slaap ik al. Maar ik ben daardoor ’s morgens vaak wel op tijd wakker.
Wil je verder nog iets kwijt?
Deze vraag zou ik graag aan willen grijpen om reclame te maken voor Middelstum, als leukste dorp van Groningen. Ik zit ook in het organisatie comité en heb mij onder andere bezig gehouden met het vertalen van straatnamen en gebouwen in het Frans. Donderdag 1 augustus belooft een prachtige dag te worden met tal van verrassingen. Zo zoeken we nog 8 Middelstumse schone dames die mee willen dansen met de Cancan dans. Een erotische dans die vaak in nachtclubs op de Moulin Rouge gedanst wordt. Laat je dus verrassen en kom allemaal naar Middelstum! En stemmen hé, op Middelstum!
En je mag mijn bijnaam die ik als postbode heb opgedaan best gebruiken hoor. Zo kennen de meeste mensen mij toch. Bij dezen bedank ik Maaaarten Postdoef van harte voor zijn tijd en verhalen!