Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Mijn volledige naam luidt Schelte Douwe van Randen, roepnaam Schelte. Ik ben op 14 augustus 1959 geboren in Kollumerzwaag. Mijn vader werkte ook bij de politie en mijn moeder runde het huishouden. Ik heb nog drie oudere broers en een oudere zus die in Drachten, Lisse, Warnsveld en Neede wonen.
Mijn vader werkte bij de rijkspolitie en om bevorderd te worden, moesten we als gezin vaak verhuizen. Zo heb ik ook in Stavoren, Marken en Lisse gewoond. Op mijn zeventiende ging ik intern wonen in Lochem in een internaat. Vervolgens huurde ik met twee collega’s een huis in Emmeloord om daarna met mijn partner Desiree in Bant een huis te kopen.
Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit Groningen en na zeventien jaar Bant kochten we een boerderij in Saaksum waar Desiree genoeg ruimte had voor haar paarden. Vier jaar geleden zijn we aan de Pastoor Walstrastraat in Kloosterburen neergestreken. Het bevalt ons hier prima. De mensen zijn vriendelijk en we wonen in een gezellige straat.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik ben in 1989 met de oorspronkelijk uit Oldehove afkomstige Desiree Meijer getrouwd na eerst zes jaar te hebben samengewoond. Hoewel ik zelf niet veel met carnaval heb, kwam ik haar wel tegen tijdens een carnavalsfeest in Emmeloord. Het klikte direct tussen ons en van het een kwam het ander.
Samen hebben we drie kinderen gekregen. Wietse werd in 1991 geboren en woont in Groningen. Drie jaar later kwam de tweeling Nieke en Anne op de wereld. Nieke woont in Ulrum en Anne in Leens. Alle kinderen wonen mooi in de buurt dus waardoor we onze kleinkinderen lekker vaak kunnen zien. Het zijn er vier. Mart is vijf, Tessa en Milou zijn twee jaar en baby Sem is dik een half jaar oud.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Lisse ging ik naar de HAVO zonder eigenlijk goed te weten wat te worden. Ik heb de HAVO niet afgemaakt omdat ik in het vierde jaar ben blijven zitten en daarna besloot om eerst aan het werk te gaan. Ik kon aan de slag in de bloembollenteelt en heb dit zo’n driekwart jaar gedaan. Toen vroeg mijn vader wat nu precies de bedoeling was qua werk en opleiding en of politieagent worden niet wat voor mij zou zijn.
Dat idee leek mij wel wat en ik knipte het wervingsbonnetje uit de NCRV-gids om hem vervolgens ingevuld en al op te sturen. Niet veel later werd ik opgeroepen voor een keuring in Hilversum. Dit was zowel fysiek als mentaal een heel pittige klus en van de 80 sollicitanten bleven er uiteindelijk maar 6 over en daar was ik er tot mijn verbazing en trots één van. Ik had nu weer een duidelijk doel voor ogen en meldde mij op 1 oktober 1976 in Lochum op de opleidingsschool.
Daar heerste een pittig regiem. Overdag in de schoolbanken om wetten en regels te leren en we moesten ook regelmatig schieten, sporten en praktijkopdrachten uitvoeren. Vervolgens was daar ’s avonds tot 21.30 uur de verplichting om te studeren. Na deze opleding moest ik nog zes weken naar Woensdrecht om daar de ME-opleiding te volgen. Daarna kwam ik met nog zes andere agenten bij de mentorgroep in Zwolle terecht waar we eerst met twee ervaren brigadiers de straat opgingen om het vak te leren.
Vervolgens kwam ik bij de gemeentepolitie van Emmeloord terecht. Emmeloord was een gemeente met 45.000 inwoners. Gemeenten met minder dan 25.000 inwoners vielen onder de rijkspolitie. Ik heb in Emmeloord een mooie tijd beleefd met fijne collega’s en de nodige heterdaadjes wat vaak genieten was. Maar ik heb ook veel ellende gezien waaronder veel dodelijke aanrijdingen. Direct tijdens mijn eerste dienst was het al raak. Tegenwoordig heb je rotondes waardoor het aantal ongevallen gelukkig behoorlijk is afgenomen.
Ik ben in totaal zeventien jaar in Emmeloord werkzaam geweest waaronder vijf jaar bij de recherche waarbij ik tevens als neventaak had, dat ik bij het Recherchebijstandteam zat. Je werkt normaal in je korps bij de recherche en indien er ergens in de regio een groot onderzoek moest worden ingesteld dan werden de leden van verschillende teams opgeroepen, zodat je met dat team de zaak kon onderzoeken.
In die vijf jaar ben ik zes keer opgeroepen, vaak voor langdurige onderzoeken van meerdere maanden. Maar het grootste deel van die vijf jaar was ik gewoon rechercheur in Emmeloord. Ik heb er al met al een prachtige tijd beleefd en we hebben in die tijd de nodige zaken opgelost. We keken niet op een uurtje meer of minder en werkten soms tot diep in de nacht door. Na die vijf jaar was ik hoofdagent.
Ook heb ik van 1977 tot 1987 bij de ME gezeten. Ook dat was een neventaak. Indien nodig werd je opgeroepen om met je peloton ingezet te worden. Meestal was dat bij risicovoetbalwedstrijden en bij ontruimingen van kraakpanden (o.a. in Nijmegen en Amsterdam). Ook ben ik in ingezet bij de beruchte kroningsrellen in 1980 (het was toen net oorlog) en de beruchte demonstratie tegen de kerncentrale in Dodewaard (ook in 1980).
In 1992 kwam er bij de gemeentepolitie een plek vrij als brigadier en ik voldeed aan de gestelde eisen en ging weer een uniform dragen. Een mooie promotie want ik kon in deze functie meer verdienen dan bij de recherche.
Ik wilde qua werk graag verhuizen naar het noorden en die kans kreeg ik in 1994 bij de regiopolitie in Groningen. In mijn eerste jaar in Zuidhorn leerde ik Martin Donkerbroek kennen, de man die jou getipt heeft om mij te interviewen. Ik vond het in Zuidhorn te rustig en werd overgeplaatst naar de stad Groningen waar ik in Groningen-West in met name de wijk Vinkhuizen in een ontzettend druk werkgebied terechtkwam. Weer veel heterdaadjes met een vaste en leuke groep collega’s.
Op den duur kwam ik door mijn recherche-ervaring in het crimeteam terecht. Er kwamen de nodige auto- en woninginbraken op mijn pad maar ik draaide ook gewoon nachtdiensten in de binnenstad. In 2002 was er door een reorganisatie geen plek meer voor mij en ik werd als brigadier, wijkagent in Vinkhuizen. Daar kwam ik in aanraking met het nodige huiselijk geweld en ik verleende ook veel noodhulp en werd er een halve sociaal werker bij.
Dit werk heb ik tot ongeveer 2010 gedaan en na zeventien jaar in de stad gewerkt te hebben, zocht ik het platteland weer op. Ik keerde eerst terug naar Zuidhorn maar kwam toen met Martin en Onno Beukema in de gemeente De Marne terecht. In die tijd draaide ik ook op eigen verzoek de nodige weekenddiensten op Ameland. Desiree en ik hebben daar een eigen huisje en we gingen hier zo’n tien keer per jaar heen.
Na weer een gemeentelijke herindeling heb ik nog twee jaar als wijkagent in Grootegast gewerkt en toen nog een jaar voor het Regionaal Service Centrum. Dit was een onderdeel van de meldkamer en daar werkten veel burgers. Ik was daar coördinator en stond de medewerkers met raad en daad terzijde. Ook deed ik daar de planning en dat had ik in Vinkhuizen ook al drie jaar gedaan. Werken bij het RSC was echter niet helemaal mijn ding en toen ik na 44 jaar bij de politie de kans kreeg om vervroegd uit te treden, heb ik mijn knopen geteld en ben op mijn 61e gestopt met werken bij de politie.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Achteraf had ik misschien nog wel wat langer doorgewild. Maar een jaar genieten van het vakantiegevoel was ook niet verkeerd. Daarbij waren wij eerst heel druk met de verhuizing. Maar na een jaar begon het toch weer te kriebelen, alle dagen niets omhanden hebben was het ook niet voor mij. Ik ben toen eerst begonnen met maaltijden bezorgen maar door een reorganisatie zou het ook maar zo gekund hebben dat ik eerst naar Tolbert zou moeten om de maaltijden op te halen en dat trok mij niet.
Ik heb ook drie jaar op de buurtbus rondgereden maar op den duur ben je uitgekeken op het rondje dat je vier keer per dag maakt. In mijn voormalige woonplaats Saaksum wonen drie mensen die werken als brugwachter en één van hen attendeerde mij erop dat ze in de zomer altijd zitten te springen om brug- en sluiswachters. Dit leek mij ook wel wat en begin dit jaar ben ik met de opleiding tot brug- en sluiswachter begonnen en ik ben in april gestart met deze job. Het vroeg opstaan was wel even weer wennen maar het werk bevalt hartstikke goed. Ik sta nu nog voor vier dagen ingeroosterd maar ik heb aangegeven voor drie dagen te willen gaan.
Want er moet ook tijd overblijven om te wandelen, fietsen en ik zwem wekelijks twee keer in Dokkum. Vaak gaan we op vrijdag naar Ameland waar ons huisje, die we verhuren, schoongemaakt moet worden. En dan zijn daar de kleinkinderen, de honden en de eigen huishouding nog. We mogen tussendoor ook graag op vakantie gaan maar dat moet door alle drukte wel goed ingepland worden.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Dat is toch het gezin en het feit dat we allemaal goed gezond zijn. Qua werk heb ik ook nog wel een heel bijzonder hoogtepunt. In mijn tijd in Emmeloord werd er een dertienjarig meisje vermist. In het nabije bos werd haar tas gevonden en de ME heeft de hele nacht het bos doorzocht zonder iets te vinden.
Ik had die dag erop een latere dienst en we zouden bijgepraat worden maar toen ik mij inlas in de zaak was daar de drang om voor de briefing toch nog even zelf het bos in te gaan. Ik zag toen op een bankje een man zitten en vroeg of hij een dag eerder iets bijzonders gezien had. Dat was niet het geval maar ik zag achter de man iets liggen in het bos en warempel, dat was het vermiste meisje. Ondanks zeven messteken en een verkrachting overleefde ze deze nachtmerrie. De dankbaarheid van haar en haar ouders zal ik nooit meer vergeten. Noem het intuïtie of wat dan ook maar soms moet je ook gewoon geluk hebben.
Uiteindelijk is de dader ook achter slot in grendel gezet maar dit had wel wat voeten in aarde. Om een goed signalement af te kunnen geven, is het meisje zelfs onder hypnose gebracht in Den Haag. Die methode kwam toen net in opkomst en zij wist heel bijzondere details te geven.
En de dieptepunten?
Dat was dus een heel groot hoogtepunt maar daar staan ook de nodige dieptepunten tegenover. Een meisje van twaalf bijvoorbeeld, dat zich voor de trein wierp. En bij de moorden op collega Dick Haveman in Baflo en Jesse van Wieren in Kloosterburen waren we nauw betrokken.
Zelf ben ik in mijn beginjaren een keer bijna gewurgd tijdens een geval van huiselijk geweld waarbij de verdachte mij in dronken toestand in een wurggreep nam en mijn collega hem met een knuppel te lijf moest om mij vrij te krijgen. Daar heb ik nog wel een tijdje last van gehouden. Op den duur leer je echter dergelijke zaken toch een plekje te geven.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
Ik heb nog wel een bijzonder verhaal waarbij ik het geluk aan mijn kant had. In Wolvega was een benzinestation overvallen en het kenteken van de vermoedelijke daders was gezien en doorgegeven plus de mededeling dat die auto uit Rotterdam kwam. Ik ben toen met mijn dienstwagen gaan posten bij Emmeloord en verrek, de auto reed langs. Na een oproep gedaan te hebben, schoot ik er achteraan.
Bij de afslag Urk gingen ze van de snelweg af en opnieuw wilden ze een benzinestation overvallen want ik zag ze al gemaskerd en met een pistool die kant op lopen. Ze hadden de autodeuren open laten staan en het waaide hard waardoor de wind vat kreeg op een gedeelte van de tweeduizend gulden die ze eerder hadden gestolen. Zij gingen er in paniek achteraan en toen kwam er versterking en konden we ze na dit heterdaadje inrekenen….
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Een wereldreiziger ben ik niet. Gewoon lekker op dezelfde manier doorgaan en zo lang mogelijk genieten van de kleinkinderen nu ze nog zo jong zijn.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Eigenlijk heb ik nergens spijt van en sta ik volledig achter alles wat ik gedaan heb. Natuurlijk maakt ieder mens wel eens een fout, maar daar leer je van en dat maakt je leven alleen maar rijker. Tenminste als je er wat mee doet.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Een dikke acht. Door het verlies van dierbaren, ziektes en tegenslagen kan het leven mijn inziens nooit een tien worden.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Geniet elke dag van het leven want je weet nooit hoelang het nog duurt. En probeer positief in het leven te staan. Dat is toch wel een beetje mijn levensmotto geworden….