Kunt u zich heel kort even voorstellen?
Ben Zuur is ook mijn volledige naam. Ik ben op 13 april 1949 geboren in Delfzijl. Ik had nog een oudere zuster, Janny genaamd, maar zij is inmiddels helaas overleden. Mijn vader werkte in de bouw en was vaak ’s avonds nog aan het fietsen repareren. Een heel handige man inderdaad en dat kwam ons bij de verhuizingen vaak van pas. Mijn moeder kon door een auto-ongeval op den duur niet zo heel veel meer maar runde wel het huishouden.
Ik ben in Delfzijl twee keer verhuisd en heb ook nog in een flatje gewoond. De overgang naar Ekenstein in Appingedam was nogal een contrast want daar woonde destijds mijn vrouw en haar opa en oma woonden in het Schathoes. Daarna regelden mijn schoonouders een woonark voor ons in Appingedam. Daar hebben we de nodige avonturen beleefd, dat was een fijne tijd. Maar door een zware novemberstorm waardoor de boot lossloeg, was de lol er vanaf. Al met al hebben we in tussenpozen eerst zo’n kleine vijftien jaar in Daam gewoond.
Via Warffum, Gieten en Nieuwe Pekela, kwamen we in Slochteren terecht en daar hebben we vijftien jaar gewoond. Ten slotte zijn we teruggekeerd naar Appingedam maar ook daar zijn we inmiddels alweer drie keer verhuisd. Tegenwoordig wonen we aan de Uiterdijk en dat bevalt voor nu heel goed.
Wat is uw burgerlijke staat?
Ik was 19 jaar toen ik trouwde met de iets oudere Rity Robertus. Ik heb haar leren kennen op de HBS. We hadden al een keer eerder verkering gehad maar destijds maakte Rity het uit. Daar kreeg ze spijt van en toen heeft ze haar broer gevraagd of ik niet met haar mee wilde naar het Internos feest. En daar heb ik nu spijt van, haha. Nee hoor, toen sloeg de vonk definitief over en inmiddels zijn we al 57 jaar met elkaar getrouwd.
Kort na ons trouwen diende Alain Francois zich aan. Hij woont in Schotland, is van beroep statisticus en heeft daarover al zo’n twintigtal boeken geschreven. In 1975 is onze dochter Eva Angelique geboren. Zij is loopbaanadviseur bij de gemeente Groningen en woont in Eelderwolde. We zijn de trotse opa en oma van vijf kleinkinderen. In Schotland woont de tweeling van zeven jaar en onze kleinkinderen in Groningen zijn zeventien, vijftien en dertien jaar oud.
Wat is uw voormalig beroep?
Na de lagere school in Delfzijl ben ik in dezelfde plaats naar de MULO gegaan. Ik wist niet echt goed wat te worden en ging naar de HBS maar die opleiding heb ik niet afgemaakt. Een avontuurlijke werkperiode brak aan. Ik verhuisde naar Amsterdam om bij de PTT te gaan werken maar ik kon daar niet goed aarden. Vervolgens volgde ik met succes de kappersopleiding in Arnhem en werkte vervolgens een jaar bij kapper Kruizinga in Bedum om er daar achter te komen dat dit het ook niet was.
In Arnhem ben ik ook nog DJ geweest in een grote discotheek en ik werd vervolgens diskjockey in discotheek Promenade in Appingedam. Het zal zo rond 1970 geweest zijn dat ik uiteindelijk als zwemonderwijzer vastere werkgrond onder de voeten kreeg. Dat begon in Midwolda en via Warffum kwam ik uiteindelijk als ‘chef-badmeester’ in Gieten terecht waar zich één van de grootste zwembaden van Nederland bevond.
Met bussen vol zwemmers kwamen ze die kant op en ik voelde als badmeester zeker de verantwoordelijkheid voor al die zwemmers. De overgang naar het zwembad in Slochteren was groot want deze was veel kleiner maar daardoor ook veel overzichtelijker en we hadden daar een gezellig team. Na ongeveer tien jaar als zwemonderwijzer werkzaam te zijn geweest, wilde ik iets anders.
Ik trok de stoute schoenen aan en stapte op het gemeentehuis in Slochteren de kamer van de wethouder binnen met de opmerking dat ik wel een werkswitch wilde maken. En die heeft voor mij heel goed uitgepakt. Ik volgde eerst een cursus Milieuinspecteur en haalde vervolgens mijn diploma hiervoor (milieu-inspecteur) en kwam in de vergunningverlening en –handhaving terecht. Door gerichte cursussen te volgen aan de Hogeschool Van Hall in Larenstein, werd ik dé bodemspecialist van de afdeling. Ik had avontuurlijk werk en ging regelmatig met de politie mee op pad, of zij met mij, bij heikele kwesties.
Die specialisatie maakte dat ik vervolgens in Utrecht enige jaren les gegeven heb via het Van Hall instituut, want ik kon de lesstof goed uitleggen. Later gaf ik cursussen aan bijvoorbeeld de politie in Veendam maar ook op het Provinciehuis. Toen ik 50 was, maakte ik nog één keer een werkswitch en ik werd milieu-inspecteur bij de gemeente Veendam. De gemeente die zich onderscheidde door als eerste in de provincie een bodemkwaliteitskaart te hebben. Ik heb hier tot mijn pensionering met veel plezier gewerkt.
Hoe bevalt het gepensioneerd zijn?
Het is inmiddels de hoogste tijd om het over mijn muziekpassie te hebben. Die ontstond zo halverwege de jaren tachtig toen ik van mijn schoonmoeder een elpee van Ede Staal kreeg. Ik raakte onder de indruk van zijn mooie muziek en teksten en besloot mijzelf in de muziek te bekwamen. Ik leerde gitaar spelen en later keyboard en merkte dat ik een goede zangstem had. Ik ging ook liedjes schrijven en had het geluk dat ik Ejo Dreise leerde kennen toen hij nog voor OOG werkte. Later werd hij geluidstechnicus bij Noord en hij zorgde ervoor dat een van mijn eerste nummers ‘Mien Damster Toren’ zeer regelmatig gedraaid werd.
Ik leerde vervolgens accordeonist Henk Puister uit Hoogezand kennen en we voelden elkaar goed aan waardoor we uit konden groeien tot een bekend duo onder de naam Zuur & Puister. Dit duo vormde ook de basis van de band Tekielja en Henk en ik hebben in totaal vijf cd’s opgenomen met beide formaties. De eerste was bij Jur Eckhart en werd direct goed verkocht. Vervolgens hebben we bij Douwe Buiter in Klazienaveen nog vier cd’s opgenomen.
Bij de nummers werden soms ook videoclips opgenomen. En wat hebben we met elkaar veel en mooie optredens mogen verzorgen. We traden veel op tijdens countryfestivals en deelden daar het podium met bijvoorbeeld Ilse de Lange en Waylon. Aan al die optredens kwam tijdens corona helaas een eind aan en Tekielja viel uit elkaar. Muziek maken en spelen vond ik nog veel te leuk en ik besloot eerst solo verder te gaan.
Later waren daar The Oudlaws met Adriaan, Jimmy, Joop en Saar. Met Saar heb ik ook alleen opgetreden maar daar zijn we in goede harmonoe mee gestopt. Het werd te druk voor Saar. Vervolgens leerde ik per toeval tijdens een sambalbestelling via internet de buurvrouw kennen van de man waar ik de sambal op kon halen. De Molukse Mina Ferdinandus bleek vervolgens een dijk van een zangeres te zijn waarmee ik nu muzikaal gezien een hele mooie klik heb. Sinds juni 2023 vormen wij met zijn tweeën de formatie Dusted Roads.
Mooi dat je volgende week weer langs komt om ook haar levensverhaal op te tekenen want die is zeker de moeite waard. We repeteren wekelijks en treden regelmatig op met onze mix van sixties- en countrymuziek en toeren daarbij de hele provincie door. Beiden beleven we hier heel veel plezier aan. Noteer gerust de datum zondag 8 juni, 1e Pinksterdag, voor dit verhaal want dan treden wij op het hoofdpodium op tijdens het festival Klein Ibiza in Delfzijl tijdens de bekende Pinksterfeesten. Ook iets waar we erg naar uitkijken.
Wat zijn de hoogtepunten uit uw leven?
Ik beperk mij bij deze vraag tot de muzikale hoogtepunten als je het niet erg vindt. Heel bijzonder was het om op het grote podium op de Vismarkt voor duizenden demonstranten op te mogen treden tijdens de Fakkeltocht in Groningen in 2018 met het nummer ‘Gasblues’. Het nummer dat ik begin jaren negentig al geschreven had. Daarna zong ik nog ‘Mien Damster Toren’.
Samen met tal van andere muzikanten trad ik onder leiding van Freek de Jonge ook nog op in de Oosterpoort. Eigenlijk wilde ik afzeggen want ik voelde mij hondsberoerd. Ben Ziek noemde Freek mij vervolgens maar ik ben blij dat ik toch gegaan ben. Toen ik snel naar huis wilde gaan, stond daar plots een cameraploeg van de NOS voor mijn neus die ik nog te woord heb gestaan.
En tot slot mochten wij optreden in het voorprogramma van Flaco Jiménez toen hij een concert gaf in het Oosterpoort. Dat bezorgde één toeschouwer zoveel kippenvel dat we in Eemnes werden uitgenodigd om een solo-optreden te verzorgen voor zijn ernstig zieke vader die graag naar het concert van Flaco had willen gaan. Toen wij een nummer van Flaco speelden, kwamen de tranen.
En de dieptepunten?
Het overlijden van mijn vader, moeder, zus en schoonouders.
Heeft u nog anekdotes en mooie verhalen?
In mijn begintijd met Henk Puister speelde ik tijdens optredens ook wel eens de rol van zwerver. Dat leidde tot hilarische situaties en eenmaal vloog mijn nylon baard in de fik waardoor er zelfs schroeiplekken aan mijn snor ontstonden. Het publiek had niets door want ik bleef in mijn rol.
En in de Provinciale Statenzaal sprong ik tijdens het nummer ‘Boontjesoep’ op de tafels en dat maakte zoveel indruk bij Commissaris der Koning Hans Alders dat hij mij later in de trein direct herkende en een hand gaf.
Wat zou u ooit nog willen doen in uw leven?
Misschien nog één keer een cd maken en dan samen met Mina. Sowieso hoop ik dat we regelmatig op mogen treden tijdens countryfestivals. In Leek wordt bijvoorbeeld jaarlijks zo’n mooi festival georganiseerd.
Waar heeft u spijt van gehad in uw leven?
Als ik alles over zou kunnen doen dan was ik naar de politieacademie gegaan om opgeleid te worden in het recherchewerk. Op het werk noemden ze mij wel eens een terriër omdat ik mij helemaal in een zaak vast kon bijten.
Wat zou u uw leven voor een cijfer willen geven?
Ik heb heel veel mooie dingen mogen beleven en ga voor een 8,5 en misschien wel een 9.
Wilt u verder nog iets kwijt?
Er schieten mij nu nog wat zaken te binnen. Ik was van 2006 tot 2009 raadslid in de gemeente Appingedam voor de zevenmansfractie van de PvdA. Verder wordt het liedje van Tekielja ‘wie holln van ons Grunnen’ bijna bij elke thuiswedstrijd van de FC gedraaid. We hebben met Tekielja ook wel eens op de de middenstip gespeeld in het FC stadion. Een hele mooie ervaring.
Daarnaast ben ik al meer dan 25 jaar stadsgids in Appingedam. Eerst jaren bij de VVV en vervolgens op de rondvaartboot uit Oosterwijtwerd. Het gidsen wissel ik af met enkele liedjes, zelf zingend en ook begeleidend op gitaar.
Kom gerust eens langs tijdens een optreden van Dusted Roads, bijvoorbeeld tijdens de Pinksterfeesten. We gaan voor verrassende combi’s. Zo zing ik wel nummers in het Maleis en Mina in het Gronings, dat verwacht niemand en we vinden het altijd wel leuk om de verbaasde reacties te zien. Graag tot ziens!